Tekstweergave van GA-1929_MB016_00049
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELOD
AMUM
becke
als
geschiedenisphilosoof,
door
dr.
I.
J.
Brugmans;
lets
oor
Suidafrika,
door
dr
J
P.
van
der
Merwe
(Potchefstroom);
Anatole
France
en
de
geschiedenis,
door
dr!
J.
Presser;
De
Zierikzeesche
Academie,
door
dr.
J.
J.
Westendorp
Boerma;
Het
Congres
van
Berlijn,
door
dr.
W.
J.
Jouwersma.
MR.
W.
R.
VEDER
f
Inden
ouderdom
van
75
jaren
is
de
oud-gemeente-archivaris
van
Amsterdam
op
14
Maart
jl.
in
Den
Haag
overleden.
William
Robert
Veder,
van
Schotsche
afkomst,
werd
op
i?
Februari
1854
geboren
te
Dordrecht,
als
zoon
vaneen
predikant,
die
na
zijn
emeritaat
in
1876
naar
Amersfoort
is
verhuisd.
Hij
studeerde
te
Leiden,
deed
cum
laude
het
candidaats
en
promoveerde
in
1882
tot
doctor
inde
rechten.
Hij
vestigde
zich
als
advocaat
in
Den
Haag,
maar
verplaatste
zich
na
enkele
jaren
naar
Amersfoort
en
in
het
laatst
van
1885
naar
Amsterdam,
toen
hij
werd
opge
-
nomen
inden
talrijken
redactiestaf
van
~de
Amsterdammer,
Dagblad
voor
Nederland”,
onder
leiding
van
J.
de
ÏCoo
en
P.
L.
Tak.
Toen
echter
dit
groote
orgaan
moest
worden
ingekrompen
en
het
ochtendblad
waaraan
Veder
werkte,
met
1
Maart
1886
werd
opgeheven,
was
daarmede
zijn
journalistieke
loopbaan
reeds
ten
einde.
In
1887
werd
hij
als
commies
verbonden
aan
het
gemeente
archief
te
Amsterdam.
Met
3
Aug.
1892
verkreeg
hij
den
titel
van
adjunct-archivaris
en
op
1
Mei
1893
werd
hij
benoemd
tot
archivaris
der
gemeente,
als
opvolger
van
mr.
N.
de
Roever
(die
op
11
Maart
te
voren
was
overleden).
Weinige
maanden
later,
op
17
Augustus
’93,
is
mr.
\
eder
in
het
huwelijk
getreden
met
de
zangeres
mej.
Nannie
(Wijnanda)
de
Roever,
de
zuster
van
zijn
voorganger
en
vriend.
Ten
zeerste
heeft
hij
zich
beijverd
om
diens
nagedachtenis
te
eeren,
o.a.
dooreen
gedocumenteerde
levensbeschrijving
(voor
de
Maatsch.
der
Ned.
Letterkunde)
en
door
het
ordenen
zijner
nagelaten
aanteekeningen.
Reeds
bij
de
oprichting
van
de
Vereeniging
Amstelodamum
in
1900
is
hij
in
het
bestuur
getreden
en
haar
eerste
secretaris
geweest.
Deze
functie
heeft
hij
vervuld
tot
1907.
toen
hij
door
dr.
Joh.
C.
Breen
werd
vervangen,
maar
tot
1910
is
hij
mede
-
bestuurder
gebleven.
Van
zijn
medewerking
getuigen:
in
het
tweede
Jaarboek
(1903)
een
beredeneerde
lijst
van
Amsterdamsche
genootschappen
inde
18e
eeuw;
in
het
vierde
11906)
een
register
van
alle
kerkmeesters,
regenten
en
regentessen
der
gods
-
huizen
en
stedelijke
gestichten,
sedert
1682;
in
het
zesde
(1908)
een
korte
geschiedenis
van
De
Ruyter’s
woonhuis
op
de
Prins
Hendrikkade.
(Over
de
komst
van
den
admiraal
te
Amsterdam
in
1655
schreef
hij
inden
Ned.
Spectator
van
1907)
In
1893
leverde
hij
drie
vervolgartikelen
in
„Eigen
Haard”
getiteld:
„het
Archief
te
Amsterdam,
historisch
geschetst”,
niet
echter
onder
zijn
naam,.
maar
onderbet
pseudoniem
Barth.
Penn
Jr.
Hij
had
dit
gekozen
in
navolging
van
zijn
oom
mr.
Aart
Veder,
bekend
advocaat
te
Rotterdam,
die
zich
ook
aan
andere
studie
wijdde
en
in
het
midden
der
vorige
eeuw
den
schuilnaam
mr.
Bartholomeus
Pen
bezigde.
Deze
mr.
Aart
was
de
tweelingbroeder
van
den
predikant
dr.
William
Robert,
de
vader
van
den
archivaris
(van
diens
hand
zijn
de
korte
levensbeschrijvingen
der
beide
broeders,
voorkomende
in
het
N.
Ned.
Biogr.
Woordenb.
dl.
II).
De
zooeven
bedoelde
artikelen
in
„Eigen
Haard”
zijn
overvloedig
geïllustreerd,
niet
alleen
met
behulp
van
photo’s,
maar
ook
met
portretten
door
den
schrijver
naar
het
leven
geteekend.
Veder
had
een
artistieken
aanleg
en
hij
bezat
verschillende
talenten;
hij
was
een
musicus
en
hanteerde
verdienstelijk
de
teekenstift.
Daaraan
dankt
het
archief
41