Tekstweergave van GA-1926_MB013_00085
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM
hadt
van
de
cartouwe,
bij
de
schoolkinderen
uytejlootze
bij
Schreyhoeck
gebracht
endel
getrocken
tot
in
’t
artillerye-huys,
over
welke»
snoevel
dezelfde
Jacobgen
lange
tijt
daernaet
aflivich
is
geworden".
Wat
was
er
dus
gebeurd?
De
jongens
van
de
k
Latijnsche
school
inde
wandeling
wel
als
’t
Groot
School
aangeduid
hadden
bij
.
Schreyershoek
met
een
kanon
gespeeld
en
bij
die
gelegenheid
was
Jacob
Ellartsz.
gekwetst
en
na
lange
behandeling
door
den
heelmeester
overleden.
De
stad
meende
nu
de
weduwe
te
moeten
tegemoet
komen
inde
onkosten
van
het
ongeluk
door
de
leer
-
lingen
van
haar
school
aangericht,
stelde
zich
dus
voor
hen
aansprakelijk.
Opeen
ander
terrein
trok
zij
haar
aansprake
-
lijkheid
zoo.ver
niet
door.
In
1535
had
het
op
-
roer
der
Wederdoopers
plaats,
dat
door
’t
krachtig
optreden
der
Amsterdamsche
burgerij
werd
bedwongen.
Er
waren
daarbij
aan
den
kant
dier
burgerij
gewonden
en
dooden
gevallen.
Gesneuveld
waren
o.a.
Jan
Roesgen,
Jan
de
Pott
en
Gerrit
Martsz,
Kregen
hun
weduwen
nu
b.v.
een
jaarlijksche
uitkeering?
Neen,
maar
ze
ontvingen
elk
een
Philips-gulden
als
ver
-
goeding
voor
de
wapenen,
die
haar
overleden
mannen
inden
strijd
hadden
verloren.
Ook
anderen,
die
schade
aan
hun
wapentuig
hadden
geleden,
ontvingen
vergoeding
daarvoor
en
gekwetsten
werden
tegemoet
gekomen
in
hun
kosten
voor
meesterloon.
Alleen
een
zekere
Jan
Geliszoon
uit
Ant
-
werpen,
die
van
den
aanslag
heeft
geweten
en
de
Burgemeesters
gewaarschuwd,
ontving
een
jaarlijksche
toelage
van/6.
—
„zoo
lange
hij
leeft,
ende
nyet
langer”.
L.
N
De
„Parel”
(zie
Oct.
nr.
p.
64).
De
naam
Parelschool
is
met
de
opheffing
der
school,
die
op
de
plaats
der
voormalige
brou
-
werij
„de
Parel”
stond,
niet
geheel
verdwenen.
Men
heeft
de
Thomas
Tobias
school
inde
Bootstraat
(op
Wittenburg),
die
eerst
sinds
kort
zoo
heette,
verdoopt
met
den
naam
van
-
de
school,
die
vele
jaren
op
de
eilanden
geves.
tigd
was
en
een
goeden
naam
had.
M.
B
Ververspad
(zie
Nov.
nr.
p.
70).
Het
Ververspad
liep
niet
door
eilanden
en
moe
-
rassen,
zooals
de
zetter
mij
liet
zeggen,
maar
door
weilanden
en
moestuinen.
M.
B,
Een
oud
opschrift
op
een
oud
huis,
Inde
Keizersstraat
16
hier
te
stede,
of
eigen
-
lijk
aan
’t
begin
vaneen
klein
zijsteegje,
ziet
men
een
huis
thans
een
kruideniers
-
winkeltje
met
twee
tonnetjes
op
de
deur
-
posten;
op
welke
tonnetjes
een
opschrift
is
geklad,
dat
moet
voorstellen
de
woorden
vrij
wijn.
Waaruit
blijkt
dat
in
vroeger
tijden
in
dit
perceel
een
tapperij
moet
zijn
gehouden.
Want
enkel
voor
herbergen
en
kroegen
trof
men
toen
dit
opschrift
aan.
Aanvankelijk
op
uithangborden.
En
zoo
kan
men
't
nog
zien
fop
een
aanschouwingsplaat
van
Van
Lummel,
"een
buitenherberg
met
omgeving
voor
-
stellend.
Later
werd
het
aangebracht
op
de
K
symbolen
van
’t
bedrijf:
vaatjes
of
tonnetjes.
“
Ter
Gouw
heeft
ze
goed
gekend:
in
zijn
tijd
schijnen
ze
niet
zeldzaam
te
zijn
geweest.
Of
.
er
thans
nog
meer
zijn
overgebleven
dan
het
door
mij
aangeduide,
weet
ik
niet.
Wel,
dat
ze
dan
niet
talrijk
zijn.
Wat
bedoelde
de
man,
die
met
vrij
wijn
adverteerde?
Natuurlijk
niet,
dat
hij
zijn
klanten
vrij
van
betaling
wijn
schonk,
maar
iets
anders.
Wie
wijn
ineen
inrichting
wilde
verkoopen,
moest
daarvoor
vergunning
vragen
van
de
stedelijke
autoriteiten
en
voor
die
vergunning
betalen.
Die
de
vergunning
be
-
komen
had,
gaf
dat
aan
zijn
deur
aan
den
gaanden
en
komenden
man
te
kennen
door
de
woorden
vrij
wijn.
Bij
hem
kon
men
dus
gerust
binnen
gaan,
zonder
‘t
gevaar
te
loopen,
dat
de
onderschout
binnenkwam
om
’t
gansche
gelag
in
beslag
te
nemen,
zooals
meermalen
gebeurde
bij
hen
die
in
stilte
gelagen
zetten,
de
sluik-
of
smokkel
tappers.
Vrij
wijn
drukt
dus
’t
zelfde
uit
ten
aanzien
van
wijn,
als
ons
woord
vergunning
ten
aanzien
van
sterke
dranken.
Het
kwam
ook
voor
met
uitbreidingen
b.v.
vrij
wijn
en
mee,
vrij
wijn
en
mol
1
,
vrij
wijn
en
sterke
dranken.
Het
huisje
waarvan
sprake
is,
is
opzichzelf
ook
reeds
een
merkwaardigheid.
Het
vormt
met
twee
daaraan
belendende
perceelen
(een
huis
en
een
pakhuis)
een
steegje,
maar
geen
dat
rechthoekig
op
de
Keizersstraat
staat
en
tegelijk
met
deze
is
aangelegd.
Het
huizen
-
complex
vormt
een
scherpen
hoek
met
de
as
der
straat,
springt
eenigszins
terug
en
stond
er
klaarblijkelijk
reeds
toen
deze
werd
aan
-
gelegd,
en
zich
genoodzaakt
zag
zich
bij
’t
bestaande
aan
te
passen,
wat
hierop
neer
-
kwam,
dat
ze
er
zich
omheen
moest
wringen.
En
daar
het
stadsgedeelte,
waarvan
de
Keizers
-
straat
een
deel
uitmaakt,
tusschen
1585
—1593
is
voltooid,
moeten
de
hier
bedoelde
huisjes
daar
reeds
vóór
dien
tijd
hebben
gestaan
en
dus
deel
hebben
uitgemaakt
van
de
Lastage,
de
buitenbuurt
van
de
16e
eeuw,
waar
schepen
gebouwd
en
gerepareerd
werden,
’t
Zou
natuur
-
lijk
ook
kunnen,
dat
zij
de
opvolgers
zijn
van
andere,
die
vóór
1585
op
hun
plaats
stonden,
maar
ze
zien
er
roestig
genoeg
uit
voor
een
ouderdom
vaneen
eeuw
of
vier.
L.
N.
Rustenburger-
en
Kuiperspad,
In
mijn
jeugd
kwam
ik
veel
op
het
Rustenburger
-
pad,
en
in
latere
jaren
ik
meen,
toen
met
het
Ceintuurbaanplan
een
aanvang
was
ge
-
maakt
kon
men
van
de
stad
„doorsteken”
dooreen
open
plek
tusschen
Rustenburgerpad
en
Kuiperspad
te
passeeren,
vervolgens
door
den
tuin
vaneen
bewoner
van
het
Kuiperspad
1
Een
soort
van
bier.
77