Tekstweergave van GA-1925_JB022_00061

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
van den gemeenteraad van 12 April 1796 tot 22 Mei 1797 is geweest. 1 Jeronimo de Vries, eerste stadsklerk, neemt bij voorkomende gelegenheden de zaken der charterkamer waar, zonder genot van salaris of gratificatie. Hij waakt naar eigen getuigen „zooveel mogelijk tegen alle verwarring en ontvreemding”. Ook stelt hij Arend Fokke Simonsz., den ambtenaar in ruste, die zich aan litterair-historische studiën wijdt, inde gelegenheid registers op de oudste charters te maken. Men heeft derhalve het werk opgedragen aan en de hulp ingeroepen van personen van politieke, juridische, litteraire en historische neiging, doch niet aan mannen, door studie of praktijk voor dezen arbeid onderlegd. 2 De commissie gaat met systeem te werk. Boeken en papieren, die de ambtenaren ten stadhuize ter vernietiging aanwijzen, worden naar de minutenkamers gebracht.® Met behulp van Bartha Ludeman, de chef der schoonmaaksters, en den „com - mandeur” van het stadhuis worden de kamers, kasten en kisten, die opgevuld met half verrotte onbeheerde papieren zijn, leeggehaald. Ook deze worden naar dezelfde vertrekken verplaatst. De bescheiden, zoodanig krioelend van ongedierte en half - verteerd, dat men behalve voor brand ook nog voor andere zeer nadeelige gevolgen voor het stadhuis kan vreezen, worden stuk voor stuk door de leden der commissie gereinigd en nagelezen. Een werk, waarvan alleen de herinnering in later dagen een gevoel van walging zal geven. Te hunner rechtvaardiging stellen zij vast, dat voor eenige jaren reeds bescheiden voor ~winkelgebruik”(!) moeten zijn verkocht, maar zij meenen, dat die papieren van geen belang zijn. De vernietiging der ten doode gedoemde papieren geschiedt ten slotte op de meest primitieve wijze. Gedurende tien a elf weken zijn kinderen uit het aalmoeseniers-, burgerweeshuis en 1 Dr. Joh. C. Breen, de regeering van Amsterdam gedurende den Franschen tijd. Twaalfde jaarboek van Amstelodamum blz. 122. Een andere H. Boerrigter werd door mij niet gevonden. 2 Jeronimo de Vries, adjunct-klerk ter secretarie sinds 4 April 1794, eerste stadsklerk sedert 1 October 1796 (G. A. Amst. —Groot-memoriaal 13, fol. 174; ambtenboek3, blz. 42). Zie ook G. A. Amst. Portefeuille: stukken betreffende de geschiedenis van het archief; rapport van de Vries aan B. en W., omtrent de stedelijke archieven 21 Juni 1821. Zijn bibliographie inde Handelingen der Mij. v. Lett. 1853. Bibliographie van Arend Fokke Simonsz. bij Vander Aa, biographisch woordenboek 7, bladzijde 145. 3 Van het lot dezer stukken wordt verder niet afzonderlijk gerept. Inde minutenkamers ten stadhuize werden de registers der overleden notarissen bewaard. 19