Tekstweergave van GA-1927_MB014_02067

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM on se trouve la ville, je me vols forcé de les conserver, afin de contribuer au maintien de I’ordre public. Je ne manquerez pas de vous informer de ce qui se passé, et me flatte que vous me férez connoitre I’endroit ou je puis envoyer mes dépêches. L’hopital a été un objet de tous mes soins et n’a pas souffert. A I’heure qu’il est, tout est assez tranquille et nous préviendrons autant que possible les autres désordres. Je saisis cette occasion pour vous assurer demon profond respect, avec lequel j’ai I’honneur d’être. Monsieur le Général Yotre tres humble et tres obéissant serviteur. DE ORANJEVLAG OP DEN OUDEKERKSTOREN IN JULI 1672, Op huijden den vijftienden Januari] anno XVIc. vier en seventich, compa - reerden voor mij Jan Volkaertsz Oli, openbaer notaris tot Amsterdamme residerende, bij den Hove van Holland geadmitteerd, ter presentie van de ondergeschreven getnijgen, SSrs. Jacob de Wolff, oud omtrent vier en vijftich jaren, Jacob Öphoveu, oud omtrent ses en veertich Jaren, ende SalomonYerbeeck, oud omtrent twee en veertich jaren, alle inwoonders dese stad; ende hebben ten versoeeke van Sr. David van der Boom, Bandelier - maker, mede inwoonder alhier, eenpaerlijck verklaard ende geaffirmeerd hoe waer is, dat sijlieden de voornoemde requirant seer wel kennen als wesende hun gebnijrman, ende over snlcx hun wel ende seecker bewust te sijn, dat hij is ende altijd is geweest een goed ende getrouw Patriot ende beminner van de welvaard des Yaderlandts ende bijsonder Lieffhebber ende ijveraer tot voorstant ende vermeerderingh der eer ende verheffinge van sijne Hoogheijd den Heere Prince van Orangie, jae dat hij is geweest den eersten die op den eersten Jnlij inden jare XVIc twee en seventich de Orangie vlagge ter eere van Hooghgemelte sijne Hoogheyd op de tooren van de Oude kerck deser stad heeft gebraght ende van de selve doen waijen. Presenteren - de ’t geene voors. des nood ende versocht naerder te bevestigen. Sonder fraude, gedaen binnen Amsterdam ter presentie van Srs. Egbertus Schutte ende Hendrick de Eoij, getnijgen hiertoe versocht. (volgen de handteekeningen). Eiiksdepot v. Xot. prott. Gem. Archief Amsterdam. Pf. no. 1561. H. HOUWEN. Over de ongeregeldheden inden zomer van 1672 zijn vele mededeelingen bekend. Zij zijn verzameld en gerangschikt door J. F. Gebhard Jr. in „Amsterdamsche aanteeke - ningen uit 1672” (Pruin’s Bijdragen voor Yaderl. Gesch. en Oudheidk. 1879) en in „Een dagboek uit het rampjaar 1672”, te weten dat van den „adelborst” der schutterij Lucas Watering (Bijdr. Hist. Gen. 1885, bl. 45). Bovendien heeft A. W. Kroon in zijn boekje „Amsterdam in 1672, historische schets der bange dagen” (1888), de gebeurtenissen in populairen trant oververteld. Die eigenlijke „bange dagen” waren 26 tot 29 Juni, toen een bandelooze menigte alles op stelten zette. Op Maandag 4 Juli werd de verheffing van den Prins tot Stadhouder hier ter stede bekend, maar reeds op Zaterdag 2 Juli ontstond er een groote betooging voor Oranje. Daarbij hebben zich bepaaldelijk twee sohutterscompagnieën geweerd door het uitsteken van de oranjevlag, van de Waag op de Nieuwmarkt, daarna op den toren van de Oudekerk. Wat het laatste geval betreft. Ben troep van 30 schutters, behoorende tot de compagnie van kapitein Jan ten Grooten - huys, trok inden namiddag naar de Oude Kerk. Belhamels waren de fluitspeler Hieroni- 67