Tekstweergave van GA-1929_JB026_00013

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
aan de energieke leiding van de Afd. Amsterdam van het Alg. Ned. Verbond, van welker bestuur ook het gelukkig initiatief was uitgegaan. De lust tol bijwoning van dezen leergang bleek zoo groot, dat reeds binnen weinige dagen alle beschikbare kaarten waren uitgegeven; tot onze vreugde vernemen wij, dat aan dit gedrang van gegadigden ook vele leden van Amstelodamum hebben deelgenomen. Bij verschillende plechtige gelegenheden en herdenkingen heeft het Bestuur zich door één of meer zijner leden doen vertegenwoordigen. Op die wijze hebben wij aan het Evang. Luthersch Weeshuis bij zijn 250-jang-, aan het Algemeen Handels - blad bij zijn 100-jang-, aan de Afd. Amsterdam van het Alg. Ned. Verbond bij haar 30-jarig-, aan de ons in streven verwante Vereeniging „Hendnck de Keyser” bij haar 10-jarig bestaan, alsmede aan onzen medebestuurder Kouwenaar bij zijn 23-jarig persjubileum, de gelukwenschen van het Genootschap vertolkt. Aldus ook waren wij op de Cour ten Hove aanwezig en werkten wij te Utrecht mede aan de oprichting van de Groep Nederland voor het International Committee of Historica! Sciences. Daarentegen konden wij geen termen vinden om een afgevaardigde te zenden naar het doordat Committee georganiseerde Vle Congrès International des Sciences Histonques, dat in het verre Oslo werd gehouden. Onze befaamde ijver als palladijnen voor het behoud van Amsterdams stadsschoon en monumenten is ook in 1928 niet bekoeld; menige lans hebben wij tot afwering van dreigend sloopmgs- en dempmgsgevaar gebroken, helaas veelal tevergeefs. In zake het Pesthuis wendden wij ons tot den Raad en, m samenwerking met het Kon. Oudheidk. Genootschap, Heemschut en Hendnck de Keyser, een- en ander - maal tot H.M. de Koningin. Onze bedenkingen tegen het voorstel tot demping van de Vijzelgracht ontvouwden wij ineen request aan den Raad; bij hetzelfde college dienden wij, tezamen met de reeds genoemde vereenigingen, de Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst, Bond van Ned. Architecten (B. N. A.) en het genootschap Architectura et Amicitia, een pleidooi m voor het ontwerpen van een voorloopige monumentenlijst, welker ontbreken nog immer de onder algemeene toejuiching tot stand gekomen Monumentenverordening met machteloosheid slaat. De redding van merkwaardige bouwfragmenten bij de sloopmg van de Jonker- en de Ridderstraat, later bij die vaneen groep huizen op en om de Nieuwezijdskolk, de bewaring van geredde bouwfragmenten in het algemeen, het geven van af - braakvergunnmgen m de oude stad zonder zekerheid omtrent de nieuwe bebouwing XI