Tekstweergave van GA-1926_MB013_00058

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM Drieëntwintigste Jaarboek. Het 23e Jaarboek is verschenen. Het bevat behalve de jaarverslagen en de ledenlijst, de volgende artikelen: In Memoriam J. W. Enschedé, door dr. H. Brugmans; De Historische Tentoon - stelling Amsterdam 1925, door dr. Joh. C. Breen; Amsterdanische Historische Tentoon - stelling. Rede door den voorzitter. Rede, uitgesproken door den Burgemeester van Amster - dam in het Rijksmuseum. Rede, uitgesproken in het Stedelijk Museum. Oudste Geschiede - nis van Amsterdam en Amstelland I, door J. Z. Kannegieter; Een en ander over Bayerds in het algemeen en over dien van het Amsterdamsche Sint-Pietersgasthuis in het bij - zonder, door G. Hellinga; Een nalezing op Willem Vleertrnan, een merkwaardig Amsterdammer, door gen.-maj. Fr. de Witt Huberts; De voormalige Herberg ~De Transche Tuin” aan de Elandstraat, door E. van Houten; Vincenzio Gaudio, door K. F. Gallas; Potius deficere quam desper are, door dr. M. Boas; Amsterdamsche Haven - historie uit de eerste heljl der negentiende eeuw, door mr. M. P. Vrij; Kroniek van Am - sterdam 1925, door S. Duparc. De exemplaren zijn aan de leden verzonden. * * * Nieuw Lid. Sinds de vorige opgave is als gewoon lid tot het Genootschap toegetreden mej. A. Conrat. DE ROKIN-QUAESTIE Een nieuwe prijsvraag noodig. De Gemeenteraad zal dezer dagen te beslissen krijgen over het voorstel van het lid, mr. G. van den Bergh, luidende: „De Raad, „van oordeel, dat de beantwoording van de Rokin-prijsvraag aan zoodanige voor - waarden was gebonden dat een oplossing met behoud van het water redelijkerwijs uitgesloten was; „overwegende, dat het gewenscht is de tegenproef te nemen, opdat de Raad bij de komende beslissing over de al- of niet-demping zoo volledig mogelijk voorgelicht zij; „noodigt B. en W. uit, een nieuwe prijsvraag, uitte schrijven betreffende op - lossing van het Rokin-vraagstuk, waarbij de deelnemers aan geen andere hoofd - voorwaarden gebonden zullen zijn, dan dat hun antwoord zal moeten inhouden een uit verkeersoogpunt en in aesthetisch opzicht zoo goed mogelijke oplossing met geheel of nagenoeg geheel behoud van het water”. Men zal zich herinneren wat de aanleiding tot dat voorstel is geweest. Het was, gelooven wij, de heer A. A. G. van Erven Dorens, die er in het Handelsblad van 1 Januari 1925 het eerst de aandacht op vestigde op welk een eigenaardige wijze de voorwaarden voor de prijsvraag waren ingericht. Hoewel vermeden is dit uit - drukkelijk in het program aan te geven, zoo schreef hij, werd den ontwerpers geene vrijheid gelaten een plan tot verbetering van het Rokin te geven, waarbij het onge - dempt bleef. In het programma voor de prijsvraag stond, na vermelding van de ver - eischte verkeerswegen van 25 M. breedte aan de westzijde en 10 M. breedte aan de oostzijde: „het overblijvende gedeelte water tusschen deze twee verkeerswegen van Dam tot Langebrugsteeg-Spui komt voor demping en bebouwing in aanmerking, van welke bebouwing de beperking nader omschreven wordt”. Het komt mij voor, 50