Tekstweergave van GA-1929_JB026_00273
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Vooral
te
Amsterdam
is
dat
een
ware
kwelling
voor
de
voorbijgangers;
de
ganse
dag
is
men
er
druk
inde
weer
met
bezems,
boenders,
dweilen,
schuurzand,
emmers
water
en
glazespuiten.
Of
die
overdreven
zindelikheid
bevorderlik
is
aan
bet
onderhoud
der
huizen,
wordt
door
schrijver
betwijfeld
en
ondeugend
maakt
hij
de
opmerking,
wel
eens
te
hebben
horen
beweren,
dat
de
zin
voor
properheid
bij
de
Hollandse
huisvrouwen
zich
niet
uitstrekt
tot
haar
eigen
lichaam.
Maar,
voegt
hij
er
vergoehkend
aan
toe,
wie
zo
als
ik,
inde
betere
kringen
heeft
verkeerd,
kan
dat
beslist
tegenspreken.
Er
zijn
meer
van
die
praatjes
omtrent
Holland
in
omloop
in
zijn
geboorteland.
Zo
wordt
er
gezegd,
dat
alle
vrouwen
hier
een
gekleurde
pantalon
dragen
van
rode
wollen
stof
(„roode-broek”).
Ook
dat
is
niet
waar;
altans
niet
geheel.
De
gewoonte
heeft
inderdaad
bestaan
en
bestaat
nog
onder
het
volk
en
de
burgerstand,
maar
onder
de
adehke
dames,
voorzover
zij
met
slaafs
vasthouden
aan
oude
gebruiken,
is
ze
afgeschaft.
Meer
dan
twee
bladzijden
zijn
gewijd
aan
de
Amsterdamse
kermis.
Bij
die
gelegen
-
heid
legt
de
ernstige
Hollander
zijn
nationale
kalmte
af,
om
zich
over
te
geven
aan
een
uitgelatenheid,
die
men
van
hem
met
zou
verwachten.
De
tegenstelling
is
zo
groot,
dat
men
nauweliks
geloven
kan,
met
dezelfde
mensen
te
doen
te
hebben.
Alle
rangen
en
standen
der
maatschappij
zijn
vertegenwoordigd;
mijnheer
en
mevrouw
kijken
met
belangstelling
bij
het
kraampje
van
dezelfde
gochelaar
als
hun
dienst
-
boden.
Er
wordt
gegeten
en
vooral
veel
gedronken;
inde
bontkleurig
versierde
houten
tenten
verdringen
de
mensen
elkaar
en
vraag
met,
wat
daar
al
zo
gebeurt.
Sedert
onheughke
tijden
hebben
in
Holland
alle
meiden
en
knechts
het
recht,
om
gedurende
de
kermistijd
minstens
éénmaal
vierentwintig
uur
uitte
blijven.
Keuken
-
en
kindermeisjes
genieten
volop
van
de
pret
aan
de
arm
van
haar
verloofden,
en
het
is
met
nodig
medelijden
te
hebben
met
diegene,
welke
te
oud
of
te
lehk
zijn,
want
volgens
landsgebruik
kunnen
zij
een
cavalier
huren,
die
zich
meer
of
minder
laat
betalen
al
naar
gelang
van
zijn
uiterhk,
zijn
leeftijd
en
zijn
kleding.
Een
geklede
jas
is
duurder
dan
een
wambuis;
een
wit
frontje,
manchetten
en
een
wandelstok
worden
extra
berekend.
In
alle
gevallen
is
de
vertering
voor
rekening
van
degene,
over
wie
de
ridder
zich
heeft
willen
ontfermen.
Vele
andere
dingen
hebben
de
aandacht
van
onze
Fransman
getrokken,
overal
waar
hij
in
het
gevolg
van
zijn
vorst
een
kijkje
heeft
kunnen
nemen.
Langs
de
Vecht
bewondert
hij
de
mooie
buitens
met
koepeltjes
aan
de
waterkant,
waar
de
dames
tee
schenken
en
de
heren,
onder
het
genot
van
hun
pijp,
de
krant
lezen;
in
219