Tekstweergave van GA-1929_JB026_00284
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
vorm
van
’n
brief
aan
de
schrijver,
’t
Opschrift
luidde
„Mijn
Heer!”
en
de
onder
-
tekening
„Mn
.
Ik
ontleen
er
’t
volgend
citaat
aan.
„Zonder
één
greintjen
talent
van
den
Haag
-
schen
Physiologist
te
bezitten,
hebt
gij
hem
op
de
kinderachtigste
wijze
nageaapt,
en
uzelf
ter
bespotting
uwer
Lezers,
Stadgenooten
en
uwer
deels
mislukte,
deels
geidealiseerde
Karikaturen,
prijs
gegeven.
Maar
enfin!
gij
wildet
eens
aartig,
eens
geestig
en
hef
zijn,
en,
om
uwe
aartig
-
heid
en
geestigheid
en
liefheid
eens
te
doen
uitkomen,
zette
gij
u
neder,
en
lapte
een
Physiologie
van
Amsterdam
te
samen;
met
de
meeste
oppervlakkigheid,
met
de
meeste
platheid,
met
de
onverstandigste
keuze
van
navolging,
en
met
de
verstgaande
beginselloosheid.
„Lapte”,
zeg
ik;
want
in
uw
boeksken
heerscht
nóch
belangrijkheid
van
onderwerp,
nóch
éénheid,
nóch
orde,
nóch
studie,
nóch
heldere
diepte,
nóch
Godsdienstzin,
nóch
wijsgeerige
strekking
En
wat
vindt
men
nu
daarentegen?
hiér
een
matte
straal
van
gebrekkige
waar
-
heid,
die
met
geweid
verkregen
is,
en
dus
hinkende
ten
voorschijn
treedt
(beeld
-
spraak!
v.
E.);
en
daar
de
grofste,
ongerijmdste
onwaarheid;
hiér
de
brutaalste
verwatenheid,
en
daar
de
ergerlijkste
domheid.
Uw
boekje
heeft
razend
veel
weg
vaneen
bedelaarsdeken:
beter
weet
ik
het
waarachtig
niet
te
karakteriseeren.
Gij
wilt
bewijzen?
Welaan!
we
zullen
te
samen
uw
onzinnig
hersenprodukt
eens
doorbladeren!
Aan
’t
slot
wordt
dan
de
hoop
uitgesproken,
dat
’t
debiet
geen
aanleiding
zal
geven
voor
’t
uitgeven
van
’n
vervolg;
want
dit
zal
pleiten
„voor
de
Eer
en
den
goeden
smaak
niet
alleen
van
Aemstels
Burgerij,
maar
der
geheele
Natie”.
Inderdaad
is
geen
vervolg
verschenen;
maar,
als
wede
uitgevers
mogen
geloven,
niet
doordat
’t
debiet
te
gering
was.
In
Een
bijvoegsel
tot
de
Waarachtige
Physw
-
logie
Van
Amsterdam
1
toch
schrijven
ze
m
’n
noot
op
blz.
14
’t
volgende
:
„Bij
deze
achten
de
uitgevers
het
met
ondienstig
te
verklaren,
dat
zij,
hoofd'
zakelijk
door
de
meerdere
overtuiging,
dat
het
Physiologeren
meer
verbittert
dan
verbetert
en
dus
meer
kwaads
dan
gceds
sticht,
van
de
uitgave
van
het
vervolg
of
het
2de
deel
der
Physiologie
van
Amsterdam
dooreen
Amsterdammer
hebben
afgezien,
niettegenstaande
van
het
eerste
deel
een
belangrijk
debiet
is
geweest.
♦
*
*
Er
valt
noch
’n
twede
amsterdamse
Physiologie
te
vermelden;
en
wel
de
I
Vgl.
de
noot
aan
’t
slot
van
dit
aitiekel.
230