Tekstweergave van GA-1928_MB015_00080
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM
tiouye
tout
ce
qui
peut
être
utile,
j’ai
formé
le
voeu
bien
sincère
d’en
voir
bientót
plusieurs
de
cette
nature,
placés
convenablement
sur
les
cótes
de
Focéan
et
de
la
mcditerrannce
depuis
Ostende
jusqu’a
Nice;
je
ne
vols
pas
de
meilleur
moven
que
celui
la
pour
raviver
la
marine
Frangaise,
et
pour
Ia
mettre
quelque
jour
en
mesure
de
disputer
1
empire
des
mers
a
Forgueilleuse
Angleterre.”
Uit
zijn
beschouwing
blijkt,
dat
de
schrijver
niet
blind
was
voor
het
goede,
ook
meen
an(
*er
land
en
tevens
zien
we,
dat
zijn
oordeel,
mutatis
mutandis,
ook
nu,
na
125
jaar,
nog
van
toepassing
is.
Dies
kunnen
wij
van
harte
instemmen
met
den
101,
dien
hij
aan
de
school
wijdt.
BERTHA
WOLTERSON.
DE
LETTERKUNDIGE
YEREENIGING
„FLANOR”
Op
blz.
66
van
dit
maandblad
is
te
lezen,
dat
mr.
M.
G.
L.
van
Loghem,
een
der
leden
van
dein
het
jongste
Jaarboek
beschreven
„Breero-Club”
(1885
—1890),
blijkens
een
brief
aan
den
schrijver
van
die
geschiedenis,
goede
herinneringen
be
-
waart
aan
een
anderen
dergelijken
vriendenkring,
genaamd
„Flanor”.
Hij
verwees
ons
daarbij
naar
dr.
B.
M.
Mendes
da
Costa.
In
„de
Amsterdammer,
Dagblad
voor
Nederland
van
29
Nov.
1919,
had
dr.
J.
Berg
de
hoop
uitgesproken
dat,
bij
het
teloor
gaan
van
het
archief
der
vereeniging,
eender
oud-leden
iets
van
„Flanor”
zou
vertellen.
Hierdoor
gevoelde
de
heer
Mendes
da
Costa
zich
opgewekt,
ja
zoo
goed
als
gesommeerd,
tot
het
schrijven
van
„Flanor”-herinneringen,
die
verschenen
zijn
in
„de
Nieuwe
Gids”
van
1925,
blz.
501
vv.
Sedert
de
oprichtingsvergadering
°P
J
un
i
1881
is
hij
de
eerste
secretaris
en
feitelijk
de
spil
geweest
en
bij
zijn
altreden
als
zoodanig
is
hij
op
4
Sept.
1883
met
algemeene
stemmen
tot
eerelid
benoemd.
Hij
is
de
eenige
gebleven
wien
deze
onderscheiding
in
„Flanor”
te
beurt
is
gevader!.
De
vereeniging
heeft
ruim
vijf
jaar
bestaan,
tot
in
Juni
1886.
(De
Breero-
Uub
is
dus
opgericht,
n.l.
in
September
1885,
toen
„Flanor”
reeds
bijna
was
uit
-
gebloeid).
Zij
heeft
62
vergaderingen
gehouden
eerst
in
„Eensgezindheid”
later
meest
ineen
bovenzaaltje
van
„de
Karseboom”,
waarin
o.a.
vele
onuitgegeven
werken
zijn
voorgelezen.
Tweemaal
is
een
bijeenkomst
vereerd
met
de
tegen
-
woordigheid
van
den
reeds
bejaarden
dr.
W.
Doorenbos
(hij
werd
gepensionneerd
op
5
Dec.
1883),
die
als
leeraar
aan
de
H.B.S.
op
de
Westermarkt
grooten
invloed
had
gehad
op
de
letterkundige
vorming
van
dankbare
leerlingen,
die
leden
van
„I
lanor
waren
geworden.
Aan
het
slot
van
zijn
zorgvuldig
gedocumenteerde
herinneringen,
weerspreekt
heer
Mendes
da
Costa
met
nadruk
de
dikwijls
geuite
bewering,
dat
„de
Nieuwe
Gids
uit
„Flanor
is
voortgesproten.
Wel
verklaart
hij
stellig
te
gelooven
dat,
wanneer
„Flanor
nooit
had
bestaan,
„de
Nieuwe
Gids”
misschien
wel
óóit
zou
zijn
opgericht,
maar
zeker
niet
reeds
in
1885.
De
verwantschap
tusschen
de
ver
-
eeniging
en
het
tijdschrift
is
echter
onwedersprekelijk.
Inden
aanvang
schrijft
de
heer
Mendes
da
Costa:
„Wat
men
ook
van
„Flanor”
moge
zeggen,
het
staat
als
een
paal
boven
water,
dat
de
zoogenaamde
„Tachtiger-beweging”
nooit
of
nimmer
een
zoo
groote
uitbreiding,
een
zoo
groote
degelijkheid,
zou
hebben
ge
-
kiegen,
wanneer
niet
de
jongeren
van
destijds
gelegenheid
hadden
gevonden
samen
te
komen
inde
een
of
andere
vereeniging,
daar
hunne
denkbeelden
onderling
te
bespreken
en
ze
te
verdedigen
tegenover
meer
bezadigden.”
Bovendien
verdient
te
worden
opgemerkt,
dat
toen
inde
tweede
vergadering
het
doel
der
vereeniging
in
behandeling
kwam,
het
lid
Willem
Paap
voorstelde,
om
een
tijdschrift
uitte
geven
dat
het
„1
art
pour
1
art”
tot
leus
zou
hebben.
Dit
werd
afgewezen,
maar
met
algemeene
stemmen
vereenigde
de
vergadering
zich
met
eene,
door
dr.
Abresch,
den
eersten
voorzitter,
ingediende
motie
om
na
een
half
jaar
uitte
maken
of
het
mtgeyen
vaneen
tijdschrift
wenschelijk
ware.
Hiervan
is
niets
gekomen,
maar
wel
eigenaardig
dat,
toen
inde
derde
werkvergadering,
op
27
September
1881,
72