Tekstweergave van GA-1929_MB016_00029

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM welke zijn geplaatst in het trappenhuis van het kantoorgebouw op den N.Z. Voorburgwal. Het eerste is een repliek vaneen raam dat reeds vroeger is aan - gebracht in het hoofdgebouw van de vennootschap te Soerabaja. Deze voor - stelling van De Houtman’s schepen liggende voor Bantam, werd ontworpen door W. O. J. Nieuwenkamp, die daarbij gebruik maakte vaneen zeldzame gra - vure in ’s Rijks Prentenkabinet. Evenals het te Soerabaja geplaatste raam werd ook het duplicaat uitgevoerd door den heer J. L. Schouten te Delft. „D’Eerste Schipvaerd” was niet zeer gelukkig en het profijt gering, maarde groote onder - neming was hoe dan ook volbracht. Kort na den terugkeer, reeds op 1 Mei 1598, stak de tweede vloot onder Van Neck en van Warwyck in zee. Ditmaal slaagde de handel te Bantam boven alle verwachting. Vier van de acht schepen werden o ver laden met specerijen en reeds op 19 Juli 1599 waren zij voor Texel terug. Te Amsterdam werden zij verwelkomd met klokgelui en trompet - geschal. De burgemeesters schonken Van Neck een zilver vergulden eerebeker. „Zoo lange Holland, Holland is geweest, zijn er zoo rijk geladen schepen niet aangekomen”, getuigden de tijdge - nooten. In overeenstemming met het prachtige schilderij van Vroom in het Rijksmuseum, liggen hier de vier schepen op het IJ omringd door tallooze kleine vaartuigen, in feestelijke drukte. Dit levendig tafreel, voorstelling vaneen uiterst gelukkige handelsvaart uit Amsterdam naar Indië uitgerust, is kleurig en aantrekkelijk uitgevoerd door den glaskunstenaar G. A. J. Leur te Bussum. Van Heekeren en Co. en hunne voorgangers. Onder den hier ge - plaatsten titel heeft de heer A. W. VVichers Hoeth een gedenkboek samen - gesteld ter herinnering aan het feit dat zijn firma op 1 Jan. 1.1. 100 jaren onder den naam van Heekeren en Co. bestond. Deze datum is echter slechts „een onderge - schikte mijlpaal op den geschiedenisweg der firma”. Mathieu Servat, de stamvader der firma, gehuwd met Elisabeth Lam - bert, beiden van Fransche afkomst, deed in het laatst der 17e en het begin der 18e eeuw te Cork, in lerland, zaken met zijn schoonmoeder onder den firmanaam „La Veuve Lambert et Servat”. Deze zaken gingen echter minder goed en in 1713 ves - tigde de geheele familie zich te Amster - dam. Een hunner kinderen Mathieu le Jeune huwde in 1721 Maria Elisabeth Peronneau. Een jaar te voren had hij met zijn vader een compagnieschap aangegaan onder den naam van Servat et fils. Men kan dus 1720 als het geboortejaar der firma beschouwen. In 1756 werd Jaques David Teysset, de schoonzoon van Mathieu Jr. inde zaak opgenomen. Tot den dood van diens zoon mr. J. Teysset Jr. in 1828 kan men spreken vaneen zuivere familiezaak. Zelfs met de intrede van den heer J. J. van Heekeren in 1824 kwam wederom een familielid inde firma al was de familieverhouding ook niet zoo na als bij de voorgangers. Talrijke reproducties van belangrijke documenten verhoogen de waarde van dit keurig uitgegeven boekwerk, dat van meer beteekenis is dan de schrijver, met al te groote bescheidenheid, blijkens zijn voorwoord, zelf meent. Mr. W. F. H. Oldewelt. De Kerken „De Zaaier” en „De Star”. Verscheidene Roomsch-Katho - lieke kerken zijn gesloten en door nieuwe vervangen. Achtereenvolgens verdwenen de Pool op de Prins Hendrikkade, het Boompje inde Kalverstraat, de Liefde buiten de Raampoort, de Fransche kerk op den N. Z. Voorburgwal en het Toren - tje op het Singel. Bijna alle ontleenden zij hun populaire namen aan die van oude huizen of pakhuizen. Zoo is ook het geval met de beide kerken die inde jongsten tijd werden opgeheven, „de Zaaier” op de Keizersgracht bij de Brouwersgracht en „de Star” op het Rusland. Over „de Zaaier” is in dit orgaan (1927, bl. 87) reeds iets meegedeeld, toen besloten was om deze kerkte sluiten en haar te vervangen dooreen nieuwe en gelijknamige op de Rozengracht. De 21