Tekstweergave van GA-1929_JB026_00010
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
publicatiën
zonder
uitzondering
opgedragen.
De
voormalige
verspreiding
van
deze
bemoeiingen
over
verschillende
firma’s
heeft
de
behoefte
aan
een
concentratie
sterk
doen
gevoelen,
en,
voorzoover
wij
thans
na
een
proefneming
van
één
jaar
kunnen
zien,
heeft
zij
zich
ook
deugdelijk
bewezen.
Wij
hebben
met
de
firma
de
Bussy
op
aangename
wijze
samengewerkt
en
het
is
ons
ten
overvloede
mogelijk
gebleken,
met
haar
als
middelpunt,
nuttige
vereenvoudigingen
aan
te
brengen
in
het
administratief
bedrijf
en
het
onderling
verkeer
van
de
functionarissen
in
ons
Bestuur.
Het
ledental
steeg
met
ietwat
sterker
was
dan
die
inde
laatste
jaren
gebruikelijk
is
geweest;
het
beliep
inden
aanvang
van
1928
1387,
en
bleef
gedurende
dien
jaarkring
deinend
door
15
toetredingen
en
61
afvoeringen
ten
gevolge
van
overlijden,
opzegging
of
spoorlooze
verdwijning.
Van
degenen,
die
met
ingang
van
1929
werden
benoemd,
op
voordracht
deels
van
het
Bestuur
zelf
en
deels
van
de
helaas
te
schaarsche
leden,
die
een
prijzenswaardig
gehoor
gaven
aan
een
algemeenen
oproep
van
het
Bestuur
tot
hanteermg
van
het
reglementair
recht
van
voordracht,
~
namen
tot
dusver
143
hun
benoeming
aan,
zoodat
wij
het
nieuwe
jaar
zijn
inge
-
gaan
met
1484
leden
x
).
Onder
de
leden,
die
ons
door
den
dood
ontvielen,
herdenken
wij
met
weemoed
den
heer
D.
Smit,
bibliothecaris
van
het
Leesmuseum,
die
zich
jegens
het
Genootschap
verdienstelijk
heeft
gemaakt
door
zijn
bibhographischen
arbeid
betreffende
Amsterdam.
Over
de
voortzetting
van
dit
hoognuttig
werk,
waarvan
achtereenvolgens
gedeelten,
handelend
over
de
jaren
1901
—1903,
1906
—
1910,
191
1—1913,I
—1913,
verschenen
zijn
m
het
vijfde,
het
tiende
en
het
vijftiende
Jaarboek
onzer
Vereenigmg,
en
waaraan
de
heer
Smit
sindsdien
zijn
beproefde
krachten
is
blijven
wijden,
heeft
het
Bestuur
nog
geen
definitieve
besluiten
genomen.
Het
Jaarboek
verscheen
in
Maart,
gestoken
inden
gebruikehjken
rooden
dos,
nochtans
als
no.
25
met
een
zilveren
glans
overtogen.
Het
is
ons
mogehjk
gebleken
dit
kroonnummer
op
waardige
wijze
te
onderscheiden
dooreen
bijzondere
lijvigheid,
waarvoor
wij
dank
weten
aan
onze
chromqueuse,
mej.
Duparc,
en
aan
de
penne
-
vruchtbaarheid
van
onze
medewerkers
dr.
M.
G.
de
Boer,
mr.
Wijnman,
dr.
M.
de
Jong
Hzn.,
Kannegieter,
Van
Houten,
de
Balbian
Verster
en
Zuidema.
Zoo
groot
was
zelfs
de
toevloed,
dat
wij
m
de
noodzakelijkheid
kwamen
ons
te
hoeden
voor
overbelasting;
de
heeren
Van
Eek,
Hallema
en
Helhnga
hebben
daarop
ons
I
(Noot
van
1
Maart
1929)
Sinds
de
vergadering,
waarin
dit
verslag
werd
uitgebracht,
zijn
nog
50
leden
toegetreden
;
tevens
echter
is
bij
de
herziening
van
de
ledenlijst
gebleken,
dat
een
negental
namen
moest
worden
geschrapt.
Aldus
Is
het
totaal
opgevoerd
tot
1323
leden.
VIII