Tekstweergave van GA-1925_JB022_00134

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Jannetje de Wael (257 R 76 V). De lijnbaan van Fuijck is verdwenen en het terrein grootendeels bebouwd. Belangrijke erven behoorden overigens aan de erf - genamen van Hendrick Olfertsz Fuijck 1 (256 R 76 V), Otto Vogel (127 R 76 VI) en Marten Claesz Calff (127 R 35 V). Bovendien was de stad eigenaressé van 12 perceelen (842 R 120 V), waaronder het terrein tusschen den dijk en de Dijkstraat, met inbegrip van de Rotterdammersloot (409 R 114 V); de strook gronds langs de Nieuwe Gracht, waarop de* tengevolge der oostelijke haven - uitbreiding reeds in 1596 ~afgeworpen” vestingwal gelegen had (110 R 124 V) en ook de reeds in het rooiplan van ’B6 genoemde erven, strekkende van den Singel tot de waal, langs de noordzijde der Bantammerstraat. Uit alles blijkt, dat de bebouwing der Lastagewijk inde afgeloopen 10 jaren groote vorderingen gemaakt had; het aantal eigenaren van erven en huizen was bijna verdubbeld. De „Beschrijvinge” stemt overigens geheel overeen met den toestand, zooals die aangegeven staat op de kaart van Pieter Bast (uitgave 1597). We vernemen uit de „Uijtspraeke” dat de gezamentlijke waarde van alle erven op de Lastage getaxeerd werd op 174.640 gld., terwijl door den aanleg van de straten enz., ter waarde van 58.067 gld. of 33 % verloren ging; de stad zou, behalve het vastgestelde melioratiebedrag van 55°° ghh, aan in 12 jaren verloopen rente en andere onkosten 3938 gld., en voor haar eigen vergraven en verloren terreinen en wateren 5204 gld., in totaal 14.641 gld. ontvangen; ook een n-tal der 64 bovengenoemde eigenaren ontvingen voor hun geleden verliezen tezamen 2098 gld. Het totale bedrag van 16.740 gld. moest door de overige 53 eigenaren worden opgebracht, alles volgens de uitvoerige specificatie in het register. De ontegenzeggelijk hooge bedragen veroorzaakten bij de Lastagiërs groote ver - ontwaardiging en, met uitzondering vaneen 6-tal geërfden, die hun aandeel betaalden, 2 dienden zij een klaagschrift in, 3 waarbij zij betoogden, hoe op meerdere punten der „Uitspraecke de stad sterk bevoordeeld was geworden. Voorop stelden zij de prin - cipieele quaestie, „dat notoir is , bij het rooien van straten, stegen enz., de erven en huizen tot taxatie van het Gerecht werden aangenomen en „bij het corpus deser stede betaelt . Ook waren zij bezwaard geworden met de helft van den Sint Anthonis - -1 Fuijck was in ’go overleden. 2 Onder anderen: Cornelis de Vlaminck 636 gld., Hans Brouwers 268 gld., Harman IJsbrands 37 gld. Stadsrekeningen 1601. 3 Redenen waeromme die ingeêrfiden op die Lastaige lieur beswaert vinden bij de uijt - spraecke bij commissarissen ofte goede mannen gedaen. Ongedateerd Stukken Lastage. 86