Tekstweergave van GA-1925_MB012_00096
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM
Eduard
Jacobs,
dr.
Baale
in
Juni
1893
door
een
komiek
ineen
varieteiten-theater
inde
Kalverstraat
als
refrein
vaneen
lang
gedicht
van
meerdere
coupletten,
de
heer
Eisses
ver
-
moedt,
dat
het
ontstaan
is
omstreeks
1894
en
hoorde
het
te
Groningen.
Mr.
van
Lier
en
de
heer
Simonis
wijzen
op
een
duitsch
origineel.
O,
Margarethe,
du
Madchen
ohne
Gleichen
O,
Margarethe,
will
mir
dein
Mündlein
reichen
O,
Margarethe,
so
reich'
mir
deinen
Mund
Küsse
mich,
küsse
mich,
’s
macht
’s
Herz
[gesund.
B.
brengt
de
woorden
in
verband
met
de
Koningin
van
Italië
en
hoorde
het
lied
in
1901
door
straatzangers
met
begeleiding
van
man
-
doline
of
viool
in
dat
land,
in
het
bijzonder
te
Napels.
Stedemaagd.
Dat
Amsterdam
niet
de
eenige
stad
is
van
welker
Stedemaagd
sprake
is
getuigen
de
penningen,
o.a.
de
volgende
uit
mijne
verzameling
:
1595.
Lier
herwonnen
(borstbeeld
der
Stedemaagd
met
muurkroon)
;
1693.
Oprichting
van
de
fontein
op
de
Visch
-
markt
te
Leiden
;
1736.
Opening
der
koopmans
-
beurs
te
Rotterdam
;
1740.
3e
Eeuwfeest
van
de
uitvinding
der
boekdrukkunst
te
Haarlem
gevierd
;
1741.
Luthersche
kerkte
Middelburg
ingewijd
(alle
met
een
zittende
Stedemaagd
met
muurkroon)
;
1736.
Eeuwfeest
der
hooge
-
school
te
Utrecht
(de
staande
stedemaagd
der
bisschopstad
heeft
een
mijter
op
het
hoofd!)
W.
K.
F.
Zwierzina.
Als
kleine
bijdrage
inde
beantwoor
-
ding
der
vraag
in
het
November-nummer
Stedemaagd,
weet
ik
u
mede
te
deelen,
dat
er
bestond
de
Maagd
van
Enkhuizen
en
de
Maagd
van
Dordrecht.
Inde
retourvloot
van
1604
heette
een
schip
de
Maagt
van
Enkhuizen,
zie
Oud-
en
Nieuw
Oost-Indië,
Valentijn
I.
pag.
214.
Zelfs
te
Amsterdam
bestaat
een
huis,
welks
eigendoms
-
papieren
bewijzen
dat
het
inde
zeventiende
eeuw
de
Maagd
van
Dordt
heette,
dit
is
het
perceel
Keizersgracht
471,
waar
thans
de
bekende
boekhandel
Swets
en
Zeitlinger
is
gevestigd.
Ik
stel
mij
voor
dat
over
deze
twee
stedemaag
-
den
naast
deze
gevallen
zeer
veel
bekend
zal
zijn.
De
enkhuizer
maagd
is
de
vrouw
die
het
stedewapen
vasthoudt.
G.
C.
E.
Crone.
De
Stedemaagd
van
Amsterdam
een
unicum
?
Er
zijn
zooveel
Stedemaagden
als
er
steden
zijn,
en
zij
vertoonen
zich,
zoodra
wij
een
stad
gaan
personifieeren.
Natuurlijk
gaat
de
Stedemaagd
van
Amsterdam
vaker
over
de
tong,
wordt
zij
veelvuldiger
in
beeld
ge
-
bracht
dan
b.v.
die
van
Geertruidenberg,
maar
ik
kan
den
heer
C.
H,
v.
R.
verzekeren,
dat
ook
dit
stedeke
zijn
Maagd
heeft;
vroeger
was
dit
een
klein
maar
stevig
vrouwtje,
zittend
ineen
krans
van
groene
wallen,
en
in
de
rechterhand
(het
kan
ook
de
linker
geweest
zünl
een
sleutel
houdend,
de
sleutel
van
Holland.
Thans.
.
.
.
maar
mededeelingen
daar
-
over
behooren
niet
in
Amstelodamum
thuis.
Meer
dan
één
kroniek
brengt
op
het
titelblad
een
Stedemaagd
in
beeld,
zoo
b.v.
de
Chronijk
van
Hoorn,
gedrukt
bij
Feyken
Rijp,
waarin
Hoorn's
Stedemaagd
uitvoerig
in
dicht
-
regelen
wordt
beschreven.
Voor
zoover
mij
bekend
is,
is
er
slechts
één
Stedemaagd,
die
wettelijk
is
erkend,
n.l.
die
van
Enkhuizen,
welks
officieel
wapen
bestaat
uit
het
schild
met
de
drie
gekroonde
haringen,
gehouden
dooreen
Maagd,
dit
ten
teeken,
dat
de
stad,
na
met
wallen
omringd
te
zijn,
nimmer
door
een
vijand
werd
aangerand.
Heeft
misschien
Braakensiek,
die
zoo
herhaaldelijk
inde
Groene
Amsterdam’s
Stedemaagd
af
beeldt
maar
dit,
naar
ik
meen,
toch
o.m.
ook
wel
eens
die
van
Rotterdam
deed
er
schuld
aan,
dat
de
heer
C.
H.
v.
R.
zich
geen
andere
Stede
-
maagden
dan
de
amsterdamsche
kan
voor
-
stellen
?
De
gewoonte,
steden
als
maagden
te
personifieeren,
is
van
klassieken
oorsprong.
Inde
oudheid
werd
de
stad
(Athene)
voor
-
gesteld
door
haar
beschermgodin
de
maagd,
Pallas
Athene;
geen
wonder,
dat
het
oude
Stadhuis
van
Amsterdam,
met
zijn
sterk
classicistisch
karakter
ook
in
zijn
versieringen,
op
meer
dan
één
plaats
de
stad
als
een
Maagd
voorstelt.
Is
het
Jacob
van
Campen’s
schep
-
ping
geweest,
die
de
andere
Stedemaagden
heeft
doen
geboren
worden
?
Vermoedelijk
zijn
zij
alle.
evenals
~’s
werelds
achtste
wonder”,
producten
van
den
geest
des
tijds,
met
zijn
zucht
naar,
liefst
klassieke
symbolen,
een
geest
die
nog
thans
in
zooverre
voortleeft,
dat
wij
ook
nu
nog
de
personificatie
vaneen
stad
als
een
Maagd
voorstellen,
ook
inde
gevallen
waarin
een
stad
noch
door
speciaal
vrouwelijke
karaktertrekken
uitmunt,
noch,
als
Enkhuizen,
er
prat
op
kan
gaan,
dat
zij
immer
ongerept
bleef.
A.
Loosjes.
Ephraim
van
Embden.
Bij
F.
Muller
;
De
Nederl.
Geschiedenis
in
platen
wordt
onder
No.
5592,
1800
vermeld
:
~Ik
heb
Dam
;
wie
zoekt,
die
vindt”.
„Twee
platen
over
het
damspel,
waarvan
de
eerste
de
koffiekamer
van
Felix
Meritis
voorstelt,
waar
vier
spelers
aan
dambord
etc.
;
de
persoon
links
met
hoed
op
zou
de
groote
speler
E.
van
Embden,
joodsch
makelaar
zijn,
wiens
Ver
-
hand.
over
het
Damspel
(ongeveer
300
bid.
met
1
plaat)
in
1785
verscheen
;
de
andere
rechts
zou
de
waterbouwkundige
C.
Zillesen
zijn,
en
een
derde
de
damspeler
J.
A.
Jourdani.
De
andere
plaat
stelt
een
kamer
in
het
Koffie
-
huis
de
Paradijsvogel(
?)
inde
Kalverstraat
voor,
en
den
ouden
Van
Embden
met
zijn
zoon
tegenover
elkaar
aan
een
dambord.
„Twee
zwartekunstprenten,
de
eerste
in
mijn
bezit,
beide
bij
den
heer
J.
W.
Wurfbain”.
Het
Prentenkabinet
bezit
beide
zwarte
-
kunstprenten.
J.
M.
Bi,ok.
88