Tekstweergave van GA-1925_MB012_00065

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM MEDEDEELINGEN VAN HET BESTUUR Muziekuitvoering op de Historische Tentoonstelling Maandag 7 September des namiddags ten 4 ure zullen inde eere L galerij van het Rijksmuseum, opgenomen inde historische tentoonstelling der stad Amsterdam, de heer en mevrouw J. W. Enschedé-Vos voor de derde en laatste maal muziek ten gehoore brengen. Wederom is het programma opgemaakt uit het oeuvre van reeds overledenen. Ook dit keer zullen als instrumenten gebruikt worden een pijporgel, luiksch werk uit het midden der achttiende eeuw en een platte piano met vier pedalen (fagot, harp, sourdine en forte) van Langenscheid en Co. te Brussel uit 1830. Beide instrumenten zijn eigendom van den heer Enschedé. Het programma geeft o.m. composities van Bertelman, een treurmarsch uitge - voerd bij de begrafenis van Hendrik Lange, een amsterdamsch schutter in 1814 voor Weesp gesneuveld, van Verhuist en het eertijds alom bekende 't Wordt duister mijn Roosje van Vrugt (1835), DE PERS EN DE HISTORISCHE TENTOONSTELLING Nu de Historische Tentoonstelling na twee maanden geopend te zijn nog steeds vele bezoekers tot zich trekt, kunnen wij wel ’n voorloopige balans van haar al of niet welslagen opmaken. Om deze op te maken moeten wij beschikken over vele gegevens, die ons naast individueele uitingen van bezoekers, in overgroote mate aan de hand gedaan worden door allerlei artikelen inde pers. Reeds langen tijd voor de opening stonden zoo nu en dan kleinere artikelen inde groote bladen. Begin Februari groeide de belangstelling sterk aan, toen bekend werd, dat de zweedsche Academie van Vrije Kunsten Rembrandt’s Claudius Civilis zou afstaan voor de tentoonstelling 1 . Een persinterview, dat prof. Bragmans op 2 Februari aan de amsterdamsche Pers gaf (de heer Kouwenaar noemde het een populair college), was aanleiding tot een reeks artikelen inde dagbladen, waarvan vooral de twee artikelen inde Nieuwe Rotterdamsche Courant, ’n duidelijke uiteenzetting van opzet en doel der tentoon - stelling gaven. Op 7 Mei volgt een tweede persinterview, waar prof. Brugmans meer in bijzonderheden kon treden en .reeds enkele belangrijke inzendingen noemen. De pers gaf er in meest korte artikelen verslag van. Inde maanden Mei en Juni komen dan regelmatig langere of kortere berichten, allereerst over het door Huib Luns ontworpen affiche, dat nog al kritiek te verduren had. Dan volgen berichten over de Claudius Civilis, die vóór zijn overkomst gerestaureerd werd, over Rembrandt’s Vaandeldrager, die per s.s. Volendam uit New York kwam, verder over andere belangrijke inzendingen uit particuliere of openbare collecties, zooals de Anatomische Les uit het Mauritshuis. Inde Zondagscourant wijdde dr. J. F. M. Sterck eenige mooie voorbereidende artikelen aan den tijd vóór 1578, die door hun illustraties wezen op de belangrijkste expositiestukken uit die afdeeling. De ver - schillende inzendingen die reeds geruimen tijd voor de opening aankwamen worden dan inde Pers besproken b.v. de Schuttersstukken uit de Raadzaal, de beroemde kaarten van Hondius en Blaeu, die de Royal Geographical Society wel wilde blootstellen aan de risico vaneen overzee-transport, de brief van Gijsbrecht 111 van Aemstel uit Lübeck, de Breitner-collectie e.a. Meer en meer begint de Pers te wijzen op het belang der tentoonstelling en de hoop uitte spreken, dat zij door velen bezocht zal worden, zoo de Prov. Geldersche Courant (10 Juni) en andere pro - vinciale bladen. 1 Inde Telegraaf van 27 Januari gaf de bekende historicus Broer Jansz een uitmuntend gedocumenteerd artikel over de geschiedenis van dit meesterwerk. 57