Tekstweergave van GA-1926_MB013_00011

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM LANGS DEN WEG Postkantoor. De naam Perenburg voor het nieuwe postkantoor is, dunkt mij, uitge - vonden door Antoon Molkenboer, die voor de Kroniek (van Tak) van 12 September '97 een spotprent van het gebouw teekende met het onderschrift de Pcrenburg, proeve van fruit - architectuur. F. Kranenburg. Het Decembernummer van Amslelo - damum citeert (bl. 83) uiteen Heemschut - artikel van Henri Polak in het Hbl. van 24 Oct., diens bewering dat het hedendaagsch postkantoor ongeveer veertig jaar geleden Perenburg genaamd was. Dit geeft den indruk als zou die qualificatie (ontleend aan de peer - vormige bekroning der torens) een algemeen populaire zijn geweest. Ik weet zeker dat dit niet het geval was, en dat de naam ontleend is aan een stukje inde Nieuwe Gids van tusschen 'B5 en '9O, waar (ik herinner het mij zeer goed) letterlijk stond : ~Huize Perenburg, proeve van tuinarchitectuur”. Maar dit kwam voor ineen van de vele ~Varia” die destijds inde N. G. verschenen, en ik heb mijn exemplaar van dat tijdschrift uit die jaren tevergeefs doorgezocht om het zinnetje terug te vinden. Misschien is een ander gelukkiger. Wat ik heel zeker weet, is, dat Perenburg geen benaming was die inden volksmond leefde. Den heer Polak zal óók die herinnering aan de N. G. voor den geest ge - zweefd hebben. F. E. Postumes Meyjes. ln Amstelodamum van December 1925, wordt, in verband met een mijner am - sterdamsche Heemschut- artikelen in het Han - delsblad vermeld, dat ~het hedendaagsch post - kantoor destijds Perenburg genaamd was”. ~Genaamd” is echter niet juist. De geschiedenis is deze ; Toen het tegen - woordige postkantoor voltooid was, verscheen er bij eender toenmalige weekbladen (ik geloof, dat het De Kroniek was) een plaat (naar ik meen van Konijnenburg, doch het kan ook Holzwilder geweest zijn), gevende eene carica - turale afbeelding van het gebouw, met eenigs - zins overdreven voorstelling van de vele peer - vormige bekroningen van ettelijke zijner torentjes, naar welke de teekenaar het bouw - werk spottend Perenburg noemde. De jonge kunstenaars, intellectueelen, letterkundigen, plus hunne volgelingen, dier dagen, duidden gedurende eenigen tijd het gebouw met dezen spotnaam aan. Hij geraakte echter spoedig in het vergeetboek, ondanks dat de ~peren” er nog altijd op prijken. Henri Polak. Het oudste huis van Amsterdam. In het Maandblad Heemschut van November deelt de heer C. Visser een en ander mede over het oudste huis van Amsterdam, Zeedijk 1. Am - sterdam bezit nog slechts een tweetal per - ceelen, welke van houten gevels zijn voorzien. Men moge hier en daar nog enkele andere hui - zen aantreffen, waarvan de wanden niet door steen worden gevormd, de opzet van deze huizen en de gerabatte deelen bewijzen, dat zij niet tot de gevels uit het ~houten tijdperk” kunnen worden gerekend, maar dat zij, om de een of andere reden, later in hout zijn opge - trokken. Eender gevels vindt men in het Begijnhof. Hij is evenwel inde tachtiger jaren danig gerestaureerd, zoodat hij, komt het op het bepalen van den ouderdom aan, buiten be - schouwing moet blijven. De tweede houten gevel staat aan den Zeedijk. Dat hij inderdaad de oudste gevel is, is gemakkelijk te bewijzen. Immers het is niet waarschijnlijk dat na 1521 nog houten gevels in Amsterdam zijn gebouwd ; dat werd toen verboden. Maar bovendien spreekt hier het hout, zooals elders de steenen spreken. Zware eiken stijlen en moerbalken, verstijfd door corbeelen, vormen het geraamte van het kleine pand, terwijl kinderbalkjes de vloeren dragen. Spaarzaam vindt men hier en daar een rest van eenvoudig schotwerk, terwijl ook de oude spiltrap nog slechts voor een ge - deelte aanwezig is. Fraai is de gevel van het pand niet. Hij is weliswaar op de wijze, als dat bij den houtbouw gebruikelijk was, met overkragingen gebouwd, maar heeft de bijzon - derheid dat de noklijn evenwijdig aan de straat loopt. Hierdoor ziet men het steile dak nauwe - lijks, en het gemis vaneen driehoekige bekro - ning geeft aan de gevels iets lomps. Het ge - heele pand toont èn in constructie èn in vormen intusschen zoo volkomen gebouwd te zijn in den tijd, dat de houtbouw inheemsch was, dat het uiterlijk inden aanvang der zestiende eeuw kan zijn gebouwd. Echter kan nog een ander bewijs worden aangehaald. De noklijn van het perceel loopt evenwijdig aan de straat, wat betrekkelijk zelden voorkomt. Beziet men de kaart van Cornelis Anthonisz. dan treft men op dezelfde plaats aan den Zeedijk een huis aan op volkomen gelijke wijze ten opzichte van de straat gelegen. Kennelijk was het huis er dus toen reeds. Dat dat geen toevalligheid is, wordt daardoor bewezen, dat het het eenige in deze omgeving is, dat zóó is afgebeeld, terwijl ten overvloede ook Pieter Bast in 1596 het pand op dezelfde wijze teekende. Is er misschien in Amsterdam een steenen huis te vinden, dat ouder is dan Zeedijk 1 ? Het is natuurlijk niet uitgesloten, dat er hier of daar nog een brok huismuur is te vinden van ouder datum. Maar een oudere of zelfs even oude gevel zeker niet. Zulk een gevel zou de vormen van de gotiek moeten vertoonen en gotische gevels bezit Amsterdam helaas niet meer. Veel zijn er waarschijnlijk niet geweest ; want inden bloeitijd der gotiek bouwde men in Amsterdam de huizen inden regel van hout. Van enkele gotische gevels kan men afbeel - dingen vinden inden atlas-Splitgerber. Enkele jaren vóór den oorlog bezat Amsterdam inden nu verdwenen Kraaiengang bij de Prins Hen- 3