Tekstweergave van GA-1929_JB026_00193

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Noch 364 ditto Fransche wijn, geconsumeerd door de Bediendens ƒ 291 Noch 176 bouteilles oude Rljnsche wijn door UEd. aan myn Huys gesonden, komt voor Accijns en distribueren 264 Op ditto mannier 129 bouteilles Bourgonje wijn 193 Op ditto mannier 28 ditto Champagme wijn ~ 42 In het geheel waren er dus volgens de kasteleinsche 2392 flesschen wijn gedronken op de gezondheid van den Tsaar en zijn Resident! De verlichting zal wel prachtig zijn geweest, maar niet goedkoop; „1080 beste Waschkaarsen a 10 stuyvers ’t stuk, 540 gld. Het loon aan oppassers en koks bedroeg ƒ493. Voor tabak, kaarten en pijpen is ƒ133 opgeschreven; „voor huur van 54 Nieuwe Stoelen a ƒ3 daags 2 dagen’, netjes uitgerekend, ƒ 324. Het schijnt er nog al ruw te zijn toegegaan: „aan Matthijs van Gastel 200 groene Roemers 115 gebroken, ƒlls gld. 10 stuyvers”. In zes verschillende posten is telkens „’t Montant opgeschreven voor tafellakens (waarbij een van 36 el, ƒ162) en servetten (waaronder 36 „heele cuneuse aƒs t stuk, 180 gld.), tot een totaal van ƒ 1172. Dit is wel niet anders te verklaren dan dat al dat kostbare tafellinnen geheel was geruïneerd. De kasteleines had allerlei schade, want door de langdurige voorbereiding was de gewone dienst in het logement inde war geloopen. De langste post inde rekening heeft het karakter vaneen klachtenboek of vaneen eisch tot schadevergoeding voor de herrie en het ongemak dat al dit fuiven had veroorzaakt. De waardinne had hiervoor maar flink gerekend, want zij had er veel verdriet van. Voor 454 week gebruyk van Plaats, Voorhuys, 2 Kamers, overlast van Timmerluyden en Schilders, nevens ’t gebruik van nr. 6. Risico van Brand, schade van geen Logys, afbreken van ledi - kanten, verderf van Beddegoed, gebruyk van Schutdoeken, verloop van kalanten, voorts de Zaal, 2 Rondeclen en verder ’t heele huys gebruykt, schoonmaken van ’t selve, kost en loon van Schoonmaaksters, schade van Heeren te versoeken om te delogeren ƒ 2500 Al was Brants nog zoo rijk en royaal, hij vond de rekening toch wat al te gepeperd en hij weigerde te betalen. Vandaar een procedure bij arbitrage. De kasteleines dagvaardde den Heer Chnstoffel van Brants, Resident, Hofraad enz. enz., voor de schepenen en deze benoemden drie goede mannen of deskundigen, „om de presente rekening te examineren, partijen te accorderen wast doenehjk, en bij faute van dien Schepenen te dienen van bericht”. Die deskundige arbiters waren: Mynand van Nuld, gewezen kastelein in ’t Heerenlogement, Gosewyn Nunrunkx, kastelein inde Vander Helstendoelen (de Garnalendoelen) en George Meyer, kastelein in 139