Tekstweergave van GA-1925_MB012_00072

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM en stedelijke regeering, handel, kunsten en wetenschappen. Over merkwaardige personen als Uriel da Costa, Spinoza, Isaac de Pinto, dr Immanuel Capadose en Sarphati, worden belangrijke bijzonderheden medegedeeld. Kort - om, het boek verdient stellig de aandacht van allen die belang stellen in deze gemeente, maar ook van hen die overtuigd zijn, en weten welke invloed van haar leden is uitgegaan op onze beschaving, materieel en intellectueel. Een paar dagen later na ontvangst van het boekske is, 31 Juli met groote plechtigheid herdacht het twee honderd vijftigjarig be - staan der Synagoge. J. W. E. Pater Albert Burgh. Dr. J. F. M. Sterck vestigt inde Maasbode van 19 Juli de aandacht op Albert Burgh, die inde zeventiende eeuw tot het katholieke geloof overging. Hij was van moeders zijde een klein - zoon van P. C. Hooft, verkeerde inden kring van Spinoza, bezocht denkelijk de school van Franciscus van den Ende, van wien ook Spi - noza onderricht ontvangen had, en is eenigen tijd te Rijnsburg zijn huisgenoot geweest. In Venetië kwam twijfel bij hem op; in Rome stelde hij zich onder leiding van pater Martinus Harney, een Dominicaan uit Amster - dam. Zijn familie nam hem zijn bekeering eerst zeer kwalijk. Burgh keerde weer terug naar het buitenland en werd te Rome opgenomen inde orde der Franciscanen en tot priester gewijd. Zijn verder leven heeft pater Albert Burgh O. F. M. doorgebracht ineen streng Franciscanen klooster te Florence, van waar - uit hij o.a. nog een brief schreef aan Spinoza, om dezen diens dwalingen onder het oog te brengen (n September 1675). J. W. E. Zegel van Amstelodamum. In het laatste nummer van Amstelodamum zie ik, dat Landman met eend gespeld wordt. G. H. Lantman, de bekende metaaldrijver, heeft het zegel gemaakt, J. Six. Ph. von Zesen. Mej. H. Hasper heeft een onderzoek ingesteld naar het stichtings - jaar door Ph. von Zesen van de Deutsch gesinnte Genossenschaft en heeft daartoe de data van het leven van Von Zesen tusschen 1640 en 1645 trachten te fixeeren, waarbij zich de moeielijkheid voordeed dat Von Zesen, een taalzuiveraar namen gebruikt voor die der maanden, die niet immer vol - maakt helder zijn en dat hij, in zijn geschriften, met name inde Adriatische Rosemund, zich blijkbaar wel eens verschrijft; zij komt tot het resultaat dat 1 Mei 1642 er voor gehouden moet worden. Ineen naschrift Datierungsprohleme in dre Zesenforschung licht prof. J. H. Scholte één en ander nader toe. Beide studies zijn gepubliceerd inde jongste aflevering van de Neophilologus. Zij zijn van belang niet slechts voor de kennis van den persoon van Von Zesen, die als stadsbeschrijver en als corrector bij Blaeu zijn plaats heeft inde geschiedenis van onze stad, maar ook voor die der duitsche literatuur. J. W. E. VRAGENBUS Verzoeke antwoorden Rampelaan 84, Overveen.) VRAGEN. Josephkerk. Mij is verteld dat het torentje van de r k. Josephkerk inde Kalverstraat 58 dat is van de afgebroken N. Z. Kapel. Is dat zoo? J. W. E. Zeemuziek. Een correspondent van Van Effen geeft inde Hollandsche Spectator onder dagteekening van 3 November 1732 (2e druk, deel II tweede stuk p 542) zijn indrukken weer vaneen voorstelling inde Stadsschouwburg aan de Keizersgracht. Het was inde kermis - week. Men hoorde een zoogenaamd Zeemuziek. Wat was dit ? J. W. E. Verdroogde menschenlijken inde Ana - tomie. In het Nieuw Prentehock voor kinde - ren in 5 talen, in 1799 door H. C. A. Thieme te Zutphen uitgegeven, is een afbeelding (on - gekleurd) van de grafspelonk der Guanchos op het eiland Teneriffe, waar men ineen hooge spelonk de geconserveerde lijken langs de wanden ziet staan en op baren liggen. Uit den tekst schrijf ik het volgende af: ~Gelijk dan ook twee zulke uitgedroogde menschen, zijnde een man en eene vrouw, op de rariteitkamer van de Anatomie te Amster - dam, bewaard worden, en dagelijks voor ieder te zien zijn. Deze lighaamen zijn door den Weled. Heere A. van Steinfort, van het eiland Teneriffe, inden jaare 1772, ten geschenke aan het Athenaeum Illustre te Amsterdam ge - zonden; doch, wijl aldaar geene gelegenheid was om die te plaatsen, en ze ook inde daad beter bij eene verzameling van Naturalia, dan wel bij eene Bibliotheek, gelijk in het gemelde Athenaeum is, behoorden, werden dezelven door heeren Burgemeesteren op de Anatomie geplaatst, en voor stads rekening, in sierlijke glasenkasten besloten; voords door den Hoog - gel. Heer A. Bonn, bij gelegenheid van deszelfs beschrijving van het geschenk van zieke been - deren, door den heer doet. Jacobus Hovins, in 1786 (1776?), aan de Anatomie vereerd, ins - gelijks als een aanmerkelijke zeldzaamheid omstandig beschreeven. Zie deszelfs Descriptio Thesauri Ossium Morbosorum Hoviani, (No. 463 en 464) gr. 4. te Amsterdam, bij J. C. Sepp 1783.” Bestaan deze uitgedroogde menschen in hun sierlijke glazenkasten? En waar zijn ze dan nu ? C. P. Burger. 64