Tekstweergave van GA-1928_JB025_00177
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
mee
te
krijgen,
na
vele
vergeefse
pogingen
om
ook
Amsterdam
tot
consent
te
be
-
wegen,
in
arren
moede
Pauw
toenep:
„Maakt
dan
zelf
een
resolutie.’
antwoordde
deze
zeer
ter
snede;
„Wij
willen
geen
resolutie,
maar
een
synode."
1
Inderdaad,
in
deze
beide
woorden,
was
de
ganse,
onoverbrugbare
tegenstelling
tussen
dein
geding
zijnde
partijen
scherp
en
kernachtig
uitgedrukt.
Intussen
verklaarde
Amsterdam
desgevraagd
eenige
maanden
later,
met
Enk
-
huizen
en
Edam,
de
enige
haar
getrouw
gebleven
zustersteden,
zich
er
met
tegen
te
zullen
verzetten,
wanneer
de
voorstemmende
steden
de
„resolutie
in
eigen
kring
in
toepassing
brachten.
Wanneer
nu
alléén
Edam
zoo
gesproken
had,
met
Enkhuizen
erbij
desnoods!
Maar
dat
Amsterdam
zich
afzijdig
hield,
dat
het
zich
niet,
hoezeer
tegenstemmende,
ten
minste
overstemd
wilde
verklaren,
was
een
ernstig
feit,
waarvan
Oldenbarnevelt
en
De
Groot
de
betekenis
volkomen
doorzagen.
Toen
dan
ook
de
Advocaat
„geconcludeerd
had
met
de
meeste
stemmen”,
werden,
in
dezelfde
zitting
nog,
Gecommitteerde
Raden
gelast
„met
de
eerste
gelegentheit
bij
alle
mogehjke
middelen,
en
ook
bij
hesendinge,
de
voorschreve
drie
Steden
tot
conformiteit
(te)
bewegen.
Inderdaad,
de
tijden
waren
er
niet
naar,
om
een
nieuwe,
aan
de
kimmen
verschij
-
nende
moeilijkheid,
de
kwestie
van
de
«Herstemming,
op
te
roepen.
Zij
was
er
trouwens
en
beheerste
dreigend
de
situatie.
2
Als
de
berg
dan
met
bij
Mozes
kwam.
..
.
Toch
zou
het
nog
twee
jaar
duren
voor
gevolg
werd
gegeven
aan
het
besluit
tot
bezending
van
Amsterdam.
*
*
*
„Nil
dificillus
in
mundo
esse
video
quam
Ecclesiam
fundare”
(Petrus
Martyr),
gebruikt
Hooyer
als
motto
voor
zijn
bekend
boek
over
Oude
Kerkordeningen.
Olden
-
barnevelt
zei:
„lek
geloove
dit
poinct
wel
die
swaerste
questie
te
wesen,
als
meei
importeerende
dan
die
subtile
ondersouckinge
ende
verscheyden
gevoelen
opte
1
Zie:
Dr.
H.
C.
Rogge,
Johannes
Wtenbogaert
en
zijn
tijd.
2
Zie
over
dit
vraagstuk
mijn
Voordracht,
gehouden
op
het
Xllde
Nederlandse
Philologen
-
congres
te
Utrecht,
afzonderlijk
uitgegeven
bij
J.
B.
Wolters,
Groningen—Den
Haag,
1927,
onder
de
titel:
Amsterdam
en
Holland,
voor
en
na
de
koersverandering
te
Amsterdam
inde
eerste
jaren
na
1620
.
Aldaar,
bl.
6,
vv.
Aangezien
het
theoreties
ónmogelijk
was
in
gewichtige
zaken
een
wettig
besluit
bij
meerderheid
van
stemmen
te
nemen,
kon
men
prakties
een
meerderheidsbesluit
niet
uitvoeren
wanneer
een
macht
als
Amsterdam
zich
er
tegen
kantte.
129