Tekstweergave van GA-1924_MB011_00081

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELOD AMUM MEDEDEELINGEN VAN HET BESTUUR Het bezoek van leden met hunne geïntroduceerden aan de Nederlandsch- Israëlietische Hoofdsynogoge, Jonas Daniël Meijerplein, is bepaald op Maandag 22 December des namiddags te half twee ure. De toegangsbewijzen zijn aan de aanvragers verzonden. DE GROOTE SYNAGOGE DER HOOGDUITSCH-JOODSCHE GEMEENTE De Groote Synagoge der hoogduitsch-joodsche Gemeente alhier, welke ingevolge het koninklijk besluit van 12 Juni 1814 nr. 58, sedert April 1815 den naam draagt van de Nederlandsch-Israëlietische Hoofdsynagoge te Amsterdam, is, hoewel de oudste Synagoge inde west-europeesche landen, niet het eerste kerkgebouw dier gemeente. Het handjevol vluchtelingen, dat naar Holland’s gastvrijen bodem ge - vloden voor den moordlust en het fanatisme der soldatenhorden, die Duitschland tijdens den dectigjarigen oorlog doortrokken, de hoogduitsch-joodsche gemeente in 1635 heeft gegrondvest, heeft naar een in het geschiedwerk Sjeèrith Jisraël (Over schot van Israël) bewaarde overlevering, het eerst godsdienstoefening gehouden in de woning vaneen dier vluchtelingen, daarbij gesteund door eenige vermogende portugeesche geloofsbroederen, die hun eenige wetsrollen ten gebruike hadden afgestaan. Onder de bekoring, die Amsterdam op dein het naburig land onder de voor haar inzonderheid wreede gevolgen van den oorlog zuchtende joodsche bevolking oefende, nam er het aantal hoogduitsche Joden, die er een vrije ongehin - derde verblijfplaats vonden, sterk toe. En in 1648 konden zij zelfs, na achtereen - volgens verschillende lokalen voor hun godsdienstoefeningen te hebben moeten huren, besluiten tot den bouw eener synagoge, waarvan Jan Wagenaar en zijn bron, de schrijver van de resolutiën der Vroedschap van 11 Juni 1648 mededeelen, dat die bouw hun niet toegestaan is, zulks in strijd met de feiten. Op 29 October 1649 ' rn ' mers brachten Burgemeesteren en Schepenen een bezoek aan de nieuwe Synagoge, staande aan de Stroomarkt (het gedeelte van het Waterlooplein tegenover de Mozes - en Aaronskerk). Van die synagoge is, behalve door het archief der Hoofdsynagoge, de heugenis bewaard gebleven door den Jonas Illustratus (blz. 164) van den utrecht - schen hoogleeraar Johannes Leusden en door de reisbeschrijving van Cosimo de Medici, Groothertog van Toskane (blz. 280), die ervan mededeelt: „Gli Hebrei vi hanno due bellissime sinagoghe, che una per gli Ebrei portughesi e I’altra per gli allemanni”. Bij den voortdurenden aanwas der gemeente, wordt de toestand in die Synagoge hoe langer hoe onhoudbaarder. Parnassijns zetten zich ernstig aan het werk om de behoefte aan synagogeruimte op af doende wijze te bevredigen. Het was een levens - vraagstuk voor hen geworden. De verdere ontwikkeling van Amsterdam tot een bloeiende joodsche gemeente hing af van de wijze waarop het synagoge-vraagstuk zou worden opgelost. En zoo besluiten de vijf Parnassijns der gemeente op 13 Decem - ber 1669 naar Burgemeesteren te gaan om grond in koop te verkrijgen voor den bouw eener nieuwe synagoge. Op 3 Januari 1670 wordt een koopovereenkomst gesloten wegens drie erven gelegen aan de Deventerhoutmarkt (hoek Nieuwe Amstel - straat), waarbij op 21 Januari een vierde erf wordt aangekocht. De kosten van den aankoop van het terrein hebben bedragen f 3824. Met veel voortvarendheid werd de bouw van de synagoge met twee kleine bij - gebouwen ter hand genomen. De kosten ervan werden geraamd op f 20000. De teekening was vervaardigd door den stadsbouwmeester Daniël Stalpaert, wien ook het toezicht op den bouw, die geheel in eigen beheer geschiedde, was opgedragen. De uitvoerders van het bouwwerk waren Elias Bouman, meester-metselaar, Gilles van der Veen of Vander Vin, meester-timmerman, beiden later ook met den bouw der 73