Tekstweergave van GA-1929_JB026_00270

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Van de timmerman verhuisde de Fransman naar een apotheker, waar hij niet meer voor dag en dauw werd gewekt door het lawaai van hamer, zaag of schaaf. Bij zijn nieuwe hospes, die Frans sprak, wordt hij ingewijd m verschillende Hollandse gebruiken, die niet alle onverdeeld zijn goedkeuring konden wegdragen. Zo kan hij zich niet verenigen met dein Holland bestaande gewoonte, om een diner, waarvoor men door vrienden is uitgenodigd, gedeeltelik te betalen inde vorm van een fooi aan het bedienend personeel. In verband met die gewoonte merkt hij op, dat nalatigheid in deze voor de gast meermalen het onaangename gevolg heeft, dat hij een volgende keer de dupe wordt van de een of andere onhandigheid. Dienstboden, die zich verhuren, zegt schrijver, informeren eerst hoe vaak per jaar een diner gegeven wordt en hoeveel gasten er ongeveer verschijnen ; er zijn families, die zo goed aangeschreven staan, dat zij geen loon behoeven te betalen; ja, hij weet van gevallen, waar geaccordeerd is, dat de vrouw des huizes het verval met de bedienden deelt. Van Utrecht verhuist de konmg naar het Loo, het enige paleis, dat voor een hofhouding als de zijne behoorlik kan worden genoemd. Belangrijke veranderingen en verfraaiingen werden aangebracht, vooral inde tuin, waar men er echter niet in slaagde, de sporen weg te nemen van de schade, aangericht door de Franse soldaten in 1793. De voornaamste amusementen bestonden in jachtpartijen en toneelvoorstellingen van de comédie Tot de laatste hadden niet alleen toegang de hovelingen en alle bedienden, maar ook de ingezetenen van de omgeving, waarvan de meesten geen woord Frans verstonden. Eenmaal werd een stuk opge - voerd, waarvan een zekere kolonel Ferrière de schrijver heette te zijn, maar dat inderdaad was van de hand des konings en waarin een jong actrice, Mlle Olinde, de hoofdrol vervulde. Jammer genoeg wordt noch de titel, noch de inhoud van het stuk vermeld. Wel leest men tussen de regels door, dat de schrijver een schan - daaltje, waarbij dezelfde juffrouw Olinde en een hooggeplaatst hoveling betrokken waren, als thema had gekozen. Tekenend voor de tijd waren de kleinere amusementen, die men uitdacht om bij slecht weer de lege tijd te doden. Inde „salie de la Paix’ kwamen de hovelingen dan bijeen en meermalen gaf de koning het voorbeeld tot het opgeven van raadsels, „des charades en action’, waarbij dikwijls de vrolikheid ten top steeg en de familiariteit zo groot werd, dat alle etiquette uit het oog werd verloren. Zelfs Tiel, de hond van Z.M., zo genoemd naar zijn geboorteplaats, nam aan de pret deel. Als voorbeeld vaneen „charade en action” vertelt schrijver, dat de koning op zekere 216