Tekstweergave van GA-1928_MB015_00012

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM Charles Boissevain en Mr. A. Polak hebben in trouwe samenwerking' het Handelsblad hoog boven Amsterdamsch peil gehouden, de eerste als schrijver der veelzijdige en geliefde artikelen „Van Dag’ tot Dag”, de tweede als politiek-hoofdredacteur. Mr. Polak heeft in 1907, Charles Boissevain in 1908 de hoofdredactie neergelegd. Zij werden opgevolod door de heeren A. G. Boissevain en Mr. J. Kalff Jr., die reeds lang redac - teur voor kunst en letteren aan het blad was geweest. Deze is de eenige hoofdredacteur geworden en gebleven sedert het overlijden in 1922 van den heer A. G. Boissevain, die evenals zijn vader tegelijk directeur van het blad is geweest en door den heer Ir. A. Heldring werd opgevolgd. Tot 1898 werd het Handelsblad steeds gedrukt door de firma C. A. Spin, daarna kreeg het een eigen drukkerij. In 1899 werd de onderneming omgezet ineen naamlooze vennootschap. Het tegenwoordige gebouw door nu wijlen Eduard Cuypers ontworpen, kon in November 1903, bij de.viering van het 75-jarig bestaan, worden betrokken. Ziedaar slechts enkele data. Onder de vele medewerkers wenschen wij uiteen vroeger tijdvak althans een man te noemen die zich voor de geschiedenis en de plaatsbeschrijving van Amsterdam bijzonder ver - dienstelijk heeft gemaakt. Wij bedoelen Martin Kalff (1847—1897), die met grooten ijver in het Handelsblad ontelbare artikelen heeft geschreven over tooneel, kunst en kunstnijverheid, maar van wien ook bundels zijn verschenen getiteld: „In het hartje der Stad” en „Amsterdam in plaatjes en praatjes”. Een ander dagelijksch medewerker van het Handelsblad dit behoort hier te worden geboekstaafd de heer E. W. de Jong, thans nog als bibliothecaris aan het blad werkzaam, is enkele jaren mede - bestuurder van Amstelodamum geweest en tegelijk een nauwgezet kro - niekschrijver in onze Jaarboeken. Een heilwensch aan de honderdjarige. VAN ATHENAEUM TOT UNIVERSITEIT Ter gelegenheid van het gouden feest der Universiteit van Amsterdam hebben Curatoren een gedenkboek uitgegeven, dat onder bovenstaanden titel de geschie - denis van het athenaeum gedurende de negentiende eeuw beschrijft. Die periode is voor het oude athenaeum een tijd geweest van inwendigen bloei, maar tevens van uitwendige decadentie. Wat toch was het geval? Ook inde negentiende eeuw heeft de oude instelling van hooger onderwijs uitnemende mannen van weten - schap aan zich weten te verbinden; wij behoeven slechts de namen te noemen van Cras, Van Swinden, Wijttenbach, Van Lennep, de Vroliks, Moll, Den Tex, Des Amone van der Hoeven en zoovele anderen, die den wetenschappelijken naam van Amsterdam hoog hebben gehouden. In geestelijken zin was het athenaeum geen oogenblik in verval. ikk eft de . ou< le school inden loop van den nieuwen tijd moeilijke dagen beleefd. De zwarigheden vloeiden voort uit de lastige aanpassing van het weldra twee eeuwen oude instituut aan de wettelijke en maatschappelijke eischen van 4