Tekstweergave van GA-1929_MB016_00024

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELÜDAMUM hij zelf leefde, overschrijdt, was hij toch een typisch kind van zijn tijd, d.i. van de tweede helft der negentiende eeuw. Al heeft hij ook het eerste kwart der twintigste eeuw mede beleefd, en in die periode het grootste gedeelte van zijn reusachtig levenswerk afgeleverd, hij bleef altijd de negentiende-eeuwer, die hij krachtens zijn geboorte was. Zijn persoonlijkheid moet vroeg gevormd en af geweest zijn, al jong moet hij geweten hebben wat hij wilde. Toen die grondslag er eenmaal was, stonden de aard en de groote lijven van het bouwwerk, dat hij ging optrekken, voor goed vast. Dank zij zijn ongemeene gaven van speurzin, geheugen en com - binatievermogen, kon zijn geest hem voortdurend nieuw materiaal toevoeren; maarde wijze, waarop dit aangewend werd, is in zijn lang leven nooit veranderd”. ~Wordt Te Winkels denken bovenal beheerscht door het geloof in en het zoeken naar een verstandelijk begrepen waarheid, het is dientengevolge ook doordrongen vaneen sterk element van reactie tegen die geestelijke stroomingen, wier wezen mystiek en niet redelijk is. Waar de romantiek tot een zuivere uiting van, dikwerf vage, gevoelens wordt, hield zij op hem sympathiek te zijn; van piëtisme of senti - mentaliteit inde litteratuur heeft hij nooit gehouden. Een zelfde reactie bepaalde ook zijn houding tegenover de Tachtigers. Weliswaar waren ook zij niet minder dan de oudere tijdgenoot op waarheid en werkelijkheid uit, maar wat zij zochten en gaven, waren gevoelsrealiteiten, die voor hem nooit de hoogste bereikbare werkelijkheden konden zijn en derhalve ook nooit recht konden hebben op de alleenheerschappij inde wereld, haar door de jonge dichters toegedacht”. „Een koude natuur was hij geenszins. Ue warmte van zijn hart en geest uitten zich eerst in daden, dan in woorden. Welk een vurige strijdbaarheid heeft hem zijn leven lang gekenmerkt! Gevochten heeft hij voor het studievak van zijn liefde ineen tijd, toen philologie en taalstudie buiten het kader der klassieke talen nauwelijks mogelijk werden geacht. Gevochten heeft hij voor zijn wetenschappelijk ideaal, zijn methode, zijn onderwijs. Waar het alleen om woorden te doen was, beperkte hij zich tot het noodzakelijke. Behalve wanneer hij vrienden of leerlingen met de weldadige warmte en blijmoedigheid van zijn persoon in zijn studeervertrek ontving, of wanneer hij op bijeenkomsten of congressen zich liet vinden tot het uitspreken vaneen gloedvolle feestrede. Op zulke oogenblikken van vreugde en gezelligheid leerde men Te Winkel kennen als een man, die nog heel wat meer was dan de teruggetrokken kamergeleerde, waarvoor vreemden hem veelal hielden”. „Te Winkel is een belangrijke figuur als geleerde, als schrijver, als leermeester, als staatsburger; hij blijft van beteekenis als taalkundige, als geschiedschrijver der letteren, als aestheticus. Al was hij een kind van zijn tijd, zijn waarde reikt verre buiten de grenzen van dien tijd. Dankbaarheid heeft hij gevonden bij zijn leerlingen, somwijlen tegenspraak en verzet bij anderen. Beide is begrijpelijk bij zulk een scherp geteekende persoonlijkheid. De dankbaarheid zal blijven, maar van het verzet zal de toekomst in veel gevallen de onbillijkheid of de opper - vlakkigheid aantoonen. Daardoor zullen later geslachten zich bij de dankbaarheid van zijn leerlingen kunnen aansluiten”. Beugmans. AMSTERDAMSCHE PESTHUIZEN Nu de zaak van het pesthuis nog steeds de aandacht blijft trekken, is er in onzen kring stellig wel belangstelling voor de oude pesthuizen, waarvan de heer G. Hellinga spreekt ineen studie in het Nederlandsch Tijdschrift voor Geneeskunde 1928, tweede helft, no. 48. De pestwas van oude tijden af een plaag voor onze steden: geen wonder, dat wij al spoedig hooren van speciale verpleging van deze zieken. Het oudste bericht is van 1422; toen was er achter het H. Geestgasthuis inde Kalverstraat een pesthuis, dat aan de Begijnesloot uitkwam. Ook het St. Pietersgasthuis had in 1501 een pesthuis inde Nes, evenals het Lieve Vrouwen - gasthuis op haar terrein aan den Nieuwendijk. In het midden der zestiende eeuw 16