Tekstweergave van GA-1926_MB013_00070

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM uur”. In 1874 was hij secretaris vaneen op het Frederiksplein gehouden nijverheids-, land - en tuinbouwtentoonstelling. In 1875 heeft hij met H, de Veer en den graveur Rennefeld de eerste redactie van Eigen Haard gevormd. In 1876 was hij secretaris van het comité voor het standbeeld van Thorbecke. Toen in 1877 dr. C. M. Kan, de secretaris van het Aard - rijkskundig Genootschap, benoemd werd tot hoogleeraar inde aardrijkskunde aan de jonge Amsterdamsche Universiteit, had dr. Hubrecht daartoe zeker het meeste bijgedragen. In 1880 heeft hij de Handelsschool verlaten en is hij opgetreden als directeur der Nederlandsche Bell-Telephoon Maatschappij; hetgeen hij is gebleven tot 1896, toen het Amsterdamsche net door de gemeente is overgenomen. In 1881 is hij mede opgetreden als directeur van de, eerst als firma, daarna als naamlooze vennoot - schap gevestigde, Maatschappij tot Beheer van het Administratiekantoor, opgericht door Hubrecht, Van Haren Carspel en Vas Visser. In 1882 is hij directeur geworden van het Am - stel-Hótel en hij is dit gebleven tot zijn dood. In 1883 heeft hij samen met prof, dr. P. J. Veth veel gedaan voor de Koloniale en Uitvoerten - toonstelling. Als voorzitter van „Vooruitgang” is de heer Hubrecht de leider geweest der Liberalen in de hoofdstad, welke hij van 1901 tot 1918 onafgebroken inde Tweede Kamer heeft ver - tegenwoordigd. Van 1898 af is hij lid geweest van de Provinciale Staten, van 1917 tot 1923 van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland. Dertig jaar lang is hij lid, penningmeester en den langsten tijd onder-voorzitter van de Kamer van Koophandel geweest, en daar voor - al heeft hij zijn groote stuwende kracht aange - wend voor de belangen van Amsterdam, in het bijzonder voor de uitbreidingen van het Noordzeekanaal. Toen de reorganisatie van de Kamers van Koophandel, voor welke hij zoo sterk had geijverd, haar beslag had gekregen, is hij in 1923 nog voorzitter geweest van de Amsterdamsche Kamer. Dr. Hubrecht is bovendien oprichter en voorzitter geweest van de vereenigingen „Handelsonderwijs” en „Voortgezet Handelsonderwijs”, en jarenlang voorzitter van de vereeniging Tot veredeling van het ambacht. In 1910 heeft hij samen met den heer J. T. Cremer den grondslag gelegd voor de vereeniging Het Koloniaal Instituut, de instelling, die, als zijn geesteskind, zijn nooit verflauwde belangstelling heeft gehad. Dit blijkens de giften van twee maal een half millioen vaneen „onbekenden gevet”, en doordat hij haar tot zijn universeele erfgename heeft gemaakt. Ook de Openbare Leeszaal en Bibliotheek heeft haar totstandkoming aan zijn pushing power te danken. Reeds in 1893 was de heer Hubrecht benoemd tot ridder inde orde van den Nederlandschen Leeuw. Toen hij in 1922, wegens hoogen leeftijd, zijn ontslag had genomen als voorzitter van de commissie voor de consulaire examens, een instituut, dat met de instelling van den bezoldigden consulairen dienst reeds in 1876 op zijn initiatief was gesticht, heeft de Re - geering hem benoemd tot commandeur inde Oninje Nassau Orde, Sedert het najaar van 1923 liet zijn gezondheid steeds meer te wen - schen, totdat hij op 1 Augustus 1.1. inden ouderdom van bijna 82 jaar is overleden. Een man van groote burgerschaps- en gemeen - schapszin, aan wien met name Amsterdam ontzaglijk veel heeft te danken. Het Nederlandsch Persmuseum. In het Korenmetershuisje aan de N. Z. Kolk, waar de stichting Het Nederlandsch Persmu - seum is gevestigd, is de jaarvergadering ge - houden dezer stichting. De voorzitter, de heer D. Kouwenaar, her - dacht in zijn openingswoord dat het bestuur een groot verlies had geleden door het verschei - den van den heer J. W. Enschedé. Hij was een man van historischen zin, die stamde uiteen geslacht van oud-courantiers. In menig opzicht heeft hij aan de stichting raad en hulp verleend. Steeds zal zijn naam in goede herinnering bij de stichting blijven voortleven. Hierna waren de jaarverslagen aan de orde. Het jaarverslag van den secretaris, den heer J. H. Rogge, vermeldt, dat men met het catalogiseeren volgens kaartsysteem van de dossiers is gereed gekomen. Ter gelegenheid van de Zeeuwsche Letter - kundige tentoonstelling te Middelburg, werd een 44-tal couranten tijdelijk afgestaan ter completeering van de Zeeuwsche couranten in het bezit van het Zeeuwsch Genootschap. Toen het dagblad Het Volk zijn zilveren feest vierde, werd inde lokalen van de stich - ting een tentoonstelling ingericht betreffende dit dagblad. Aan het einde van het jaar werd nogmaals een tentoonstelling inde lokalen ingericht. Ditmaal werd een overzicht gegeven van de geschiedenis der vereeniging ~De Amster - damsche Pers'', die haar zilveren feest vierde. Op de Historische Tentoonstelling, gehouden ter gelegenheid van het 650-jarig bestaan van de stad Amsterdam, was een inzending, die een overzicht gaf van de geschiedenis der Amsterdamsche couranten van haar ontstaan af tot het jaar 1900. Dooreen groot aantal geschenken werd de stichting verrijkt. De rekening en verantwoording van den penningmeester, dr. A. G. C. de Vries, sluit met een saldo van bijna f 50. Deze verslagen werden goedgekeurd. Hierna werden nog eenige huishoudelijke zaken afgedaan en de bijeenkomst gesloten. 62