Tekstweergave van GA-1926_MB013_00042

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM spelers en het Fransche tooneel in Nederland bij elkander te brengen, dat de lezer zich een denkbeeld kan vormen van den invloed, dien de Fransche beschaving ook in dezen in Nederland heeft gehad. Het middelpunt van het Fransche tooneelleven in ons land was Den Haag. Het stadhouderlijk hof, geheel de internationale maatschappij in en om den zetel der regeering begunstigde het Fransche tooneel inde residentie; het verzet van de zijde der predikanten baatte hier gewoonlijk weinig. Van veel minder beteekenis was het Fransche tooneel te Amsterdam, waar de omstandigheden ook veel minder gunstig waren voor eenden Hollander toch vreemde kunst. Bovendien moedigde de regeering het Fransche tooneel niet aan, omdat men er waarlijk niet ten onrechte concurrentie van vreesde voor den Nederlandschen schouwburg. Dat ook om de praktische over - weging, dat de inkomsten van den schouwburg ten goede kwamen aan het weeshuis en het oudemannenhuis, die men niet gaarne te kort wilde doen. Hoewel het Fransche tooneel zich niet geregeld in Amsterdam heeft kunnen handhaven, is het toch van genoeg belang om er hier een en ander van mede te deelen. Op twee punten vestigt dr. Fransen in het bijzonder de aandacht. De opera te Am - sterdam en te Buiksloot inde zeventiende eeuw; de Fransche komedie aan den Over - toom en de Erwtenmarkt een eeuw later. Vooral de laatste is van groot belang geweest. In Amsterdamwas muziek en zang en ook dans op het tooneel niet onbekend. Men weet, dat de verzen van Vondels treurspelen inde zeventiende eeuw met musicale begeleiding werden gezongen. Ook in andere stukken werd van tijd tot tijd gezongen. Inde muziekkamer van Knol werden musicale stukken opgevoerd, die men haast opera’s zou kunnen noemen. Dirk Buysero heeft het eerste Nederlandsche libretto geschreven bij de muziek van Charles Hacquard. Den 25 sten November 1677 werd de schouwburg weer geopend met een stuk, dat sterk doet denken aan een opera; het was getiteld Iris en speelde blijkbaar inde klassieke godenwereld. Maarde man, die in Amsterdam een vaste opera heeft willen vestigen, was Dirk Strijker, een Amster - dammer, die in Italië de opera had leeren kennen en waardeeren. Op het einde van 1680 opende hij een Italiaansche opera te Amsterdam met de vertooning van Le Fatiche d'Ercole per Deianira; het stuk voldeed zoo goed, dat het meermalen moest worden herhaald. Een andere opera, die werd gespeeld, was de Helena rapita da Paride. Men ziet dus, dat onderwerpen uit de Grieksche mythologie inde opera vooral aan de orde waren. De opera viel zoo inden smaak van het publiek, dat men uit Den Haag kwam om de voorstellingen bij te wonen. Den 7 Februari 1681 kwam de Stadhouder zelf met zijn gemalin met dat doel te Amsterdam. Philips Doublet schreef er gunstig over aan zijn neef, Constantijn Huygens den zoon. De oude Huygens zelf kwam niettegenstaande zijn 85 jaren met zijn familie naar Amsterdam om de opera den 25 en 27 Februari te hooren; men weet, dat Huygens van ouds een groot kenner en liefhebber van muziek was. Toch bleef deze opera niet bestaan; regenten van het weeshuis klaagden bij bur - gemeesteren: deze verboden in Januari 1682 aan Strijker om met de vertooningen voort te gaan. De opera werd nu verplaatst naar Haarlem, waar zij bezoek trok, ook uit Amsterdam. Hier kwam een Fransche tooneeltroep de opera van Strijker vervangen; in Juni 1683 stonden burgemeesteren den Franschen spelers toe op te treden inden schouwburg, blijkbaar in afwisseling met de Hollandsche gezelschappen. Lang duurde dat evenwel niet; reeds in September trokken burgemeesteren het gegeven verlof weer in: de kerkeraad had zich tegen het geven van de Fransche tooneelvoorstellingen verklaard en de regeering had gemeend in deze de kerkelijke overheid ter wille te moeten zijn. Toch was men de opera te Amsterdam nog niet kwijt. In 1686 hooren wij vaneen opera te Buiksloot, dus aan de overzijde van het IJ. Buiksloot lag buiten de jurisdictie van Amsterdam, daar kon dus worden ge- 34