Tekstweergave van GA-1929_MB016_00013
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSÏELODAMUM
mogen
het
betreuren
dat
dit
werk
niet
in
het
Nederlandsch
is
verschenen,
het
mag
toch
als
een
voordeel
worden
aangemerkt,
dat
het
met
een
vreemde
taal
als
voertuig,
groote
verspreiding
zal
vinden
en
aldus
ver
over
onze
grenzen
de
oogen
zal
openen
voor
deze
merkwaardige
uitingen
van
degelijke
oud-Hollandsche
bouwkunst.
DE
HEILIGE
STEDE
In
het
November-nummer
van
het
Museum
geeft
prof.
Blok
een
aankondiging
van
het
boek
van
dr.
Stenk
over
De
Heilige
Stede
inde
geschiedenis
van
Amsterdam,
die
wij
ons
veroorloven
over
te
nemen,
omdat
zij
ons
geheel
juist
en
logisch
schijnt:
~De
ijverige
beoefenaar
van
de
geschiedenis
van
het
katholieke
Amsterdam
gaf
na
dertig
jaren
een
nieuwe
bewerking
zijner
studie
Uit
de
geschiedenis
der
H.
Stede
te
Amsterdam,
thans
naar
aanleiding
van
„nieuwe
documenten
en
andere
gegevens”
aangaande
dit
onderwerp.
Ofschoon
ik
uit
die
documenten
enz.
nog
volstrekt
niet
de
overtuiging
heb
verkregen,
dat
het
mirakel
zelf
werkelijk
heeft
plaats
gehad,
dat
men
zeer
kort
na
het
ontstaan
van
het
geloof
algemeen
daaraan
geloofd
heeft,
lijdt
m.i.
geen
twijfel.
Met
andere
woorden,
ik
houd
de
beide
oudste
oor
-
konden
dienaangaande,
den
brief
van
omstreeks
Paschen
1345
van
de
regeering
van
Amsterdam
en
dien
(1346)
van
Jan
IV,
bisschop
van
Utrecht,
voor
echt,
al
is
de
laatste
dan
ook
niet
in
oorspronkelijke!!
vorm
tot
ons
gekomen.
Ook
de
derde
oorkonde,
die
van
de
wijding
der
kapel
ter
H.S.
op
21
October
1347,
acht
ik
echt,
evenals
de
drie
oorkonden
uit
1347
en
1348
van
dcnzelfden
aard,
voorkomende
inden
inventaris
van
het
kapittel-archief
van
St.
Maria
in
Den
Haag.
Daarentegen
kan
ik
mij,
ondanks
het
omstandige
en
met
vele
fraaie
afbeeldingen
voorziene
betoog
van
den
schrijver,
niet
vereenigen
met
zijn
beschouwingen
omtrent
de
beteekenis
der
tot
de
alteratie
van
Amsterdam
jaarlijks
volgehouden
vereering
van
het
wonder
voor
de
geschiedenis
van
Amsterdam.
Met
de
hecren
Brugmans,
Van
Dillen
en
Smit
blijf
ik
van
opinie,
dat
er,
alhoewel
de
bedevaarten
naar
de
H.
Stede
ongetwijfeld
velen
naar
Amsterdam
trokken,
de
opkomst
van
den
handel
van
Amsterdam
daaraan
niet,
ten
minste
voor
een
aanzienlijk
deel,
te
danken
is
geweest,
evenmin
dat
„aan
het
mirakel
van
Amsterdam
zeker
een
voorname
plaats
behoort
te
worden
gegeven
onder
de
geschiedkundige
feiten,
waaruit
de
opkomst
en
bloei
van
Amsterdam
wordt
bewezen”,
zoodat
deze
laatste
aan
„geestelijken
invloed”
even
goed
als
aan
„economischen”-mag
worden
toegeschreven.
Aan
de
beschrijving
van
het
heiligdom
en
van
de
bedevaarten
wijdde
de
schrijver
een
boeiend
verhaal,
dat
dooreen
aantal
afbeeldingen
wordt
verlucht
en
door
27
be
-
langwekkende
bijlagen
wordt
gevolgd”.
Brugmans.
WILLEM
111
EN
AMSTERDAM.
De
verhouding
van
Oranje
en
Amsterdam
is
een
van
de
belangrijkste
factoren
inde
geschiedenis
van
de
ontwikkeling
van
ons
land
en
wel
gedurende
twee
eeuwen.
Hier
was
een
tegenstelling,
die
haar
grond
vond
inden
oorsprong
der
republiek
zelf,
en
die
inden
loop
der
jaren
in
beteekenis
werd
versterkt
en
ook
verscherpt.
Het
was
het
contract
tusschen
monarchie
en
autocratie,
tusschen
militair
en
bur
-
gerlijk
gezag,
ten
slotte
ook
tusschen
agrarische
en
commercieele
belangen.
Dat
contrast
openbaart
zich
voortdurend
inde
geschiedenis
der
republiek,
niet
het
minst
onder
het
Stadhouderschap
van
Willem
111.
Het
conflict
van
dezen
tijd
is
niet
onbekend.
Maar
het
is
eerst
thans
op
grond
van
uitgebreide
onderzoekingen
in
archieven
en
bibliotheken
afzonderlijk
be
-
handeld
ineen
Utrechtsch
proefschrift.
Mej.
dr.
G.
LI.
Kurtz
promoveerde
kort
geleden
op
een
dissertatie
over
Willem
Ili
en
Amsterdam
(Utrecht,
Kemink
en
Zoon).
De
kern
van
dit
boek
wordt
gevormd
door
het
conflict,
dat
inde
jaren
1683
en
1684
woedde
en
dat
een
oogenblik
tot
een
burgeroorlog
scheen
te
zullen
voeren
5