Tekstweergave van GA-1927_JB024_00159

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
SCHETS VAN DE OPKOMST, BLOEI EN OPHEFFING VAN HET AMSTERDAMSCHE GASTHUISBESTUUR, DOOR G. HELLINGA, CHEF VAN DIENST BINNENGASTHUIS INLEIDING. Met de opheffing van ~De Stichting de heide Gasthuizen”, bij besluit van den Gemeente - raad van x Juni 1920, waarbij tevens het Binnen- en het Wilhelminagasthuis tot Gemeente-ziekenhuizen werden verklaard, is de band, welke deze instellingen nog aan het verleden bond, verbroken. De Commissie uit het Burgerlijk Armbestuur voor de Gasthuizen, welker invloed op den gang van zaken inde Gasthuizen overigens nog slechts van weinig beteekenis was ten gevolge van de zich steeds meer uit - breidende directe bemoeiing van den Gemeenteraad, werd opgeheven en vervangen dooreen Commissie van Bijstand voor ’t Ziekenhuiswezen, welke gebeurtenis, merk - waardig genoeg, geheel onopgemerkt bleef. Het is blijkbaar de aandacht ontgaan dat, met de opheffing der Commissie, tevens een bestuursvorm tot het verleden ging behooren, welke zij ’t dan onder wisselende benameningen reeds dagteekende uit het midden der XIVe eeuw. Schrijver dezes heeft er zich daarom gaarne toe gezet omtrent de taak, bemoeiingen en voorrechten der voormalige Regenten en Regentinnen het een en ander mede te deelen. Achtereenvolgens zullen daarbij het ontstaan en de ontwikkeling —, den bloei en het verval van het Regentenbestuur worden behandeld. EERSTE TIJDVAK 1350 —1600). De oprichting van het eerste Amsterdamsche Gasthuis 1350) valt inden tijd, waarin de kerkelijke of z.g. parochiale armenzorg reeds had plaats gemaakt voor de „openbare”, in welker dienst de z.g. „Heyllighe Gheestmeesteren (Armmeesters) stonden. Het St. Elisabeths Gasthuis wordt weliswaar het eerst genoemd ineen brief