Tekstweergave van GA-1928_MB015_00011

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM den Biesen achteraf gelijk en reeds in 1831 kon hij terugkeeren. Intusschen hadden de Gebroeders Diederichs het Handelsblad van Den Hengst overgenomen en het orgaan herrees, pro tónna vereenigd met „de Nieuwe Amsterdamsche Courant”, die zij hadden willen oprichten, opnieuw onder de bekwame leiding van Van den Biesen, hoofdredacteur en voor de helft ook eigenaar. Thans verscheen het orgaan, wederom iederen dag, bij C. A. Spin op de Bloemmarkt 229, en merkwaardigerwijze is het, ondanks alle verandering van behuizing, op dezelfde plek gebleven tot den huldigen dag. Die oude plaatsbepaling bewijst tegelijk, dat de bekende uitdrukking „orgaan van de Pijpenmarkt” historisch onjuist is, want hier ter plaatse was de Bloemmarkt, de Pijpenmarkt daarentegen aan den overkant van den Voorburgwal, bij het Goudsche veer, waar dagelijks veel Goudsche pijpen werden aangevoerd. Van den Biesen vond steun en aanmoediging bij Koning Willem I. Het blad werd een orgaan van invloed, een steun voor de regeering, maar met behoud van zelfstandigheid en eigen oordeel. Tot 1845 is de oprichter op zijn post gebleven. Wegens gezondheidsredenen moest hij rust zoeken in het buitenland en, met de zijnen onderweg naar Wiesbaden, is hij ineen zomernacht, op den Rijn tusschen Keulen en Coblentz over boord gevallen en verdronken. Dit was het droevig einde van den man die het blad had gesticht en opgevoerd tot een orgaan van beteekenis. Over degenen die na hem zijn gekomen, moeten we in dit bestek veel korter zijn. De advocaat Mr. Louis Keyzer, reeds eenigen tijd medewerker onder Van den Biesen, is hoofdredacteur geweest van 1845 tot aan zijn dood in 1857. Hij was een overtuigd Thorbeckiaan. Het blad heette nu libe - raler dan voorheen en ten bewijze daarvan werd het bestreden door de conservatieven. De volgende hoofdredacteur was niemand minder dan Mr. S. A. Vening Meinesz en hij is het gebleven tot 1865, toen hij inden Gemeenteraad werd gekozen; waarna hij achtereenvolgens wethouder van financiën is geworden (1869), daarop Burgemeester van Rotterdam (1872) en ten slotte (1891 —1901) Burgemeester van de hoofdstad. De heer A. G. C. van Duyl, te voren verbonden aan „de Nieuwe Rotter - damsche Courant”, heeft volle twintig jaren de leiding gehad, van 1865 tot in 1885, toen hij met pensioen de courant verliet. Hij werd opgevolgd door twee persoonlijkheden die elkander op voorbeeldige wijze hebben aange - vuld; de letterkundige Charles Bóissevain, die reeds in 1865 onder den naam Fantasio zijn eerste „lersche brieven” had geleverd, en de jurist Mr. A. Polak, die mede reeds sinds 1867 aan het blad was verbonden. In 1882 heeft het Handelsblad, door de dreigende concurrentie van „De Amsterdammer, Dagblad voor Nederland” daartoe aangespoord, ook een ochtendblad gekregen. 3