Tekstweergave van GA-1928_MB015_00074
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM
jl.
(ocht.)
bevat
een
feuilleton
van
Broer
Jansz
met
afbeeldingen
van
den
Overtoom
vóór
de
demping.
De
buurtvereeniging
overweegt
plannen
voor
het
houden,
in
het
najaar,
vaneen
tentoonstelling
in
het
Stedelijk
Museum,
waar
dan
vooral
schilderijen
en
prenten
uit
gemeentelijk
en
particulier
bezit
bijeengebracht
zou
-
den
worden.
De
Breero-Club.
De
schrijver
van
de
hiermede
aangeduide
bijdrage
in
het
25ste
Jaarboek,
mocht
een
waardeeren
-
den
brief
ontvangen
van
Mr.
M.
G.
L.
van
Loghem
(als
dichter
Fiore
della
Neve),
een
van
de
vier
nog
overgebleven
leden
van
de
Breero-Club,
thans
te
Florence
woonachtig.
Op
zijn
hoogen
leeftijd
mag
hij
zich
verheugen
in
goede
gezondheid,
helderheid
van
geest
en
onverzwakt
ge
-
heugen.
De
heer
Van
Loghem
betuigt
ingenomenheid
met
het
herdrukken
van
de
geestige
oorkonde
en
het
reglement
van
de
club,
stukken
die
wel
uiterst
zeld
-
zaam
moeten
zijn
en
waarvan
hijzelf
geen
exemplaren
meer
bezit.
In
zijne
herinne
-
ring
schakelen
de
geanimeerde
vergade
-
ringen
van
de
„Breero-Ghesellen”
zich
aan
die
vaneen
anderen
vriendenkring
van
overeenkomstigen
aard,
genaamd
„Flanor”
en
„waarvan
dr.
M.
B.
Mendes
da
Costa
zeker
alles
nog
weet”.
Tot
hunne
medeleden
in
dit
gezelschap
behoorden
F.
van
der
Goes,
Hugo
Muller,
dr.
H.
C.
Muller,
Jan
Veth,
Roodenburg,
Jan
C.
de
Vos
en
Johan
de
Meester,
die
allen
ook
kwamen
hospiteeren
inde
„Breero-Club”.
Evenals
deze
is
ook
„Flanor”
omstreeks
1890
verdwenen.
Tegelijk
kan
inde
bedoelde
bijdrage
een
hinderlijke
misstelling
worden
her
-
steld,
ten
aanzien
van
de
op
blz.
209
gegeven
levensbijzonderheden
van
dr.
G.
Kalff.
Deze
is
in
1886,
als
opvolger
van
W.
J.
Hofdijk,
leeraar
geworden
aan
het
gymnasium
te
Amsterdam.
Eerst
in
1896
(dus
niet
in
1887),
na
het
overlijden
van
prof.
Moltzer,
werd
hij
benoemd
tot
hoog
-
leeraar
te
Utrecht.
Geslacht
van
der
Crab.
Bij
Mar
-
tinus
Nijhoff
is
ineen
voorbeeldig
uit
-
gevoerd,
met
enkele
wapenteekeningen
versierd
boekje
verschenen,
een
biogra
-
phisch-genealogisch
overzicht
(1500
—
1900)
van
„Het
geslacht
Vander
Crab
en
aanverwante
familiën”
Het
geslacht
vindt
zijn
bakermat
in
Dordrecht
en
heeft
zich
vooral
daar
en
te
Rotterdam
uitgebreid.
In
jongeren
tijd
ook
te
Am
-
sterdam.
Tot
de
aanverwante
Amster
-
damsche
geslachten
behooren
Hartsinck
(Boon
Hartsinck),
Van
Tijen,
Schlencker,
Strumphler,
Hooft,
Van
de
Poll
en
Six.
Comenius.
Te
Praha
(Praag)
is
een
omvangrijk
geïllustreerd
boek
verschenen
onder
den
titel;
„Jana
Amose
Komenské
-
lio
posledni
utulek
a
hrob
(Holandesko
a
Naarden)”.
Hetgeen
beteekent:
Jan
Amos’
Comenius’
laatste
toevluchtsoord
en
graf
(Nederland
en
Naarden).
Dit
is
de
vertaling
in
het
Tsjechisch
vaneen
uitgebreide
studie
door
onzen
stadgenoot,
den
heer
R.
A.
B.
Oosterhuis,
med.
docts.
Hoofdzaak
vormt
het
ver
-
blijf
van
Komensky
te
Amsterdam,
daarna
te
Naarden
en
alles
wat
in
ver
-
band
staat
met
zijn
graf
aldaar.
Een
ongerechtvaardigd
oordeel
OVER
DE
WONINGVOORZIENING.
Het
Engelsche
„Architect’s
Journal”
bevat,
onder
den
titel
~A
cure
for
slum
makers”,
het
volgende
misleidende
stukje.
I
do
not
think
that
in
this
country
we
shall
see
adopted
the
drastic
method
enforced
at
Amsterdam
for
dealing
with
the
slum
problem.
There
the
authorities
have
definitely
come
to
the
conclusion
that
is
it
only
waste
of
public
money
to
place
persons,
who
do
not
know
to
live
cleanly,
into
new
houses
until
they
have
heen
taught
not
to
be
dirty
and
destructive
in
their
habits.
Out
of
the
hundreds
of
persons
who
have
applied
for
municipal
houses
a
large
number
have
been
placed
in
training
colonies.
These
are
rather
crude
buildings
erected
on
the
waste
places
between
some
of
the
canals!
About
fourty
families
are
placed
in
each
colony,
and
are
subjected
to
strict
discipline.
This
drastic
plan
'has
had
the
immediate
effect
of
reducing
by
about
75
per
cent.
the
number
of
persons
who
wish
to
obtain
houses
provided
at
low
rents
at
the
public
expence.
Conse
-
quently
the
apparent
magnitude
of
Amster
-
dam’s
problem
has
been
greatly
reduced.
As
compared
with
English
standards
of
housing
the
new
Dutch
houses
are
far
more
rudimen
-
tary.
As
for
the
training
colonies,
our
modern
workhouses
are
palaces
in
comparison.
66