Tekstweergave van GA-1929_JB026_00102

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Om de stad tegen een overval te bewaken, gaf de regeenng van Amsterdam begin 1567 Jan Broeck het bevel overeen oorlogsschip om den toegang tot de haven te bewaken, maar vanaf dit schip deed men de geuzen geen enkele tegenwerking. Wat toch vooruit te voorzien was. Ook in Amsterdam begonnen de prlnsgezmden zich steeds meer aaneen te sluiten en hielden op straat samenscholingen, op 23 Febr. 1367 stond Jan Broeck met eenige makkers op den brug van Amsterdam, en den volgenden dag, 26 Febr. 1567 kwamen „sluypers” wy noemen dat tegenwoordig spionnen de magistraat vertellen dat Jan Broeck eender voornaamste aanvoerders der geuzen was. Een zijner beste vrienden was Harpert Janssen, waar Jan Broeck dikwijls aan huis kwam. Deze Janssen kreeg er later geduchte last mede, want hij werd van verstandhouding met de geuzen verdacht, en scherp verhoord. De eene keer als talman voor de rechten, dan weer voor de boedelscheiding tusschen zijn zusters en broer kwam Jan Broeck aanloopen, en men ging familiaar met elkaar om. Ook noodigde hij zijn vriend en diens vrouw wel eens bij hem te gast, waar dan ook waren de heeren van Marken, Lenaert Janssen en meer anderen. Toen Jan Broeck zich echter te veel met de troebelen ging bemoeien, werd Harpert Janssen onrustig, en een hoogst enkele keer zag men elkaar nog. Jan Broeck werd ook wat al te onvoorzichtig, toen hij bijv. eens op de stoep van het huis van Harpert Janssen stond nam hij een lang roer, mikte naar een of ander voorwerp en schoot los, roepend: Vive les Gueux. Op 27 Febr. 1567 kwam Hendrik van Brederode in Amsterdam, om deze stad voor de geuzen in bezit te nemen. Jan Broeck was eender eersten om hem te begroeten, en werd al spoedig benoemd tot bevelhebber van de wacht van 100 man die het huis van Brederode bewaakte. Bij zich thuis schreef Jan Broeck de soldaten m die m zijn vendel werden opgenomen. Brederode had zijn intrek genomen inden herberg van Cornelis Louffsz., waar „Sampson uithmg. Jan Broeck kwam meermalen Brederode bezoeken en speelde wel eens met dezen op het verkeerbord, Frans Volckertsz. Coornhert en Arent Jansz. Coesvelt waren dan ook van de partij. Toen de zaken m Amsterdam misliepen vluchtte de herbergier Louffsz. ook naar de Watergeuzen. Jan Broeck was eender voornaamste bevelhebbers in Amsterdam geworden, en overviel met Willem van Bloys van Treslong, Lancelot van Brederode, die beiden later tot de bekendste kapiteins der Watergeuzen behoorden, en eenige anderen den gezant de La Torre, die men van verstandhouding met de Spaansche regeenng 48