Tekstweergave van GA-1926_JB023_00141

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
EEN EN ANDER OVER BAYERDS IN HET ALGEMEEN EN OVER DIEN VAN HET AMSTERDAMSCHE ST. PIETERSGASTHUIS IN ’T BIJZONDER DOOR G. HELLINGA, CHEF VAN DIENST BINNENGASTHUIS Een instelling, welker geschiedenis zoo niet ouder, dan toch zeker even oud is als die van de Gasthuizen, is de Bayerd, een z.g. Passanten- of Doorgangshuis, toevlucht voor arme vreemdelingen en inwoners. Zulk een Bayerd maakte gewoonlijk deel uit van een Gasthuis; men onderscheidde mannen- vrouwen- en gemeenschappelijke Bayerds; de daarin toegelaten lieden werden, „Bayerdgasten” of „Passanten” genoemd. Over den Bayerd was een Passantenmeester of wel een Bayerdvader en moeder gesteld. Naargelang de fondatiebrief of wel de stedelijke keur dit bepaalde, was de Bayerd gedurende het geheele jaar of wel alleen tijdens den winter, gewoonlijk „van tsinte Martijnsmisse tot vastenavont toe”, opengesteld, sommige Bayerds dag en nacht, andere alleen gedurende den nacht, terwijl verder de duur van het verblijf óf onbepaald of wel tot een maximum van eenige dagen gewoonlijk drie beperkt was, in ’t laatste geval onder verbod van zich binnen een bepaalden tijd op - nieuw voor toelating aan te melden. Niet in alle Bayerds werd den gasten „gemack en gerack” gedaan, echter „vyer ende kaersen” werden des winters steeds verstrekt. De Bayerd werd daarnaar ook wel „Stoove”, „Warme Stoove” of „Yierscaer” genoemd. Dit laatste waarschijnlijk omdat het inwendige van den Bayerd, wegens de rondom een haardstede ineen vierkant geplaatste banken, eenige gelijkenis toonde met de plaats waar recht gesproken werd. Bij den Bayerd behoorde gewoonlijk een lokaal, waar de zich misdragen hebbende gasten, z.g. Bayerdboeven of Rabouwen, werden gegeeseld 1 . De namen „Wandelhuys” en „wandelende gasten” voor Bayerd en Bayerdgasten, geven het karakter van deze instellingen en haar bevolking duidelijk aan. i Wagenaar spreekt van Gasthuisboeven doch bedoelt daarmede ongetwijfeld dezelfde personen. Zie ook Verwijs en Verdam, Middel. Nederl. Woordenboek: Baaierdboeven.