Tekstweergave van GA-1925_MB012_00078

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM OUD EN NIEUW UIT AMSTERDAM’S VERLEDEN De sequentie van St. Nicolaas. - Inde jongste aflevering van de Bijdragen voor de geschiedenis var. het Bisdom Haarlem is naar een handschrift van 1554, met facsimile en transscriptie uitgegeven de gregoriaansche muziektekst van de sequentie van St. Nicolaas. St. Nicolaas is de beschermheilige van Am - sterdam ; dies is het te hopen dat deze se - quentie wederom inden eeredienst in waarde hersteld worden met name inde onder - scheidene r. k. Claaskerken, in het bijzonder in die te Amsterdam aan de Prins Hendrik - kade; Amsterdams beschermheilige heeft er aanspraak en recht op. J. W. E. Rijksmuseum. Rembrandt’s Claudius is naar Stockholm teruggekeerd en hangt, on - beschadigd weer op de oude plaats. Dr. Axel Gauffin, de directeur van het zweedsche Museum, zag de schilderij in het Rijksmuseum op de historische tentoonstelling en werd door de dames Annelèn voor het Handelsblad ge - interviewd. In dat interview afgedrukt in het bijvoegsel van 19 September, toonde de heer Gauffin zijn warme ingenomenheid met de reorganisatie van het Rijksmuseum, waar door den heer Schmidt Degener allerlei storends, zoo in kleur als substantie verwijderd is en wordt, uitgaande van het beginsel, dat in alles rust en eenvoud betracht moet worden. J. W. E. Uit oude rechtspleging. De N. Rolt. Crt van 5 Augustus (Ocht. B.) schrijft: „Tal van voorbeelden uit de oude rechts - pleging geven aan, dat bij veroordeelingen in die dagen zeer eigenaardige gewoonten heersch - ten. Volgens een deskundige uit die dagen mocht de rechter, wanneer een beschuldigde of veroordeelde inde gevangenis kwam te over - lijden, zelfs in geval van de hoogste misdaad, dat is die van gekwetste Majesteit, het doode lichaam niet mishandelen. Letterlijk luidt het: „Na rechten kan tegen een overleden misdadi - ger geenszins tot het hangen, branden of ont - halzen van het doode lichaam geprocedeerd worden; zoodat de rechters grootelijks missen, dewelke de doode lichamen der misdadigers verzoeken, om dezelve publiekelijke te execu - teeren, hetzij met galg, rad, vlamme of dier - gelijke.” „Inde Geschiedkundige aanteekeningen be - trekkelijk de lijfstraffelijke regtsoefening te Amsterdam door J. Koning was dit aldaar toch meermalen het geval. Zekere Nelletgen Jansdochter, weduwe van Jan Claesz., scheeps - timmerman, een vrouw van 66 jaren was in hechtenis wegens geloofsgevoelen en het bij - wonen van mennonitische predikatiën. Zij werd in 1569 verwezen, om, wanneer haar toen - malige krankheid hersteld zou zijn, ter dood te worden gebracht, indien zij persisteert bij haar heresie, „mitten viere, ofte indien zij resisteert, ghedolven te worden, mit confiscatie van haare goederen”. De ongelukkige overleed inde ge - vangenis en den Schout is gelast geworden het doode lichaam te doen begraven onder de galg. ~Arytgen Jansdochter, de gevoelens der Herdoopers toegedaan, beroofde zich in 1540 van het leven en haar dood lichaam werd onder de anabaptistengalge gehangen. Volckgen Dar - mens, van tooverij beschuldigd en daarvoor 27 Juni 1564 ter vure verwezen, maarden volgenden dag inde gevangenis overleden, werd haar doode lichaam, ingevolge resolutie van Schepenen den 30 Juni 15641 anderen ten exempel, tot pulver verbrand. Egbert Mey - nertszn., aanzienlijk burger, wegens geloofs - gevoelen in hechtenis en veroordeeld 6 October 1568 om met het zwaard te worden omgebracht doch op 8 October overleden, werd het doode lichaam later inden kerker onthoofd. Simon Janszn., blokmaker, de gereformeerde leer toe - gedaan en zonder de Sacramenten te hebben ontvangen, begraven op het Geuzenveld, werd anderhalf jaar later ingevolge vonnis van Sche - penen d.d. 8 Nov. 1568 wederom opgegraven en onder de galg geplaatst. Later komen derge - iijke gevallen ook voor, o.m. van den beruchten Spethan Annibal, zich noemende Prins van Albanië, in 1786. Het vonnis van dezen luidt in zijn geheel en juist om de wille van de eigenaardigheid hier weergegeven als volgt: ~Alzoo Spethan Annibale, oud 35 jaren, zich uitgegeven hebbende voor Prins van Albanië, Patriarch en Capitein Generaal der Montene - grijnen, bekend en beleden hebbende, op diverse namen, in verscheidene landen te hebben rondgezworven en zich suspect gemaakt heeft van te zijn een bedrieger, alhier inde boeien gedetineerd zijnde, zich niet ontzien heeft, als het ware, Conscientia Sceleris, en om zijn wel - verdiende straf te ontgaan, te moorden van zichzelf, door, in zijn hok, om deszelfs linker - arm, boven het ellebooggewricht, een smalle band dubbel en sterk te knoopen, en zich be - neden dien band een dwarse snijwond toe te brengen, waardoor de vena basilica geopend is geworden, zoodat hij daar aan komen te over - lijden is. ~’t Welk zijnde een verfoeilijk stuk, anderen ten exempel, ten hoogste strafbaar: Zoo is ’t, dan mijne Heeren van den Gerechte, gehoord hebbende het verzoek van mijnheer den Schout, R:0: op en jegens bovengemelde dood ge - vonden lichaam gedaan, hebben goed ge - vonden en verstaan te ordonneeren, gelijk haar Edel Achtbare ordonneeren bij deze, dat het doode lichaam zal worden gelegd op een horde en gesleept tot aan het Damrak, om van daar te worden gebracht naar de Volewijk en aldaar gesmeten te worden inde put onder de galg; dat wijders de kosten en misen van justitie zullen worden gerecouvreerd uit zijn nalaten - schap.” 70