Tekstweergave van GA-1926_MB013_00010
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM
Dank
zij
de
samenwerking
van
uitgevers
en
letterkundigen
is
het
in
Holland
en
in
Amsterdam
tot
de
uitgave
van
voortreffelijke
fransche
boeken
gekomen.
De
werken
van
La
Fontaine,
van
Fontenelle,
van
Marmontel,
van
Buffon,
van
Montesquieu
zijn
hier
uitgegeven.
De
tooneelstukken,
destijds
zeer
geliefd,
van
Marivaux
en
van
La
Chausseé
zijn
in
Holland
gedrukt.
Maar
het
beste
hebben
de
amsterdamsche
uit
-
gevers
aan
de
belangstellende
wereld
van
hun
dagen
gegeven,
toen
zij
de
meester
-
stukken
van
Voltaire
en
van
Rousseau
ter
perse
konden
leggen.
In
spijt
van
de
offi
-
cieele
veroordeeling
van
boeken
als
La
Philosophie
de
l’Histoire,
als
Le
Contrat
Social,
als
Emile
hebben
de
uitgevers
Changuion
en
Rey
groote
oplagen
van
deze
beroemde
werken
weten
te
drukken,
uitte
geven
en
te
verspreiden,
niet
alleen
in
Nederland,
maar
ook
en
vooral
in
Frankrijk.
Rey
zelf
erkende
ineen
brief
aan
Rous
-
seau
van
27
Februari
1759,
dat
hij
er
volstrekt
geen
spijt
van
had
diens
werken
te
hebben
uitgegeven.
Met
de
voldoening
van
den
geslaagden
uitgever
schrijft
hij:
„J’ai
gagné
avec
I’impression
de
vos
ouvrages,
je
suis
content”.
Bij
een
andere
ge
-
legenheid
verklaart
hij
dankbaar,
dat
La
Nouvelle
Héloise
hem
10000
francs
had
opgebracht.
In
geen
enkel
opzicht
kunnen
de
nederlandsche
uitgevers
aansprakelijk
worden
gesteld
voor
den
staatkundigen
en
godsdienstigen
invloed,
dien
de
philosophie
van
Voltaire
en
van
Rousseau
op
hun
tijdgenooten
en
op
volgende
geslachten
heeft
gehad.
Want
hun
doel
was
een
zuivere
handelszaak.
Lht
dat
oogpunt
moet
men
ook
de
vol
-
tooiing
beschouwen
van
den
druk
van
de
Suppléments
d
VEncyclopédie,
die
met
groote
zorg
werden
uitgegeven
door
de
Société
typographique
te
Neuchatel,
dank
zij
de
per
-
soonlijke
tusschenkomst
van
Rey
en
volgens
een
contract,
dat
den
21
Mei
1775
in
wettelijken
vorm
te
Haarlem
werd
gesloten
en
geteekend.
Daardoor
werden
tevens
de
belangen
van
De
Félice,
den
bekenden
uitgever
van
Yverdon,
behartigd,
die
zijn
plannen
tot
uitgave
van
dezelfde
supplementen
voor
de
genoemde
uitgave
opgaf.
Dein
Nederland
werkende
uitgevers
hadden
het
met
de
uitgave
en
den
uitvoer
van
hun
fransche
boeken
moeilijk
genoeg.
Want
men
stelt
zich
inden
regel
Holland
voor
als
het
land
der
volkomen
vrijheid
van
schrijven
en
drukken:
men
neemt
aan,
dat
de
drukkers
en
uitgevers
hier
vrij
spel
hadden.
Niets
is
minder
waar
dan
dit,
zooals
door
dr.
Dubosq
wordt
aangetoond.
De
lijst
der
boeken,
die
van
1750
tot
1780
inde
republiek
zijn
verboden,
toont
wel
aan,
dat
de
nederlandsche
censuur
streng
genoeg
was
tegen
alles
wat
men
voor
schadelijk
hield
voor
staat
en
maatschappij,
voor
godsdienst
en
zedelijkheid.
Maar
een
andere
vraag
is,
of
deze
censuur
den
boek
-
handel
veel
heeft
geschaad.
Dat
schijnt
inderdaad
niet
het
geval
te
zijn
geweest;
ten
minste
de
uitgevers
in
Nederland
konden
feitelijk
uitgeven
en
vooral
uitvoeren
wat
zij
verkozen.
En
in
Frankrijk
hadden
zij
machtige
vrienden.
Vooral
de
minister
de
Malesherbes
was
hun
welgezind;
Rey
b.v.
aarzelde
niet
zich
tot
hem
te
wenden
om
machtiging
te
verkrijgen
om
in
Frankrijk
Rousseau’s
Lettre
sur
les
Spectacles
in
te
voeren.
De
„directeur
de
la
librairie”
en
zijn
plaatsvervangers
waardeerden
te
veel
de
diensten,
die
de
nederlandsche
uitgevers
aan
de
fransche
beschaving
en
de
fransche
wetenschap
bewezen,
om
op
hen
de
toepassing
der
draconische
bepalingen
der
censuur
toe
te
passen.
Ongetwijfeld
hebben
de
fransche
uitgevers
te
Amsterdam
ook
wel
boeken,
tooneel
-
stukken,
romans,
verhalen
enz.,
van
verdacht
allooi
gepubliceerd
en
verspreid.
Maar
daar
staat
tegenover,
dat
zij
ook
zeer
veel
boeken
over
wetenschap,
kunst,
geschie
-
denis,
staatkunde,
letterkunde
het
licht
deden
zien.
En
vooral
kan
men
dit
opmerken,
dat
zij
het
zijn
geweest,
die
Voltaire
en
Rousseau
in
breede
kringen
in
Frankrijk
hebben
geïntroduceerd
en
bovendien
geheel
het
overige
Europa
inden
kring
van
de
fransche
beschaving
hebben
gebracht.
Men
mag
daarover
denken,
zooals
men
wil,
in
die
dagen
was
dat
een
cultuurdaad
van
beteekenis
en
in
ieder
geval
van
groote
gevolgen.
H.
B.
2