Tekstweergave van GA-1928_MB015_00078

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM bleek te dragen. Daar, op de binnenplaats, hebben we toen oefeningen bijgewoond in het vastmaken van de zeilen en andere manoeuvres in het tuig waarna, onder het schüderachtige vaartuig, op uitnoodiging van den commandant vele leden van „Amstelodamum” een groep vormden, welke dooreen photographeerenden ambtenaar van de school werd opgenomen. (Het hierbij gevoegde plaatje bewaart aldus een blijvende herinnering aan het bezoek). Bij uitstedigheid van onzen voorzitter prof. Brugmans, die tot zijn leedwezen door ambtelijke bezigheden niet aanwezig kon zijn, heeft onze vice-voorzitter de heer J. Th. Boelen, namens allen aan de commissarissen en met name aan Commandant Oderwald en zijn officieren, hartelijk dank gebracht voor de heusche ontvangst en de zorgvuldige regeling. Het is zeer belangwekkend geweest om de instelling te bezichtigen waar van jaar tot jaar een groot aantal jongelieden worden opgeleid tot bekwame stuurlieden en gezagvoerders van onze koopvaardij, die de Nederlandsche vlag op alle zeëen in eere brengt en zoo aanzienlijk bijdraagt tot de welvaart van het vaderland. Dit besef, verheffend voor ieder Nederlander en inzonderheid voor bewoners van het scheeprijk Amsterdam, is door het bezoek sterk verlevendigd en daar zijn wij dank - baar voor. Allen hebben zeker een uitstekenden indruk gekregen van de opleiding en van den goeden geest onder de kweekelingen. Daarbij hebben wij ook kunnen ervaren, met welke sterke banden allen die hier hunne opleiding kregen, aan de school blijven verbonden. Toen op 28 Februari 1914 het feit werd herdacht dat de school honderd jaar te voren in eere was hersteld, hebben de oud-kweekelingen een bedrag bijeengebracht waardoor een aanzienlijke vergrooting van de gezel - schapszaal mogelijk werd. Daarom kreeg zij den naam van „reuniezaal” en daar werd toen een gedenksteen met opschrift inden muur geplaatst. De schenkers hebben dien dag mede feestelijk gevierd en deze reunie heeft den stoot gegeven tot de oprichting van de „Vereeniging van Oud-Kweekelingen”, in 1917. Het initiatief en de stuwende kracht zijn daarbij uitgegaan van den heer H. Hissink, oud-kweekeling van 1857, sedert 1917 ook Commissaris van het Fonds, die tot het vorige jaar voorzitter is geweest van de Vereeniging en eerelid is geworden. Bij het 10-jarig bestaan heeft zij aan kweekschool een vlag ten geschenke gegeven. Wanneer de leden elkander, zelfs in verre havens ontmoeten, halen zij gaarne herinneringen op aan „de Kweek” en voor zoover zij op dat tijdstip aan den wal zijn, houden deze gezagvoerders en stuurlieden inde groote vaart, elk jaar hier ter stede een feestelijke reunie. Dergelijke blijken van gehechtheid en erkentelijkheid aan de instelling waar zij hunne opleiding hebben genoten, leggen welsprekend getuigenis af voor de degelijkheid en het groote nut van de Kweekschool voor de Zeevaart. EEN FRANSCH OORDEEL OVER DE KWEEKSCHOOL VOOR DE ZEEVAART IN 1802 De hier bedoelde bezoeker was Felix Faulcon, een jurist en politicus uit Poitiers, die tijdens de Revolutie de verschillende wisselingen in het staatsbestuur van nabij had beleefd. Zoowel de Assemblée constituante als de Raad der 500 telden hem onder hun leden. Na de emoties van den 18den Brumaire meende hij recht te hebben op eenige nuttige ontspanning voor zijn leergragen geest: „je touche a I’age I’on n’apprend plus rien, et je tacherai de profiter du temps qui me reste, pour apprendre encore quelque chose.” Die ontspanning zocht en vond hij in verschillende reizen. Na in 1801 België te hebben bezocht, begaf hij zich het volgend jaar weer op weg, ditmaal om kennis met ons land te maken, een kennismaking, die hem niet teleurstelde, al betuigt hij tenslotte zijn instemming met den versregel: „Plusje vis d’étrangers, plus j’aimai ma patrie.” Zijn ervaringen 70