Tekstweergave van GA-1924_MB011_00077
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM
zegd,
de
boomen
;
de
boomen
die
stemming
aan
Oud-Amsterdam
geven.
Ziet
maar
eens
hoe
kaal
en
vreemd
een
gracht
aandoet,
als
de
boomen,
zooals
af
en
toe
noodzakelijk
moet
geschieden,
gekandelaard
zijn.
Ten
slotte
is
er
dan
ook
nog
de
fijne,
grijze
atmosfeer
van
Amsterdam,
de
waterstad,
die
het
stadsbeeld
volmaakt.
Hoe
zeer
die
bij
-
draagt
tot
de
geheel
eigen
schoonheid
toonen
de
opnamen
die
de
bekende
amsterdamsche
fotograaf
Eilers
maakte
vaneen
modern
plein,
zooals
het
Leidscheplein,
bij
dampig
weder.
Breitner
vooral
heeft
die
atmosfeer
begrepen
!
J,
W.
E.
Visionair
Amsterdam.
In
Opgang
van
6
September
geeft
Gerard
Knuvelder
een
im
-
pressie
van
Amsterdam.
Een
paar
zinnen
knip
ik
:
„Daar
is
’n
ochtend
als
et
feestelik
zonne
-
licht
wappert
door
de
Kalverstraat,
heerlik
van
innige
beslotenheid
tussen
de
huizen.
„De
donkere
grachten
liggen
zo
rustig,
als
werden
ze
nooit
beroerd
door
varende
schepen
;
de
lantaarns
aan
de
beide
kanten
lichten
vreemd-wonderbaar;
de
huizen
aan
de
over
-
kant
staan
zwart-schimmig
en
leunen
moe
tegen
elkaar.
„Maar
dit
o
Amsterdam!
dit
kroont
u
rijk
tot
Koningsstad
boven
Hollands
steden,
dat
nu
boven
u
et
Lam
Gods
voor
et
aanschijn
der
wereld
werd
geheven.
„Nu
zijt
gij
weer
hersteld
als
oude
roomse
stad.
Nu
is
uw
aanschijn
weer
vernieuwd,
ver
-
jongd.
.
..
Boven
u
o
Amsterdam,
ging
op
et
vizioen
der
stad
Gods.
Hoog-geheven
boven
uw
mensen
en
huizen,
boven
uw
drie-en-dertig
torens
en
uw
paleizengebouwen,
boven
uw
grachten
en
bomen,
straalde
de
Hostie,
Agnus
Dei”.
J.
W.
E.
EBEN-HAëZERSCHOOL
IN
DE
BLOEMSTRAAT.
Tien
October
herdacht
deze
school
haar
vijf-en-zeventigjarig
bestaan,
Ineen
tijd
toen
er
kinderen
waren
te
Amsterdam,
die
arm
en
verwaarloosd
rondliepen,
hebben
de
heeren
H.
van
Marselis
Hartsinck,
P.
van
Eik
en
mr.
A.
Backer
zich
het
lot
dier
kinderen
aange
-
trokkén
en
getracht
ze
bijeen
te
brengen,
eerst
ineen
kamer
inde
Tuinstraat
165,
later
in
een
pakhuis
op
de
Brouwersgracht
190.
Hun
doel
was
allereerst
evangeliseerde
arbeid,
en
daarnevens
die
kinderen
op
te
heffen
uit
hun
verwaarloosden
staat,
mede
door
in
contact
te
komen
met
de
ouders.
Met
hun
particuliere
stichting
beoogden
zij
het
zelfde
als
de
Reckitt
-
scholen
in
Londen.
Uit
dat
werk
is
de
school
inde
Bloemstraat
ontstaan,
De
eerste
hoofdonderwijzer,
de
heer
N.
M.
Feringa,
heeft
haar
zeven-en-dertig
jaar
met
groote
toewijding
gediend.
Komende
uit
Leegkerk
in
Groningen
begon
hij
in
1849
zijn
arbeid.
Vier
jaar
later
(1854)
werd
op
het
terrein
vaneen
suikerraffinaderij
geopend
het
tegen
-
woordige
schoolgebouw
Eben-Haëzer.
Het
bestuur
der
stichting
bleef
vooral
in
handen
van
den
heer
Pieter
van
Eik.
Na
het
overlijden
van
Feringa
trok
Van
Eik
zich
terug
en
kwam
tot
stand
in
het
laatst
van
1886
een
fusie
met
de
Vereeniging
tot
Heil
des
Volks,
die,
met
haar
kostelooze
voorbereidende
scholen
en
haar
afdeeling
armenzorg
aan
gelijk
doel
beoogde,
n.l.
evangelisatie
onder
en
onderwijs
aan
de
kinderen
der
paupers;
de
school
kwam
toen
onder
het
bestuur
der
Vereeniging.
De
heer
F.
A.
Waterman,
oud-leerling
der
school,
volgde
in
1887
den
heer
Feringa
op.
In
1901
werd
de
heer
A.
J.
Brunt
tot
hoofd
benoemd,
die
met
grooten
trouw
den
arbeid
heeft
geleid.
Sinds
Mei
1920
is
de
heer
H.
Holtrop
school
-
hoofd.
Van
het
bestuur
der
nieuwe
tweede
periode
is
thans
nog
inleven
en
in
functie
de
heer
H.
J.
Bunjes,
die
als
Voorzitter
bij
de
feest
-
viering
sprak
inde
Harmonie
(Rozengracht).
Voor
de
leerlingen
was
saamgcsteld
een
ge
-
ïllustreerd
boekje
Wat
de
oude
school
vertelt,
voor
ouders
en
oud-leerlingen
een
Wat
75
jaren
ons
zeggen.
J.
W.
E.
Plannen
voor
stadsuitbreiding.
Ir.
A.
Keppler,
de
directeur
van
den
gemeentelijken
woningdienst
heeft
over
de
decentralisatie
in
Stedebouw
uitgebracht
een
praeadvies
voor
het
in
deze
maand
te
s
Hertogenbosch
te
houden
nederlandsche
congres
voor
open
-
bare
gezondheidsregeling,
De
N.
Rolt.
Crt.
van
26
September
Av,
D.
geeft
daarvan
een
over
-
zicht,
waaraan
het
volgende
is
ontleend.
„Toen
na
1860
de
ruimte
binnen
de
Singel
-
grachten
niet
meer
voldoende
bleek,
werd
ernstig
gedacht
aan
de
uitbreiding
daarbuiten.
Wel
bestonden
er
buiten
de
Singelgrachten
reeds
enkele
bebouwingen,
maar
vaneen
be
-
paald
planwas
geen
sprake.
De
stadsarchitect
J.
G.
van
Niftrik
maakte
een
uitbreidingsplan
voor
de
geheele
stad.
Dit
plan,
hoewel
zeer
goede
hoedanigheden
bezittende,
mocht
niet
tot
uitvoering
komen.
Het
plan
van
1878
van
den
directeur
der
Publieke
Werken,
J.
Kalff,
mocht
echter
wel
genade
vinden.
Dit
plan
hetwelk
Amsterdam
onwaardig
is
geweest
maakte
het
mogelijk,
dat
nieuwe
stadswijken
ontstonden
met
eene
gelijke
bevolkingsdicht-.
heid
als
die
der
slechte
deelen
van
de
Jordaan.
Aan
afzonderlijke
industriewijken
werd
niet
gedacht!
„Na
dit
plan
is
nimmer
een
plan
voor
geheel
Amsterdam
meer
gemaakt,
doch
zijn
partieel
vastgesteld,
vaak
na
lange
voorbereiding
en
na
veel
debat
inden
gemeenteraad,
de
volgende
uitbreidingsplannen
:
het
Overzijde-IJ-plan,
de
Transvaalbuurt,
de
uitbreiding-Zuid
en
de
Indische
Buurt.
Een
door-geheel
vormen
die
plannen
niet.
De
omliggende
gemeenten
ont
-
wierpen
op
eigen
gelegenheid
plannen
voor
bebouwing
en
deden
deze
uitvoeren.
Samen
-
werking
met
de
moederstad
werd
niet
gevraagd
69