Tekstweergave van GA-1927_MB014_02086
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM
Weinig
dames
gaan,
tusschen
twee
of
drie
ure,
met
modes
van
gezette
prijzen,
op
de
pantoffelparade
wandelen.
Na
en
vóór
dien
tijd,
ja,
dan
is
er
een
bont
allerlei
zigtbaar,
want
de
burgerklasse
wil
toch
ook
die
baan
betreden.
Men
sukkelt
er
langs
met
eenen
zwerm
van
kinderen;
kortom
de
kasten
van
het
Zondagsche
goedje
zijn
uitgehaald,
en
men
hangt
het
te
luchten.
Menig
huisvader,
wier
bezigheden
gedurende
de
werkdagen
verhinderd
hebben
zijn
vrouwtje
af
te
stappen
(eene
koddige
uitdrukking,
die
ik
onlangs
hoorde)
doet
het
dien
Zondag
morgen,
en
geeft
er
zijn
koffiehuis
aan.
Zij
die
paarden
hebben,
laten
dezelve
monsteren,
en
de
manége-
paarden,
o!
die
zijn
ge
-
zadeld
en
loopen,
als
zij
niet
anders
kunnen,
op
drie
pooten
door
de
plantaadje.
Men
ziet
er
een
jongen
koopmanszoon,
zoowel
als
den
eersten
klerk
vaneen
notaris
of
procureur
figureren.
De
eene
draaft;
de
andere
galoppeert
er,
en
gezondheidshalve
ziet
men
er
menig
zestigjarige
vrijer
henen
sukkelen.
Ja,
deze
parade
levert
een
wijd
veld
ter
schetsing
op.
Sommigen,
vermoeid
van
het
heen
on
weer
drentelen,
verpoozen
zich
inde
zaal
van
het
park,
en
ademen
er
den
tabaksgeur
in
der
ïïavana-cigaren,
die
soms
rookkolommen
genoeg
daarstellen,
om
elkander
niet
te
kunnen
zien.
Eene
vriendelijke
vrouwenschaar
laat
zich
dit
welgevallen,
als
zij
maar
bij
het
inkomen
en
uitgaan
der
zaal
gezien
zijn
geworden.
Wipt
een
vlugtige
knaap
hen
na,
en
biedt
deze
den
arm,
dan
zal
men
dien
niet
weigeren,
daar
hare
vriendinnen
reeds
gevolgtrekkingen
maken.
~Hé!
zie
eens,
dat
wordt
vast
een
paar
.
Zoo
zeker
niet,
kleine
lonkster!
Al
biedt
men
iemand
de
hand,
dan
is
het
nog
niet
zeker,
dat
men
die
weg
-
schenkt.
Het
trouwen
heeft
dezer
dagen
veel
voeten
inde
aard.
Men
behoeft
een
voldoend
bestaan,
en
onder
het
woord
„voldoend”
wordt
veel
begrepen,
ter
bewoning
vaneen
huis
met
eenen
tuin.
Van
het
houden
van
twee
dienstboden.
Van
eenen
oppasser
voor
mijnheer.
Vaneen
bepaalde
som
voor
het
toilet
van
mevrouw.
Van
eene
dito
voor
dagelijksche
uit
-
gaven.
Mijnheer
betaalt
mobilair,
personeel
enz.
en
dat
maakt
met
de
opcenten
ook
nog
al
een
goed
sommetje
uit.
En
dan
kan
men
toch
niet
wel
als
kluizenaars
leven;
men
moet
zijne
aanverwanten
en
vrienden
kunnen
zien;
vele
vrienden,
ontelbare
vrienden,
die
de
eerste
dagen
van
het
huwelijk
de
jonggehuwden
komen
bezoeken.
De
onderaardsche
bi
-
bliotheek
moet
klassiek
zijn.
De
kok
moet
niet
te
ver
uit
de
buurt
wonen.
Een
speelbeursje
ten
dienste
van
schouwburg
en
concerten
is
een
behoefte;
kortom,
men
behoeft
een
goed
inkomen,
als
men
wil
trouwen
en
gelukkig
zijn,
want
het
hedendaagsch
geluk
bestaat
dan
toch
veelal
daarin,
dat
men
van
alles
voor
het
minst
genieten
kan.
Ja,
hetgene
men
genot
noemt
is
zoo
betrekkelijk.
Men
zoekt
het
veelal
buiten
zijne
woning,
omdat
men
het
waarachtige
levensgenot
tot
zijnent
verwaarloost.
Maar
waartoe
deze
filozofie!
Wie
filozofeert
op
deze
paradeplaats,
die
wij
daar
ontloopen
terwijl
wij
eenen
zijdelingschen
weg
inslaan;
neen,
nog
een
oogenblik.
Al
waren
wij
ook
in
het
park,
wij
keerden
nogthans
op
de
Keizers-
en
Heerengrachten
terug,
die
met
zoo
vele
fraaie
gebouwen
is
versierd,
en
achter
wier
spiegelglazen,
ontluikende
bloembollen
in
prachtvolle
bloemmanden,
piramidesgewijze
geschaard,
prijken.
Het
schoon
geslacht
zit
als
het
ware
in
deze
tuinen,
en
oogt
uit
dezelve
den
wandelaar
na;
dikwerf
met
een
kri
-
tisch
oog.
Soms
nieuwsgierig
zijnde,
om
te
weten
waar
deze
of
gene
hoed,
fraai
of
niet
fraai
gevonden,
gekocht
is,
welke
naaister
dezen
of
genen
jas
toch
wel
gefatsoeneerd
mag
hebben,
en
wie
of
eenen
anderen,
van
voren
opwippende
en
te
kort
van
lijf,
wel
heeft
versneden.
Zoo
brengt
men
een
deel
van
den
morgen
door,
wanneer
men
zelve
niet
op
de
baan
'paradeert,
eene
zoo
luisterrijke
baan,
die
Amstels
ingezetenen
handhaven,
in
navol
-
ging
van
het
Park
te
Brussel
en
de
boulevards
des
Italiens
te
Parijs”.
AMSTERDAMSCHE
MAKELAARS.
In
het
Gedenkboek
der
Makelaarsvereeniging,
die
onlangs
haar
gouden
feest
vierde,
gaf
de
heer
0.
D.
van
Vliet
een
overzicht
van
de
geschiedenis
der
Amsterdamsche
makelaardij.
Reeds
inde
middeleeuwen
waren
er
makelaars
in
Amsterdam;
het
vak
was
toen
een
vrij
86