Tekstweergave van GA-1927_MB014_02075
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM
oprecht
was.
Want
de
universiteit
van
Amsterdam
heeft
zich
ten
volle
een
waardige
plaats
veroverd
onder
de
nniversiteiten
van
Nederland
en
zelfs
van
de
wereld.
Ik
wil
hier
niet
vooral
wijzen
op
de
materieele
verzorging,
die
haai'
vanwege
het
stadsbestuur
altijd
ten
deel
viel,
van
hoe
groote
waarde
het
ook
is,
dat
de
hulpmiddelen
voor
het
onderwijs
steeds
meer
worden
ge
-
perfectioneerd.
Ten
slotte
ligt
ook
hier
de
kracht
niet
inde
materie,
maar
inden
geest.
Ook
in
dit
opzicht
is
Amsterdam
altijd
sterk
en
gelukkig
geweest.
Ik
wil
geen
namen
noemen:
eenige
noemende,
zou
ik
andere
van
even
groote
beteekenis
en
draagwijdte
kunnen
en
zelfs
moeten
voorbijgaan.
Maar
dit
moet
toch
een
ieder
treffen:
in
1877
heeft
men
aan
de
nieuwe
universiteit
op
allerlei
gebied
geestelijke
krachten
weten
te
verbinden,
die
aan
de
jonge
universiteit
dadelijk
kleur
en
klank
gaven
naast
haar
oudere
zusters.
Zoo
kreeg
Amsterdam
onmiddellijk
een
reputatie,
waaraan
het
is
trouw
gebleven,
nu
een
halve
eeuw
lang.
Nog
altijd
zijn
er
zorgen
en
wenschen
ook.
Maar
steunend
op
haar
verleden,
trotsch
op
haar
heden,
kan
de
universiteit
van
Amsterdam
met
vertrouwen
de
toekomst
ingaan.
H.
BRUGMANB.
HET
HERDENKINGSFEEST
DER
UNIVERSITEIT.
De
dag
van
15
October,
belangrijk
voor
de
geschiedenis
der
universiteit,
zal
met
plechtig
-
heid
worden
herdacht.
De
Historische
Commissie
der
Universiteit,
welke
door
den
Acade
-
mischen
Senaat
is
belast
met
het
beheer
van
de
historische
verzameling
der
Universiteit,
zal
de
opening
vóór
een
halve
eeuw
herdenken
dooreen
tentoonstelling,
voornamelijk
uit
die
verzameling,
en
daarmede
een
overzicht
geven
van
de
lotgevallen
van
de
Universi
-
teit
en
van
het
studentenleven
in
het
verstreken
tijdperk.
De
tentoonstelling
wordt
ge
-
houden
van
12
tot
en
met
19
October
in
Kamer
17
van
het
Universiteitsgebouw
inde
Oudemanhuispoort.
Zij
is
geopend
van
10
tot
half
vijf,
des
Zondags
van
1
tot
IJ
uur.
De
toegang
is
kosteloos.
ELECTRICITEITS
VOORZIENING.
In
het
artikel
over
de
ontwikkeling
der
electriciteitsvoorziening
van
Amsterdam,
op
blz.
61
van
dit
orgaan,
kan
een
aanvulling,
misschien
ook
aan
te
merken
als
correctie,
worden
aangebracht.
Dat
het
electrisch
licht
niet
meer
als
een
luxe-artikel
behoefde
te
worden
aangemerkt,
maar
bereikbaar
was
voor
den
eenvoudigsten
burger
en
voor
hem
ook
economisch
in
het
gebruik,
werd
naar
ik
meen
het
eerst
aangetoond
door
de
Woningbouwvereeniging
„Het
Westen”.
Het
eerste
complex
dezer
vereeniging,
bevattende
324
woningen,
gebouwd
aan
de
Nova
Zemblastraat,
Bontekoestraat
en
Tasmanstraat,
werd
in
April
1924
in
exploi
-
tatie
gebracht.
In
deze
woningen
was
een
installatie
aangebracht
voor
gas
en
electriciteit;
voor
zoover
het
gas
betreft,
alleen
naar
de
keuken
om
te
worden
gebruikt
voor
verwarming
en
niet
voor
verlichting.
De
electrische
installatie
diende
voor
de
verlichting.
De
Woning
-
bouwvereeniging
„Het
Westen”
had
op
het
middenterrein
van
dit
complex
een
huisje
doen
bouwen
waarin
decentrale
meter
was
geplaatst.
Elke
bewoner
had
een
tusschen
-
meter.
De
vereeniging
betaalde
den
stroom,
dien
decentrale
meter
aanwees,
en
inde
de
kosten
van
de
bewoners,
die
elk
een
tusschenmeter
hadden.
Het
innen
geschiedde
aldus:
elke
be
-
woner
betaalde
bij
den
wekelijkschen
huurprijs
(die
gemiddeld
omstreeks
ƒ
3.
—
per
week
bedroeg)
25
cent
ter
verrekening
van
het
electrisch
licht.
Maandelijks
werd
de
rekening
afgesloten
én
moest
bijbetaald
worden,
als
de
vooruitbetaling
van
25
cent
te
min
was
gebleken.
Het
kwam
echter
vrij
dikwijls
voor,
dat
met
de
25
cent
te
veel
was
betaald,
75