Tekstweergave van GA-1928_MB015_00087
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM
oefenen,
die
niet
als
zoodanig
geëxamineerd
was.
In
1497
vinden
wijde
eerste
ordonnantie
op
de
barbiers
en
chirurgijns,
zonder
dat
er
dan
evenwel
nog
sprake
is
van
kennis
of
onderwijs
inde
anatomie.
Eerst
omstreeks
1550
had
te
Amsterdam
de
eerste
publieke
ontleding
plaats
vaneen
menschelijk
lijk:
dat
moet
zijn
gebeurd
in
het
St.
Ursula-klooster
aan
den
O.
Z.
Achterburgwal.
In
het
genoemde
jaar
scheidden
de
chirurgijns
zich
af
van
het
ambacht
der
stillegangmakers,
klompen
-
makers
en
schaatsenmakers
en
vormden
zij
een
afzonderlijk
gilde.
Het
is
dit
gilde,
dat
in
1555
van
Philips
II
het
privilege
verkreeg
van
openbare
ontledingen
te
mogen
houden.
In
1578
werd
de
ontleedkamer
verplaatst
naar
de
St.
Margrieten
-
kerk
inde
Nes,
spoedig
de
kleine
vleeschhal.
Destijds
moet
ook
de
bekende
dr.
Maerten
Jansz.
Coster
tot
praelector
inde
anatomie
door
het
chirurgijnsgild
zijn
aangesteld.
Van
dien
tijd
af
begint
de
geregelde
serie
van
praelectoren
inde
anatomie,
die
tot
inde
negentiende
eeuw
elkander
hebben
opgevolgd;
daaronder
vinden
wij
beroemde
namen
als
Johan
Ponteyn,
Nicolaas
Tulp,
Johannes
Deyman,
Frederik
Ruysch,
Willem
Röell,
Petrus
Camper,
Andreas
Bonn,
die
de
ontwikkelingsgang
der
anatomie
in
meer
dan
twee
eeuwen
accentueeren.
Het
is
bekend,
dat
de
ana
-
tomie
in
1691
werd
gevestigd
inde
Waag
op
de
Nieuwmarkt,
die
toen
ook
juist
hiervoor
werd
verbouwd;
toen
is
de
hooge
koepel
op
het
gebouw
gezet.
Hier
ook
vond
men
de
befaamde
schilderijen,
die
de
Amsterdamsche
anatomie
wereldbe
-
roemd
hebben
gemaakt.
Het
chirurgijnsgilde
had
de
gelukkige
gedachte
zijn
praelector
met
de
overlieden
van
het
gild
telkens
te
laten
schilderen
dooreen
befaamd
kunstenaar.
Het
is
bekend,
dat
Rembrandt
zoowel
de
anatomie
van
Tulp
als
die
van
Deyman
heeft
geschilderd.
Maar
wij
vinden
bovendien
ontleedkundige
lessen
van
Aert
Pietersz.,
Thomas
de
Keyser,
Nicolaas
Elias,
Adriaan
Backer,
Johan
van
Neck,
Cornelis
Troost,
Tibout
Regters,
ten
slotte
van
Adriaan
de
Lelie.
Zoo
is
de
anatomie
van
Amsterdam
niet
alleen
uiteen
oogpunt
van
medische
wetenschap,
maar
ook
uit
dat
van
beeldende
kunst
van
zeer
groote
beteekenis
geweest.
Het
is
een
goede
gedachte
geweest
de
meeste
van
de
anatomische
lessen
weer
terug
te
brengen
naar
de
Waag.
waar
zij
oorspronkelijk
ook
thuis
hebben
behoord.
BRUGMANS.
HERMANNUSNOORDKERK
In
Themis
1927
no.
1
geeft
mr.
N.
de
Beneditty
een
levensschets
van
den
befaamden
Amsterdamschen
rechtsgeleerde
Hermannus
Noordkerk.
Hij
was
van
Duitsche
afkomst,
maar
28
Januari
1702
uit
eenvoudige
ouders
te
Amsterdam
geboren.
Zijn
opleiding
genoot
hij
in
Amsterdam;
daarna
studeerde
hij
te
Leiden,
waar
hij
in
1728
promoveerde
tot
doctor
inde
beide
rechten.
Van
toen
af
tot
zijn
overlijden,
derhalve
gedurende
drie
en
veertig
jaren
oefende
hij
te
Amster
-
dam
de
rechtspraktijk
uit.
Dat
zijn
loopbaan
deze
wending
heeft
genomen,
moet
tot
groote
verheugenis
stemmen.
Want,
zooals
mr.
de
Beneditty
uitvoerig
uiteen
-
zet,
zijn
vaderland
en
inzonderheid
de
stad
Amsterdam
heeft
het
voorrecht
gehad
in
Noordkerk
niet
alleen
eender
uitnemendste
rechtsgeleerden
en
buiten
kijf
dc
voortreffelijkste
pleitredenaar
van
zijn
tijd,
maar
bovendien
een
hoogst
verdienstelijk
letterkundige
en
hetgeen
ongetwijfeld
boven
al
die
hoedanig
-
heden
uitsteekt
een
burger
te
bezitten,
wiens
onbaatzuchtigheid,
eerlijkheid
en
rechtschapenheid
tot
in
het
verre
nageslacht
spreekwoordelijk
zijn
gebleven.
Een
van
Noordkerks
meest
bekende
pleidooien
is
geweest
dat
voor
schepenen
van
Amsterdam
inde
zaak
van
den
drukker
Van
de
Velde,
die
in
1743
terecht
stond
wegens
het
drukken
van
Deurhoff’s
verklaring
van
het
boek
Job.
Willem
Deurhoff
was
een
Amsterdamsch
passementswerker,
die
zich
zijn
leven
lang
met
wijsgeerige
en
godgeleerde
onderzoekingen
had
bezig
gehouden.
Hij
hield
daartoe
conventikels
en
had
van
1708
tot
zijn
dood
in
1717
in
394
samenkomsten
het
boek
79