Tekstweergave van GA-1929_MB016_00012

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM ontleend aan het bekende plaatwerk van Philips over de grachtenhuizen, geeft hij een duidelijk begrip van de veranderingen der gevels door de eeuwen heen daarna ook van het inwendige, eerst inde 17e, vervolgens gedurende de 18e eeuw. eze beschrijvende tekst is geïllustreerd met typeerende gevels, plattegronden en doorsneden, waarbij de karakteristieke stijlvormen van de groote bouwmeesters als Hendnck de Keyser en Philips Vingboons, duidelijk aan den dag tredem Bijzonderen nadruk echter heeft de schrijver gelegd op de tot dusver vrijwel ver - waarloosde vervorming van het woonhuis gedurende de 18e eeuw onder Franschen invloed waarbij toch geen sprake is geweest van slaafsche navolging, noch van verwaarlozing van het eigen karakter. Hierin ligt ongetwijfeld eender grootste verdiensten van dit leerzame en interessante boek, waarvan bijna de helft wordt mgcnoraen dooreen reeks van ongeveer tachtig afbeeldingen van, meercndeels nog bestaande, huizen, in historische volgorde gerangschikt. Het boek van prof. Slothouwer is ongetwijfeld een groote aanwinst voor de topo - giapmsche en architectonische geschiedenis onzer stad. AMSTERDAMSCHE PAKHUIZEN Mevrouw dr. Magda Révész—Alexander, echtgenoote van prof. dr. G. Révész hoogleeraar aan de Universiteit van Amsterdam, beiden van Hongaarschen bloede’ heeft bij Martmus Nijhoff m Den Haag een bock doen verschijnen, getiteld; . Die alten Lagerhauser Amsterdams. Fine kunstgeschichtliche Studie”. Het werk is met bijzondere zorg uitgegeven en versierd met een overvloed van fraaie, duidelijke platen. Daaraan reeds ontleent het bijzondere, blijvende waarde. De schrijfster heeft de met gemakkelijke en veel omvattende taak, welke zij met geestdrift aan - vaardde, door haar kunstzin geleid, met groote degelijkheid ten einde gebracht. Zij legt nadruk op de verblijdende omstandigheid dat hoewel aan de pakhuizen een soort van paria s onder de gebouwen ineen haven- en handelstad, gewoonlijk geen lang leven is beschoren. deze bepaaldelijk in Amsterdam nog in groot aantal aanwezig en tegelijk m gebruik zijn gebleven. Hoe oud zij ook mogen wezen en ondanks hun eenvoud, zijn zij niet nuchter of kaal en mogen in artistieken zin volstrekt met worden achtergesteld bij andere kostelijke gebouwen uit de 17e en de !8e eeuw. Ons land en ons volk hebben immers niet alleen groote, voor de eeuwigheid gestichte bouwwerken uit het verleden met piëteit geëerbiedigd, maar er ook naar gestreefd om zulke bescheiden practische gebouwen als de pakhuizen zooveel mogchjk te behouden en bruikbaar te doen blijven. Dit nu is vooral te waardeeren m Amsterdam waar die oude pakhuizen in zoo grooten getale, niet slechts degelijk onderhouden voorkomen, meestal nog inde oorspronkelijke ge - kehj'ke be^temmm 101 hmdlgen dag dienst baar zijn gebleven aan de oorspron- Ziedaar slechts enkele trekken uit de inleiding, waarin mevrouw Révész o a ook dank brengt aan liet Genootschap Amstelodamum voor den haar verleenden S mu' j gec e , n ,lui,lell J ke en zeer gedocumenteerde beschrijving van de ver - schdlende typen der pakhuizen, van de alleenstaande, de dubbele, degene die in gelijk vormige reeksen naast elkaar in het gelid staan of die b.v. een rhytmischc groep vormen Vervolgens behandelt zij de ontwikkeling a travers les ages met prachtige voorbeelden uit het verleden. Het slothoofdstuk, als de vorige door platen verduidelijkt, behelst een vergelijkend overzicht van de pakhuizen in Amsterdam en m andere Hollandsche en Zeeuwsche steden, met die in België en enkele oude Hanzesteden. Het boek wordt afgesloten met practische registers Het is stellig opmerkelijk en het stemt tot dankbaarheid, dat deze begaafde vreemdelinge met zoo onmiskenbaar oprechte bewondering, de artistieke schoonheid van onze voorvaderlijke pakhuizen m ruimen kring heeft verbreid door ze met noesten ijver uitte zoeken, te beschrijven en af te beelden. Enkele chauvinisten 4