Tekstweergave van GA-1926_JB023_00147
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
eerste
deur
ter
rechter
zijde
van
deze
gang
was
een
steen
geplaatst,
waarin
’t
vol
-
gend
opschrift
was
uitgehouwen:
„Drie
nachten,
langer
niet,
herbergh
ick
die
’t
behoeft”,
„Den
vierden
jaegh
ick
uyt
de
scooysters
ent
geboeft”
l
.
Door
deze
poort
en
de
daarachter
gelegen
Bayerdgang
kwam
men
aan
den
Bayerd.
De
gasten
werden
ontvangen
ineen
„vierkant
vertreck,
dat
eygentlick
de
Bayert
is
versien
met
een
groote
ruime
vuurstede,
rontom
met
opgaande
banken
bezet,
daar
de
vreemdelingen
soo
Mans-
als
Vrouwsperzoonen
ontfangen,
gekoestert,
gespyst
en
gelaeft
werden”
2
.
Bij
den
Bayerd
behoorden
verder
een
waschhok,
een
vatenhok
en
een
rookhok
,
3
De
gasten
waren
verplicht
hun
naam
aan
de
vader
en
moeder
op
te
geven
om
te
worden
ingeschreven
in
het
daartoe
bestemde
register
en
bij
hun
vertrek
weer
te
worden
af
geschreven.
Heeft
deze
maatregel
ten
doel
gehad
den
duur
van
het
nachtverblijf
alswel
het
verstrijken
van
den
termijn
binnen
welke
de
gasten
zich
niet
opnieuw
voor
toelating
zouden
mogen
aanmelden
na
te
gaan,
de
op
de
overtreding
daarvan
(reeds
bij
keure
van
1544)
gestelde
straf
bewijst
wel
dat
het
inden
Bayerd
goed
genoeg
geweest
is,
om
er
een
geeseling
voor
over
te
hebben.
4
De
Keur
bepaalde
verder:
dat
de
vader
en
moeder
den
gasten
aan
den
lyve
moesten
onderzoeken
„ende
alle
onbehoirlycke
messen
en
ander
geweer”
afnemen,
....
en
dezen
zich
jegens
ge
-
noemde
suppoosten
zoowel
als
jegens
elkander
behoorlijk
moesten
gedragen.
Aan
de
gasten
werd
een
plaats
inden
Warmhaard
aangewezen
en
hen
„tot
nood
-
druft,
vuur
enlicht,
’s
zomers
koude,
’s
winters
warme
spijs
met
dun
bier,
mitsgaeders
1
Deze
steen
is
nog
te
zien
inden
kelder
achter
de
z.g.
vlaggenzaal
in
het
Rijks-Museum.
Ongetwijfeld
dateert
hij
vanaf
de
opening
dezer
Bayert
en
is
derhalve
niet
boven
de
Bayerdpoort
van
het
St.
Pieters
Gasthuis
inde
Nes
aangebracht
geweest,
2
Commelin
I.
552
De
Keur
(en
ook
Dapper)
daarentegen
spreken
van
Warmhuizen;
dit
doet
veronderstellen
dat
de
mannen
en
vrouwen
wél
in
afzonderlijke
Warmhaerden
ontvangen
werden.
3
Wellicht
diende
het
„Rookhok”
om
de
plunje
van
de
„met
besmettende
siecktens”
behepten
te
rooken.
4
Inden
ouden
tijd
werden
de
Bayerd-boeven
met
een
oor
aan
de
kaak
gespijkerd,
waar
-
van
zij
zich
echter
op
verbeurte
van
het
oor
mochten
losrukken!
97