Tekstweergave van GA-1927_MB014_02092

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM duidelijk, neen hij bewees, dat zij in overouden tijd uitliepen op veren, naar de Yolenwijk en naar den overwal in Waterland. Zij voerden niet naar Amsterdam, want dat bestond nog nauwelijks toen Ransdorp de belangrijkste plaatswas in Waterland. Veel later eerst is de westelijkste van die wegen, de hoofdweg geworden naar de Stad. De gevoltrekkingen zijn deze, dat vóór den tegenwoordigen Zeeburg en Diemerdijk tot aan Huiden, in histori - schen tijd land heeft gelegen en dat dit land was beschermd dooreen dijk; dat het IJ dus daarna belangrijk is verwijdden dat behalve die hoofdweg naar de Stad, de andere, „af - geknotte”, wegenpractischzijn vervallen door de uitbreiding van deDiemermeer en door het achteruit gaan van de plaatsen in Waterland bij den opbloei van Amsterdam. De heer Van Balen heeft aldus nieuw licht doen opgaan over de geschiedenis en den geo - logischen toestand vaneen belangrijk gebied inde onmiddellijke nabijheid van onze stad. HET BEZOEK AAN HET TRIPPENHUIS EN HET WIJNKOOPERS - GILDEHÜIS Aan de oproeping op bl. 88 hebben vele leden van Amstelodamum met hunne dames gevolg gegeven, want ongeveer 250 toegangskaarten werden verzonden en blijkbaar hebben slechts enkelen zich door de slechte weersgesteldheid laten weerhouden. Het to - taal t as voor een enkelen rondgang te groot en daarom werden de belangstellenden ver - deeld in vier groepen, welke zich op Maandag 21 en Dinsdag 22 November, onderschei - denlijk ten twee en ten drie uur des middags, voor de bezichtiging in het Trippenhuis aanmeldden. Hier zijn den eersten dag toelichtingen gegeven door prof. Brugmans, onzen voorzitter, die zich als lid van de Kon. Academie van Wetenschappen als thuis gevoelde, den tweeden dag door den heer A. G. Koenders, den administrateur der Academie, die zelfs in het groote gebouw wóónt. De tocht ging regelrecht opwaarts naar de ruime zolders met hun zware eikenhouten bekapping. Daarna afdalende, wandelden de bezoekers door de lokalen welke zijn ingenomen door de omvangrijke en kostbare boekerij; zij konden een kijkje nemen inde Bilderdijk-, de commissie- en de bestuurskamer. In deze en andere vertrekken zagen zij geschilderde, gegraveerde en gebeeldhouwde portretten van vroegere, vermaarde mannen der wetenschap. Ook konden zij, steeds onder deskundige voorlichting, de fraaie en kunstrijke versieringen, de schilderijen aan de wanden en aan de plafonds bewonderen, welke voor een groot deel zijn overgeleverd uit den tijd van de gebroeders Trip, stichters en bewoners van het monumentale tweelinghuis. Niet zonder den eer - biedigen schroom die leeken past, verzamelde het heele gezelschap zich daarna inde ver - gaderzaal van de Nederlandsche „immortels”, leden van het hoogste wetenschappelijke lichaam in ons land, die hier tweemaal inde maand bijeenkomen. En ten slotte vereenig - den allen zich inde ruime receptiezaal, waar vóór de verhuizing naar het Rijksmuseum in 1885, ook de Nachtwacht was geplaatst, —• volgens de overlevering onder de meest ge - wenschte belichting. Door de vriendelijke zorg van het bestuur der Academie, konden de dames en heeren zich eenige oogenblikken verpoozen bij een kopje thee. Na een kleine wandeling bereikte men het voormalige Wijnkoopers-Gildehuis. Wel moet het gebouw inde Koestraat in omvang en rijke versiering onder doen voor het Trippenhuis, maarde bezoekers betuigden toch onverdeelde bewondering en waardeering voor de wijze waarop het, met zoo blijkbare toewijding en zorg, uiteen diep verval is opgeheven en een eerlijke, gewetensvolle reconstructie vertoont vaneen der vele gilde - huizen die in Amsterdam zijn geweest, maar waarvan er nog slechts drie zijn aan te wij - zen. Dat van de oude confrérie der wijnkoopers is van dit drietal stellig het best bewaarde. De heer J. Th. Boelen, onze viee-voorzitter, door andere qualiteit hier ter plaatse op eigen terrein en geheel thuis, is op beide dagen opgetreden als voorlichter en ook als gastheer, want de bezoekers konden zich verkwikken aan een glas zuidelijken wijn, het - geen bij het gure weer temeer op prijs werd gesteld. 92