Tekstweergave van GA-1926_JB023_00152

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Dat het er rumoerig toe kon gaan, zegt ons een notule van Februari 1656; „offtnyet noodich en waer Jan Vaer 1 in ’t Engelse Huys te belasten, dat inde ganck van de Bayert geen Insolventie bedreven wert, soo met goyen kaes en toeback- drincken als anders, daer de buuren over claeghen” 2 . Hierop werd de volgende resolutie genomen: „Daedelijck t’ontbieden .Is hem (Jan Vaer) aengeseyt”. 3 Ongetwijfeld heeft de Bayert - vaer een aanmaning ontvangen om de orde beter te handhaven; dat zulks hem noch - tans niet althans niet spoedig gelukt is, blijkt uiteen notule van 1660;,,Daer wort seer geklaeght over ’t gewelt dat de luyden van de beyert aen de poort maecken”, waarop besloten werd; „de pypenstellers niet inden beyert in te nemen voor die reys” Het zijn waarschijnlijk diegenen onder de gasten geweest aan wie om de een of andere reden, de toegang ontzegd werd. Ook zal het uit den Bayerd verwijderen van lieden die zich misdragen hadden, wel niet kalm in zijn werk gegaan zijn. Een andere notule uit het zelfde jaar heeft betrekking op de dooreen onderschout ten dienste van den Bayerd verleende assistentie: ,Gecompareert de weduwe van de schout Valckenier, ende pretendeert voor de dienst, door haer man aen de beyert gedaen, een recompensie” (vergoeding), dat sy versoeckt aen haer huer te corten”. De hierop door de regenten genomen beslissing zegt: „Is verstaen dat het gedaene dyensten sijn geweest, ex-offisie (ambtshalve) ende hij daervan benefisie (voordeel) heeft gehad inde huer”. Omtrent genoemden onderschout, Jan Valckenier ook genoemd Joan Valconnier en diens weduwe vermelden de „Legghers van Huyssen en Landen” 4 dat de onderschout in Mei 1645 „het huys 7 op den Oister-Achter - borchwal” 5 van de Regenten huurde voor den tijd van 3 jaren, tegen / 200. per jaar, „de glaesen volgens de keur (voor rekening des huurders) en de Bste8 ste penning tot Gasthuyslaste”; dit laatste beteekenf derhalve dat het benefice voor de ten - -1 Zoo sprak men van Aryaen-vaer, tryne-moer, Aechte-moer enz. 2 Waar thans de Polikliniek o.d. Klok officieel: „inden Blijdenhoek” staat, stond vóór 1754 „’t Doctoershuys”, 5 woningen onder één dak; van 1615- —1628 woonde dr. Samuel Coster in no. 3 terwijl hij van 1628 —1637 no. 4 er bij gehuurd heeft. 3 Het not n en res ie boeck vermeldt nog, met betrekking tot dezen vader, dat in ’t Engelse Huys een „soldaetenrock” gestolen was en dat „om deselve starck aengehouden werd”. Wijl nu Jan Vaer „’t opsicht” over de goederen der zieken „toebetrouwt” was werd hem „om dese faut ende andere die seer odieus (verdacht) syn gelast, sich vaneen andere gelegentheyt te voorsien, alsoo de Regenten hem niet langer gedooghen”. 4 Gasthuis-arch. 126 c en d. 5 Thans perc. 229 en sedert 1734 in zijn tegenwoordigen staat verbouwd. 100