Tekstweergave van GA-1928_MB015_00081

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM de naam der vereeniging zou worden vastgesteld, het lid Samson voorstelde haar „de Nieuwe Gids” te noemen. Dit vond geen bijval en ten slotte werd uit negen verschillende namen tot dien van „Flanor” besloten. Voor andere bijzonderheden mogen wij andermaal verwijzen naar het artikel in „de Nieuwe Gids” van 1925. Hier volge alleen nog de volledige lijst der leden van „Flanor”, met de (anachronistische) vermelding vaneen aantal academische graden. Verscheidenen (meest leeraren aan het gymnasium) bezaten die reeds, vele andere leden hebben ze later verkregen. De namen in alphabetische orde zijn: dr. F. L. Abresch, dr. A. Aletrino, Wolth. Binger, dr. H. J. Boeken, dr. W. C. N. Bollaan, mr. H. Cosman, dr. Ch. M. van Deventer, G. F. van Duyl, dr. Frederik van Eeden, mr. Frans Erens, F. van der Goes, H. J. Haverman, A. Ising Jr., dr. D. G. Jelgersma, Willem Kloos, prof. dr. J. van Leeuwen Jr., mr. M. G. L. van Loghem, Jac. van Looy, Johan de Meester, dr. M. B. Mendes da Costa, C. B. Posthumus Meyjes, Gerard Muller, dr. H. C. Muller, Hugo Muller, mr. W. A. Paap, mr. C. H. E. Reelfs, A. Sinclair de Rochemont, G. Roodenburch, A. Roodhuyzen, H. G. Samson, arts, K. J. L. Alberdingk Thijm, J. Ae. C. A. Timmerman, A. F. W. Tydeman, prof. dr. Albert Verwey, prof. dr. Jan Veth, Jan C. de Vos, S. J. Bouberg Wilson en Willem Witsen. Van deze 38 leden van „Flanor’ , letter - kundigen, philologen, tooneelspelers, schilders en één architect, zijn thans nog 17 in het land der levenden. D. KOUWENAAR Onze gewaardeerde medebestuurder mocht op 1 Juli 1.1. herdenken dat hij als haar redacteur te Amsterdam, 25 jaar verbonden was aan „De Nieuwe Rotter - damsche Courant”, nadat hij te voren reeds meer dan 15 jaar voor de dagbladpers werkzaam was geweest. Zijne vakgenooten en meer in het bijzonder zijn mede - leden in het bestuur van „de Amsterdamsche Pers”, waarvan hij de gevierde voorzitter is, hadden het initiatief genomen voor een huldebetoon en daarbij was een eere-comité gevormd met den Burgemeester als voorzitter en als leden, de heeren prof. dr. H. Brugmans, voorzitter van „Amstelodamum”, D. Hans, voor - zitter van den Ned. Journalistenkring, E. Heldring, voorzitter van de Kamer van Koophandel en Chr. A. Vieweg, voorzitter van „de Ned. Dagbladpers”. Zaterdag 30 Juni is den jubilaris veelzijdige hulde gebracht op een zeer druk bezochte receptie bij Couturier. Als eere-voorzitter opende Burgemeester de Vlugt de rij der sprekers. Opmerkende dat hij den heer Kouwenaar op het terrein der gemeentezaken zoo vaak ontmoette, bezigde de Burgemeester de gelukkige beeld - spraak van het Amsterdamsche koggeschip dat, getrokken door twee sleepbooten, overheid en pers, in veilige haven wordt gebracht. Hij bracht den jubilaris warme hulde als een goed journalist, die de dingen des dagelijkschen levens objectief poogt te zien en te verduidelijken, maar ook als een oprecht Amsterdammer die hart heeft voor zijn schoone stad. Namens het feestcomité sprak de heer L. A. P. M. van den Broeke, vice-voor - zitter van „de Amsterdamsche Pers” en redacteur van „de Tijd”. Hij eerde den jubilaris als een degelijk journalist met groote liefde voor zijn vak, wiens verdiensten onder de vakbroeders algemeen erkenning hebben gevonden, ook blijkens de vele functies die hij in het vereenigingsleven vervult. Uit naam van talrijke deelnemers bood de spreker een huldeblijk aan, bestaande ineen gezicht op het IJ, geschilderd door Hobbe Smith. Uit naam van directie en hoofdredactie van „de N. Rott. Courant bracht mr. P .C. Swart, de adjunct-hoofdredacteur, den jubilaris de oprechte verzekering van bijzondere w r aardeering en, bij het overhandigen vaneen geschenk, wenschte hij hem nog vele jaren succesvollen arbeid in deze, uit journalistiek oogpunt zoo dankbare stad. 73