Tekstweergave van GA-1927_MB014_02071
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM
groote
hoeveelheden
Amsterdamsche
compost
gebruikt,
die
in
schuiten
over
de
Zuiderzee
werd
aangevoerd.
De
maatschappij
telde
van
het
begin
af
vele
Amsterdamsche
leden;
de
vroegere
hoog
-
leeraar
Paulus
van
Hemert
en
de
arts
O.
J.
Nieuwenhuys
behoorden
tot
de
oprichters.
Het
genootschap
„Tot
Nut
en
Beschaving”
leverde
zelfs
zooveel
leden,
dat
het
toestem
-
ming
verkreeg
om
een
afzonderlijke
afdeelmg
te
vormen.
Door
de
opheffing
van
het
Aalmoezeniersweeshuis
verminderde
de
belangstelling,
maar
inde
jaren
1838
tot
1841
is
het
aantal
Amsterdamsche
leden
van
ongeveer
800
tot
2300
gestegen.
H.
van
der
Bijll.
De
toepassing
van
het
stadswapen.—•
De
heer
C.
W.
Crone
wenscht
aandacht
te
vestigen
op
de
vele
afwijkingen,
welke
niet
alleen
particulieren
en
vereenigingen,
maar
zelfs
gemeentelijke
diensten,
zich
veroor
-
loven
inden
voorgeschreven
vorm
van
het
wapen
van
Amsterdam.
Daarvan
geeft
hij
ons
met
teekeningetjes
een
aantal
voor
-
beelden.
Ons
geacht
medelid
vermeldt
daarbij
geen
misteekeningen
van
de
kei
-
zerskroon
(waarover
vroeger
zooveel
te
doen
is
geweest),
maar
van
de
kruizen.
Daar
die
een
weinig
„gestrekt”
voor
-
komen,
zoowel
op
het
telefoonboek,
als
op
de
uitgaven
van
AmMelodamum,
neemt
hij
aan
dat
die
vorm
dus
als
de
tegenwoordig
erkende
is
te
beschouwen.
De
gevolgtrek
-
king
is
juist.
In
1898
heeft
de
gemeente
-
archivaris
mr.
Veder
in
opdracht
van
het
Gemeentebestuur
een
uitgebreid
weten
-
schappelijk
onderzoek
ingesteld
en
daar
-
over
een
rapport
ingediend.
Nadat
B.
en
W.
hieraan
hunne
goedkeuring
hadden
gehecht,
is
bij
geschikking
van
den
Minis
-
ter
van
Justitie
van
14
Juli
1898,
een
nieuw
wapen
voor
Amsterdam
ingesteld
en
inge
-
schreven
bij
den
Hoogen
Eaad
van
Adel.
Dit
alles
is
neergelegd
in
het
geschrift
vanMr.
W.
E.
Veder,
„De
herziene
officieele
voorstelling
van
het
wapen
van
Amsterdam.
Toelichtende
stukken
bij
het
ontwerp
van
B.
en
W.”
enz.
(met
afbeeldingen).
Amst.
S.
L.
van
Looy,
1900.
De
eenvoudige
beschrijving
van
het
eigenlijke
blazoen
(in
andere
bijzonderheden
willen
wij
thans
niet
treden)
luidt:
van
keel,
beladen
met
een
pal
van
sabel,
waarop
drie
verkorte
St.
Andrieskruizen
van
zilver.
Ten
aanzien
van
deze
laatste
merkt
mr.
Veder
op,
dat
het
verkeerd
is
om
de
balken
van
de
St.
Andrieskruizen
elkander
rechthoekig
of
haaks
te
laten
snijden.
Dit
scheen
een
gevolg
van
de
verkeerde
meening,
dat
de
kruizen
eigenlijk
(oorspronkelijk)
molenwieken
moesten
voorstellen.
Zij
belmoren
dus
een
weinig
gestrekt
en
niet
zuiver
rechthoekig
te
zijn.
Andere
traditie
kan
hier
niet
meer
gelden.
Nu
de
vorm
eenmaal
is
vastge
-
steld,
behoort
die
ook
te
worden
gevolgd.
Een
Dtjitscii
schilderij
van
heï
Singel.
Westermanns
MonatsJiefte
van
Juni
1927
vertoont
op
blz.
420
de
gekleurde
reproductie
vaneen
schilderij
door
Hans
Herrmann,
de
hloemmarkt
op
het
Singel
gezien
ongeveer
van
het
gebouw
der
Bur
-
gerwacht.
Het
stuk
is
op
de
Grosse
Ber
-
liner
Kunstausstellung
van
1926
te
zien
geweest.
Al
is
het
werk
vaneen
kunstenaar,
men
bemerkt
toch
dadelijk
dat
hij
geen
Amsterdammer
of
zelfs
geen
Nederlander
is.
Met
de
topografie
is
althans
geen
rekening
gehouden.
De
gracht
is
in
ver
-
houding
tot
het
geheel
te
breed
en
de
kerk
de
Krijtberg
op
den
achtergrond,
domi
-
neert
inde
voorstelling
te
veel.
M.
Boas.
KLEINE
VONDSTEN.
De
ouders
van
Paulus
van
Caerden.-
—■
27
Maart
1595.
Paulus
Willemsz.
van
Caerden
compareert
voor
Schepenen
en
heeft
heleend,
van
Hans
Sijmonsz
de
Jonge,
zijn
styfvaeder
uit
den
naeme
ende
van
wegen
Machtelt
Pieters
zijns
comparants
moeder,
ten
volle
verneucht
ende
hetaelt
te
wesen,
van
alle
goederen,
actiën
ende
pretentien,
die
hem
uijt
saecke
van
zijne
vaderlijeke
ende
hroederlijcke
erffenisse
souden
moegen
competeeren,
enz.
(Eegister
der
Schepenkennissen
nr.
1,
fol.
53)
J.
K.
Moojen.
Onder
de
grondleggers
van
het
gezag
in
Indië
is
de
wakkere,
maar
altijd
on
-
voorzichtige,
admiraal
Paulus
van
Caerden
een
bijzondere
persoonlijkheid.
Na
de
reeds
71