Tekstweergave van GA-1927_MB014_02056

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM A - an het Avapen van Holland. Men vindt deze zeldzame stukken, waarvan hier ter stede een volledig stel aamvezig is inde verzamelingen van het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap, Eijksmuseum en van het Historisch Museum der stad Amsterdam (St. Antonieswaag), afgebeeld in Verkade’s MuntboekPl. 199 n°. I—6,1 —6, bij Netscher en Vander Chijs, PI. I n°. I—6, en fotografisch inden veilingscatalogus der beroemde verzameling van Joh. W. Stephanik (Feederik Muller en Cie., December 1904) op Plaat XIV, n=. 6067 e.v. Bij het katalogiseeren van de verzameling der Stad Amsterdam, vond ik bij de stukken in depót een totaal onbekenden variant van den halven reaal van geheel gelijk type als de kwart reaal: het wapen van Holland is lager geplaatst dan op de bekende hiervoor beschreven halve realen, de tAveemaal twee punten zijn verder van dat wapen verwijderd, het omschrift ontbreekt. Dat dit een probeersel A r an den stempelsnijder zou zijn vóór dat zijn stempel gereed Avas en vóór dat de omschriften aangebracht waren (z.g. proef voor de letter), is niet aan te nemen, daar Avapen en punten anders geplaatst zijn dan op de bekende halve realen. Waarschijnlijker is het, dat men oorspronkelijk het plan heeft gehad om dit op één na kleinste muntje evenals de kAvart reaal, niet van omschriften te voorzien, doch daarvan is teruggekomen, toen bleek, dat er voldoende plaats voor het omschrift was en het stukje anders te veel overeenkomst zou hebben met den kwart reaal. Waar zoo Aveinige stellen van deze zeldzame munten zijn geslagen, daar reeds in 1602 de Vereenigde Oost Indische Compagnie werd opgericht, bestond er zeker geen aanleiding om meer en nog avcl afwijkende stempels te doen aanmaken en mogen we veilig aannemen hier met een hooge zeldzaamheid te doen te hebben; een afgekeurde proef van den halven reaal der Compagnie van Verre. W. K. F. Zavierzina. De vischhal op de Xieuwmarkt.' Naar aanleiding vaneen artikel door prof. Brugmans in de Amsterdammer, Weekblad voor Nederland (nr. 2595), heeft in het - zèlfde orgaan (nr. 2604) de architect H. J. M. Walenkamp Cz. een krachtig pleidooi geleverd om de onooglijke visch - hal op de Nieuwmarkt af te breken en naar elders te verplaatsen. Het gebouw is niet alleen leelijk, maar het vergezicht van de Prins Hendrikkade over de Gel - derschekade Avordt er door gestoord en verminkt. Dan zou ook de onvolprezen St. Anthonies-Avaag, thans tot groot genoe - gen van alle oprechte Amsterdammers, tot historisch museum ingericht, ook van de noordzijde een prachtige afsluiting vormen A an het verschiet, gelijkAvaardig aan dat Aan de andere zijde over den Kloveniers - burgAval. Neppen. Het artikel van dr. M. Boas op blz. 42 is in verschillende dagbladen vermeld. Aldus daarmede in kennis ge - steld, heeft een ongenoemde uit Zutfen aan de V. Rolt. Crt. (10 Mei O.) het vol gen - de geschreven: „Het woord „Neppen” is in onze oostelijke tongvallen zeer verspreid inde beteekenis; ineen valstrik lokken, erin laten loopen en vandaar: bedriegen, beet - nemen, gevangen nemen (door list). Ik heb het altijd als een zuiver Germaansch woord beschouwd en in verband gebracht met het Middel-Nederl. „nipen”, ons knij - pen. Dit laatste is tot dusverre niet in het Middel-Nederl. opgeteekend”. Het „Wit —Lavendel”. In het Tijd - schrift voor Ned. T. en Lett. XLVI (1927) p. 34 deelt dr. Fr. Kossmann eenige onbe - kende gegevens mee omtrent de Amster - damsche rederijkerskamer het Wit La - vendel en haar prins Ambrosius Kemp (overl. 20 April 1618). Uiteen vers op hem, van Abraham de Koning, blijkt, dat de Kamer haar vergaderplaats had boven de Eegulierspoort. M. Boas. Kropholler en zijn E. K. Kerk in Linnaeitsiiof. In „The Studio” van 15Maartl927 p. 168,geeft de zich noemende Motu Proprio uiting aan zijn geestdriftige 56