Tekstweergave van GA-1924_MB011_00072

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM Rutgerus van Meurs. Een staand hor - loge in mijn bezit is op de wijzerplaat gemerkt ~Rutgerus van Meurs, Amsterdam”. Wanneer was deze uurwerkmaker werkzaam ? P. G. A. Blok van Laer. ANTWOORDEN Moord aan den Oeterwalerweg. In Amstelodamum p. 39, staat, dat het vonnis aan Kemper niet in het openbaar voltrokken werd. Dit is niet juist. Wel had de terechtstelling plaats op de binnenplaats van de cellulaire ge - vangenis, maar het schavot was hoog op - gericht, dat duizenden er getuigen van konden zijn. Volgens mijn vader, van wie ik het ver - haal meer dan eens hoorde, en die er zelf ge - tuige van was, bewoog zich tegen het uur der terechtstelling ’n stroom van mensen over de Leidschestraat. En men trok niet, zoals in Engeland en Frankrijk tegenwoordig gebrui - kelik is, ’n kap of zak over het hoofd van de veroordeelde; zodat ieder getuige kon zijn van de doodstrijd. F. Sparenberg. Keizersgracht bij de Runstraat. Met de beide huizen worden vermoedelijk Keizers - gracht nr. 396 en 398 bedoeld. Zoover door mij kon worden nagegaan, werd eerst het grootere perceel nr. 394 in 1895 her - bouwd, terwijl de twee daarnaastgelegen hui - zen toen oud en verzakt waren, welke verzak - king vooral de scheidingsmuur betrof. Zeer waarschijnlijk is het nu, dat tengevolge de herbouwing van nr. 394, dein minder goeden staat verkeerende perceelen, gevaar liepen, zoodat ’t afbreken noodig was. Met nr. 396 is dit geschied, althans is bekend dat gedurende het geheele jaar 1896, het terrein braak heeft gelegen. Nr. 398 daarentegen bleef voor de vernielzucht der straatjeugd staan, en werd blijkens ooggetuigen ineen betrekkelijk korten tijd door haar met den grond gelijk gemaakt. Reeds in 1897 werd nr. 396 herbouwd, doch nr. 398 is sedert dien, dus ongeveer 28 jaar, onbebouwd blijven liggen. Het erf (puinhoop) is sinds steeds in bezit van denzelfden eigenaar gebleven en verschenen winter door hem ver - kocht aan den heer Nic. Kip Jr., die er thans een kantoorgebouw heeft gesticht. Voorts bleek nog, dat de eigenaar van het vernielde huis ongeveer vier jaar met zijn buurman in proces heeft gelegen, omtrent het herbouwen van de meergenoemde verzakte scheidingsmuur. Een en ander zoude er toe geleid hebben, dat hem den lust tot herbouwen, naar het heet, voor eens en altijd ontnomen is geworden. E. van Houten Insp. Gem. Bouw- en Woning - toezicht. Vondel. Noch het vermelde versje (dat daarbij geheel onjuist is aangehaald) noch de talrijke andere zoogenaamd geestige rijmpjes. die Vondel inde schoenen worden geschoven, hebben iets met den dichter uitte staan. In de N avorscher (I, 256, 374 ; V, 333 ; VI, 152, XXV, 613; XXVI, ig, 292, 396) worden er nog verschillende aangehaald ; in deel XXVI 19 heeft ds. Leendertz afdoende aangetoond, dat het allemaal verzinsels zijn, of dat zij door andere dichters (Boddaert, Langendijk) ver - vaardigd zijn. Ik heb er nog een paar opge - schreven, die ik niet vermeld vind, en die dan ook buitengewoon vies zijn. Een volgt hier - onder. Ik heb me al eens afgevraagd of Vondels ongelukkige zoon Joost er niet enkele van heeft gemaakt, die was wel daartoe in staat.. Bijv. Phaëton en ick Die zijn twee Phaëtonten ; Hij reed met de zon, En ik rij met de stronten. Wanneer men nu bedenkt dat Vader Vondel in zijn Phaëton- treurspel, uitdrukkelijk over zijn treurigen zoon klaagt, is het niet zoo vreemd dat deze er een ironisch versje op heeft ge - maakt, met zinspeling op zijn vuilen levens - wandel, Men moest eens voor goed aan al die verzinsels den kop indrukken. Telkens duiken ze weer op ! J. M. F. Sterck. De heeren H. A. Scholtz en J. F. H. Spier gaven gelijksoortig antwoorden, de eerste verwijzende naar de Navorscher o.a. deel I.IX, 116 en 117. Satürdagse krans. Het Saturdags- Gezelschap telde veertien leden en men kwam dien dag samen om te eten. Het Vervolg van Loon V blz. 10 —13 beschrijft den penning op het vijftig-jarig bestaan met de wapens der toenmalige leden (20 Februari 1768) afge - beeld pl. XXXVII nr. 418, (Mijne verzameling in zilver, Stedelijk museum in goud). Op blz. II en 111 van het Bijblad achter Vervolg van Loon X is het latijnsche vers van P. Bur - mannus Secundus met de vertaling door Hendrik de Bosch bij gelegenheid van dit vijftig-jarig feestte vinden. Het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap bezit twee Wolfbekers van het gezelschap (achttiende eeuw, aldus genoemd naar den glasgraveur Wolf). Zie Dirks Penningkundig Repertorium 111 nr. 1524. Waar het wapenboek zich be - vindt, waar Vervolg van Loon over spreekt, is mij niet bekend. W. K. F. Zwierzina. Het archief der Saturdagsehe Krans is, voor zoover bewaard gebleven, eigendom van het Koninklijk Oudheidkundig Genoot - schap alhier. A. J. J. Ph. Haas. 64