Tekstweergave van GA-1927_MB014_02083
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM
wetenschappen.
Maarde
Academie
kon
ook
daardoor
zich.
hoe
langer
hoe
minder
goed
voegen
in
het
samenwonen
met
het
rijksmnseum,
dat
zelf
ook
trouwens
hier
niet
bijzonder
goed
en
comfortabel
was
gehuisvest.
De
oplossing
lag
voor
de
hand:
bouw
vaneen
nieuw
rijksmnseum
en
aanvaarding
van
het
geheele
Trippenhuis
door
de
Academie.
Zoo
werd
ten
slotte
ook
de
zaak
geregeld.
In
1885
werd
het
nieuwe
rijksmuseum
aan
de
Stadhouderskade
geopend
en
kreeg
dus
de
Academie
de
beschikking
over
het
geheele
gebouw.
Terzelfder
tijd
deed
de
stad
haar
eigendom
van
de
zuiderhelft
over
aan
het
rijk;
de
betaling
geschiedde
met
gesloten
beurzen,
daar
inde
koopacte
de
kwijting
door
de
stad
werd
opgenomen
van
de
door
haar
toegezegde
bij
-
drage
inden
bouw
vaneen
nieuw
rijksmuseum.
En
als
oud-patricisch
huis
en
als
zetel
van
het
hoogste
wetenschappelijk
lichaam
van
Nederland
verdient
dus
het
Trippenhuis
onze
aandacht
ten
volle.
H.
BBUGMAKS.
HET
VOORMALIG
WIJNKOOPERS-GILDEHUIS
De
plaats
waar
het
voormalig
Wijnkoopers-Gildehuis
staat,
behoorde
inde
middeleeuwen
tot
een
complex
gebouwen
van
het
Bethaniënklooster.
Toen
na
de
alteratie
in
1578
de
kloosters
door
de
stad
waren
genaast,
werd
het
Bethaniënklooster
gesloopt
en
op
het
terrein
kwamen
de
Koestraat,
de
Bethaniënstraat
en
de
Bethaniëndwarsstraat.
Het
Wijnkoopers-Gildehuis
is
gevestigd
Koestraat
10
en
12
x
).
Op
de
kaart
van
Oornelis
Anthonisz.
van
1544
is
het
Bethaniënklooster
afgebeeld,
op
die
van
Pieter
Bast
van
1597
komt
de
Koestraat
reeds
voor,
doch
de
plek
waar
het
Gilde
-
huis
zou
komen
is
daar
nog
onbebouwd.
Op
de
kaart
van
Balthazar
Floriszn.
van
1625
is
het
Wijnkoopers-Gildehuis
afgebeeld.
Het
perceel
moet
dus
gebouwd
zijn
tusschen
1597
en
1625.
Van
de
vele
gildehuizen
welke
Amsterdam
in
vroeger
eeuwen
telde,
zijn
het
hier
be
-
doelde,
dat
van
het
Koorndragersgilde
en
het
Makelaarskantoor,
de
laatste
overgeblevene.
Nadat
in
1621
de
officieel
erkende
en
wettelijk
geregelde
„Confrérie
van
Wijnkoopers”
Avas
opgericht,
had
deze
aanvankelijk
haar
woning
in
gehuurde
kamers,
zoo
schreef
dr.
Joh.
C.
Breen
in
het
Jaarboek
der
Yereeniging
van
Kederlandsche
Wijnhandelaars
1917
(blz.
171).
„Weldra
evenwel
zagen
Gecommitteerden
uit
naar
een
eigen
woning
en
toen
18
Januari
1630
door
de
Stad
het
huis
De
Toelast
aan
de
Zuidzijde
van
de
Koestraat
(thans
no.
10)
werd
in
veiling
gebracht,
kochten
zij
dit
perceel
voor
de
som
van
ƒ
7818.
De
koop
werd
met
een
feestje
gevierd;
„verteert
ƒ
40”,
boekte
de
penningmeester,
doch
daar
het
„treckgeld”
of
de
plok
35
gld.
4
st.
bedroeg,
behoefde
uit
de
kas
slechts
4
gld.
16
st.
„aent
gelach”
te
worden
bijgepast.
In
1633
is
het
huis
vermoedelijk
door
de
confrérie
betrokken.”
J
)
Bij
het
bezoek
door
de
leden
van
Amstelodaraum
aan
het
hier
beschreven
gebouw
(zie
de
bestuurs
-
mededeeling
op
blz.
88)
worde
ook
aandacht
gewijd
aan
het
tegenovergelegen
schoolgebouw
Koestraat
nr.
5
en
het
inden
voorgevel
daarvan
voorkomende
borstbeeld
van
Jan
van
der
Heyden.
Dit
dagteekent
van
28
Maart
19J2,
toen
het
op
den
dag
af
200
jaar
was
geleden,
dat
de
groote
schilder,
uitvinder
van
de
slang
-
brandspuit
enz.,
daar
ter
plaatse
was
overleden,
waar
hij
de
laatste
30
jaren
van
zijn
werkzaam
leven
had
gewoond.
Op
initiatief
van
Amstelodamum
en
met
den
steun
van
andere
vereenigingen,
is
op
dien
dag
het
inden
gevel
geplaatste
borstbeeld,
na
een
toespraak
van
onzen
voorzitter,
op
plechtige
wijze
door
Burge
-
meester
Röell
onthuld.
Het
elfde
Jaarboek
(1913)
is
voor
een
groot
deel
aan
deze
gebeurtenis
gewijd.
Daarbij
twee
belangrijke
historische
studies
door
dr.
Joh.
C.
Breen
over
Vander
Heyden’s
leven
en
werken,
benevens
een
bijdrage
over
zijn
beteekenis
voor
het
brandwezen,
door
den
heer
J.
Meier,
den
commandant
van
de
brandweer.
83