Tekstweergave van GA-1928_JB025_00090

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
1610 het volgende aangeteekend: „De dedicatie van het boek in Arabische taaie bij eenen Jan Theunisz van Amsterdam gesien zijnde, is deselve daer over vereert met 200 guld. en het boek geschonken aan de Umversiteit tot Leyden omme inde Bibliotheque geleid te werden' x . Hoogstwaarschijnlijk is hiermede het handschrift bedoeld van het eenige bekende door Jan Theunisz indruk uitgegeven werk op het gebied van het Arabisch; „D. Pauh Apostoh Epistola ad Titum, Arabice; cum Joannis Antonidae Alcmariani mterhnean versione Latina ad verbum. In officina Plantiniana Raphelengii [Leiden] 1612 2 . Naar Prof. Dr. C. Snouck Hurgronje zoo vriéndelijk was mij mede te deelen, blijkt wel uit dit werk, dat de kennis van het Arabisch, waarover Jan Theunisz beschikte, vrij gering was. Laatst - genoemde verhaalt zelf inde voorrede, dat het de editie is vaneen Arabisch hand - schrift, hetwelk Mattheus Sladus (f 1628) een uitgeweken Brownist, die in 1398 tot rector was benoemd van de Latijnsche School inde Koestraat te Amsterdam uit Oxford had verkregen 3 . Het request van Jan Theunisz eindigt met de verzekering, dat hij gaarne ten dienste zou staan van het „gemene besten om onderwijs te geven in het Arabisch, doch omdat anders „sijn huissaacken .... schaden souden lijden verzoekt hij „hem enige jaarlicx tractement toe te leggen .... totdat uwer E. van des suppliants weten - schap ende getrouwen arbeyt ten volle sal verseckert zijn . Aan het request was toegevoegd een getuigschrift m het Latijn van zijn leerling Isaacus Bernardus (Amsterdam dd. 6 Oct. 161 I) en een dito in het Spaansch van den Secretaris van den Maroccaanschen gezant. Het laatste, dat meer vleiend dan waarheidsgetrouw lijkt, luidt aldus: „Hago fee por la presente a Jhoan Thuniss, que de su conversacion y 1 Zie Molhuysen t.a.p. en Dr. Heermga, Bronnen Levantsche Handel, dl. I, blz. 180. 2 Molhuysen, dl. 11, blz. 42 en N. Ned. Biogr. Woordenboek dl. IV, kol. 54. Het Biographisch Woor - denboek van Vander Aa dl. I, blz. 323, geeft den titel onjuist weer en laat het werk in Antwerpen verschijnen. Het titelblad en de eerste pagina worden gereproduceerd op afb. 4. 3 De voorrede luidt; .Joannes Antonides Lectori. Benevole Lector, cum in usum eorum qui in Aca - demia Lugduno-Batava Arabicae hnguae studio delectantur, quorum numerus non infrequens est, quorumque conatibus promovendis operam meam addicere aveo, desideraretur textus aliquis Arabica lingua conscriptus, in quo se primis Initlis exercere possent, consultum duxi Epistolam hanc D. Pauli ad Titum, cum versione mea Latina ad verbum, evulgare. Eam ego nactus sum beneficio doctissimi vin D. Rectons Scholae Amsterdamesis Matthaei Sladi, in eadem etiam lingua non vulgariter versati. Acceperat autem ille Oxonia, transscriptam a losepho Abudacno viro Aegyptio. Hoe itaque exemplar fideliter hic in omnibus expressum habes, nisi quod allquoties quae deerant puncta vocaha ad normam Grammatlcae supplevi. Vale.” 42