Tekstweergave van GA-1925_MB012_00068

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM „Want ziet, toen het amsterdamsche Stad - huis gebouwd was, „van zooveel steens om - hoog”, en als ’s werelds achtste wonder ge - prezen, hebben de schilders het van ver - schillende zijden afgebeeld en heeft Gerrit Berckheyde een mooi schilderijtje gemaakt vaneen gezicht over den N. Z. Voorburgwal, waar de Pijpenmarkt met zijn huisjes prachtig aansluit bij het groote gebouw erachter. „Wat is de reden, dat de Handelmaatschap - pij een anderen indruk wekt ? Of hebben wij alleen maarden schilder te wachten die ons leert zien hoe mooi ook thans nog de Heeren - gracht kan zijn ? „Ik twijfel niet, of bij een gunstige verlichting, zou het een kunstenaar mogelijk zijn iets dergelijks te verkrijgen als Berckheyde ons iaat bewonderen. Ook hij heeft niet zonder reden de zon laten schijnen op de zuidzijde van het Stadhuis en de oostzijde van den burgwal in schaduw gehouden, zoodat de huizen donker tegen den lichten achtergrond van den bouw afsteken. Later op den dag had hij deze tegenstelling gemist. Het voor - deel dat Van Campen’s werk heeft dooreen langdurige verlichting van den zuider-zijgevel boven den naar het Westen gekeerden achter - gevel van De Bazel's meesterwerk, wordt opgewogen door de doorloopende schaduw der huizen van de Heerengracht, zuidzijde, boven de huizen aan den Burgwal, die de namiddag - zon hebben. „Waar ligt dan het verschil ? „Die smalle huizen met hun topgevels, zoo verschillend van vorm en hoogte, teekenen zich levendig af als een voorgrond voor het machtige gebouw ; de laatste huizen van de Heerengracht die zijn blijven staan tegen het hooge bouwwerk aan, zijn vlak atgedekt en vormen, op grooten afstand, een geleidelijk verloopende, dalende lijn, waarachter het nieuwe gebouw, hoe levendig van wéloverwogen indeeling en soberen rijkdom zelfs ook de achtergevel zij, oprijst als een scherm, dat ons oog aftrekt van de wijkende lijnen, die het verschiet vormen. „Dat deed het stadhuis zeker ook, maar nu wil het ongeluk dat, terwijl van dichtbij de vlakken bekroning, met terugspringende verdiepingen aan De Bazel’s werk een zeld - zame bekoring geeft, waarnaast het stadhuis - dak, hoe streng ook, met al zijn dakkapellen en schoorsteenen zelfs rommelig lijkt, van de brug bij het Koningsplein gezien, boven de strakke hjn uiteen glazen kap en twee andere bouwsels uitkijken, die het ontwerp niet had, en die de rust der afsluiting verstoren, terwijl Van Campen het geluk gehad heeft dat zijn ontwerp, later, bekroond is dooreen van de alleredelste houten klokketorens, die hier gebouwd zijn, niet meer met lood, maar met koper en zandsteen omkleed, even eenvoudig van groote lijnen als geslaagd van verhou - dingen. ~Nu torenhooge gebouwen hier allengs hoe meer staan gebouwd te worden, leek het mij niet ondienstig deze beschouwingen in over - weging te geven.” Amsterdamsche Gids. Het tweede nummer van de Amsterdamsche Gids (Amster - dam, Stadsdrukkerij) geeft artikeltjes over het Stadhuis (Prinsenhof), Amsterdam's oudste handvest, de Claudius Civilis in het Rijks - museum, de haven en handelsinrichtingen, de plaatselijke inkomstenbelasting, het winkeltje van Wijnand Fockink inde Pijlsteeg, de gemeentelijke vleeschvoorziening, een sta - tistische kantteekening over de zeescheep - vaart te Amsterdam in 1924, de gemeentelijke woningdienst, de gemeentelijke wasch- en schoonmaak-, bad- en zweminrichtingen, de gemeente gasfabrieken. De aflevering in goed geïllustreerd o.a. met het portret van wet - houder F. M. Wibaut. Katholieke Kerkbouw. De Gelder - lander van 15 Juli schrijft ; „Een merkwaardig feit voor den lateren kroniekschrijver is zeker dat er in het jubel - jaar 1925 op drie plaatsen tegelijk begonnen werd met den bouw van katholieke kerken. Twee daarvan komen inde plaats van reeds vroeger aangelegde hulpkerkjes en de derde zal een klein kerkje inde oude stad vervangen, dat overbodig is geworden. Wanneer deze tempels klaar zijn, zullen er op het stedelijk grondgebied een veertigtal kerken en kapellen staan, met nog een viertal onmiddellijk aan de grenzen der stad, die daar voorloopig kunnen voldoen, omdat de stedelijke uit - breiding vooreerst geen hoogere eischen stelt. Toch staat het vast dat de kerkelijke overheid voortdurend te zorgen heeft, dat hij die uit - breiding bijhoudt. Het is een zeer moeilijk en een zeer kostbaar probleem ; maar dat toch, ik zou haast zeggen op wonderbaarlijke wijze telkens wordt opgelost. Zoo slecht kan het „den verdrukten middenstand” niet gaan, of ze voorziet de katholieke geldmarkt nog steeds van voldoende middelen voor kerkenbouw. Bedelen doen de amsterdamsche pastoors, die met de taak vaneen nieuwbouw worden vereerd niet zoo heel erg ; zc leenen geld tegen rente è, la barbe”. J. W. E. Mercator-plein. Inde Groene Amster - dammer van 22 Augustus bespreekt H. J. M. WalenkampCz. het Mercator-plein in Amster - dam-West. Het bebouwing, naar het ontwerp van dr. H. P. Berlage, is in wording. Schrijver noemt dit plein een gebeurtenis. Elders zijn wel pleinen te vinden door prachtlievende vorsten gesticht. Maar geen gevallen werden tot heden bekend, waarbij een plein van belangrijke afmetingen door gebouwen, be - stemd voor louter maatschappelijke en oeco - nomische strekking omringd, dooreen enkel bouwkunstenaar ontworpen werd”. J. W. E. 60