Tekstweergave van GA-1926_MB013_00026
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM
MEDEDEELINGEN
VAN
HET
BESTUUR
Het
Bestuur
geeft
met
diep
leedwezen
kennis
van
het
overlijden
van
zijn
medelid,
den
heer
J.
W.
Enschedé,
op
Zaterdag
den
I3den
Februari
1.1.
*
*
*
Nieuwe
leden.
Sinds
de
vorige
opgave
zijn
tot
het
Genootschap
toegetreden
als
gewone
leden
de
heeren
Jan
J.
Bruna,
J.
Lechner,
E.
G.
J.
Staal,
mr.
H.
G.
W.
Worst
enG.
van
der
Wouden
Jr.
%
sH
*
Uitgave
vaneen
album
Oud-Amsterdam.
De
inteekening
op
het
album
Oud-Amsterdam,
dat
over
eenige
weken
zal
ver
-
schijnen,
blijft
voor
de
leden
opengesteld.
De
prijs
bedraagt
vier
gulden
per
exemplaar
in
papieren
omslag.
Linnen
omslagen
met
titel
zullen
verkrijgbaar
worden
gesteld
tegen
een
gulden
vijftig
cent
per
stuk.
Aanvragen
te
richten
tot
den
secretaris,
dr.
Joh.
C.
Breen,
Keizersgracht
18.
Den
leden,
die
reeds
vóór
i
Februari
hebben
ingeteekend,
toen
nog
geene
mededeeling
was
geschied
van
de
gelegenheid
om
linnen
omslagen
te
ver
-
krijgen,
wordt
verzocht
alsnog
op
te
geven
of
zij
zulk
een
omslag
af
1.50
wenschen
te
ontvangen.
*
♦
f
Lezing
over
de
Gilden.
Inde
jaarvergadering
van
de
Vereeniging
tot
opleiding
voor
ambachten
en
beroepen,
die
bepaald
is
op
Dinsdag
9
Maart
1926,
des
avonds
te
8
ure,
in
het
American-hótel,
zal
door
dr.
Joh.
C.
Breen
eene
lezing
worden
gehouden
over
de
Gilden.
De
leden
van
Amstelodamum
hebben
tot
deze
vergadering
vrijen
toegang.
*
*
*
Algemeene
Ledenvergadering.
Op
de
Algemeene
Ledenvergadering,
die
den
izden
Februari
werd
gehouden,
zijn
de
verslagen
van
den
Secretaris
en
den
Penningmeester
goedgekeurd.
Uit
het
verslag
van
den
Secretaris
bleek
dat
het
ledental
thans
1294
bedraagt.
De
rekening
van
den
Penningmeester
sloot
in
ontvangst
en
uitgaaf
met
een
bedrag
van
/
13
006.87.
Overeenkomstig
het
gunstig
advies
van
de
commissie
tot
het
nazien
der
rekening
is
de
Penningmeester
onder
dankzegging
voor
zijn
beheer
gedéchargeerd.
De
aftre
-
dende
leden
de
heeren
dr.
Joh.
C.
Breen,
prof.
dr.
H.Brugmans
en
D.
Kouwenaar
werden
herkozen
en
namen
hunne
herbenoeming
aan.
DE
AMSTERDAMSCHE
NIJVERHEID
IN
1816.
Inde
Bijdragen
voor
vaderlandsche
geschiedenis
en
oudheidkunde
(Zesde
reeks,
dl.
111,
1/2)
bespreekt
prof.
Z.
W.
Sneller
den
toestand
der
nijverheid
te
Amsterdam
en
Rotterdam
volgens
de
enquête
van
1816.
In
Augustus
van
dat
jaar
verliet
een
rond
-
schrijven
het
departement
van
binnenlandsche
zaken.
Aangezien
~de
tegenwoordige
staat
en
behoeften
der
fabrieken
en
trafieken
binnen
het
rijk
bij
het
gouvernement
18