Tekstweergave van GA-1929_JB026_00202

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Nog enkele bijzondere beschikkingen verdienen vermelding. De beide nichten, zusterskinderen van den stichter, Helena en Machteld Hilken, zouden voor haar beider leven „doch zonder de minste successie’ , de quallteit verkrijgen van regentinnen van het Van Brants Rus-Hofje en als zoodanig erkend moeten worden (Inde stukken is geen enkel bewijs te vinden dat zij zich ooit met de stichting hebben bemoeid, noch daar binnen ooit een voet hebben gezet) De portretten van den stichter en zijn familieleden mochten nooit verkocht of op andere wijze worden vervreemd. Zij moesten worden opgehangen inde regenten - kamer. De adelsbrief met het wapen van den stichter moest bewaard worden in „de ijzeren kist (die later natuurlijk dooreen brandkast is opgevolgd) Ineen der eerstgenoemde bepalingen was het geval voorzien dat de stichting bij den dood van den testateur nog met voltooid was. Dat geval heeft zich voor - gedaan, want slechts enkele maanden nadat hij het codicil omtrent het hofje had opgemaakt, zegende hij het lijdelijke. Toch was reeds vóór het codicil van 17 Juli, een begin gemaakt met den bouw op het daartoe bestemde terrein op de Joden Keizersgracht zuidzijde tusschen Amstel en Weesperstraat. Hiervan is geen ge - schreven, maar een nog duurzamer bewijsstuk. In het jaar 1888 is nl. in het onderhuis van de stichting een steen met inscriptie gevonden. Hij vertoont de initialen van Chnstoffel Brants en den datum 20 Mei 1732. Deze, de éérste steen natuurlijk, is na de vondst inde regentenkamer ingemetseld. De stichter is dus ten minste van het begin van den bouw nog getuige geweest. Het Van Brants Rus-hofje is gebouwd volgens de plannen en onder leiding van den architect Marot, door den timmerman Roos en den metselaar Hessehng. Het gebouw was voltooid in het laatst van 1733, het werd betrokken door het echtpaar dat als binnenvader en -moeder was benoemd, en door de eerste prove - mersters. Op 23 November 1733 werd de eerste vergadering van regenten gehouden m het huis en daarmede werd het geopend verklaard. Daarom is de 23ste van Slachtmaand steeds als de openingsdag geëerd en herdacht. Uit de notulen van die gewichtige bijeenkomst blijkt welke de eerste bestuursdaad van de regenten is geweest. Zij besloten „de bezorging der Lantaarnen van dit gebouw aan den opsteker der pubhcque Lantaarnen dezer stede op te dragen en te besteden, tegen een jaarhjksche vergoeding van ƒ 6. —. Een verstandige maatregel, indien men maar bedenkt dat het, om van de bejaarde bewoonsters met te spreken, voor den binnenvader of de -moeder bezwaarlijk moet zijn geweest om geregeld de zware lantaarns aan den voor- en achtergevel en op de binnenplaats aan te steken. 148